In de steden is de woningbouwopgave groot. Ruimte om te verdichten wordt veelal gevonden op (voormalige) bedrijventerreinen. Vooral productie in de stad staat daarmee onder druk, zo betoogde Ana Luisa Moura eerder op deze site. Ook ontwerpers Sebastian van Berkel en Hein Coumou vinden dat steden moeten investeren in ruimte voor bedrijvigheid. Zij onderzochten hoe wonen en werken te combineren zijn in een productieve stad.
Van de grote steden heeft Amsterdam de grootste woningbouwopgave. De hoofdstad groeit al jaren achtereen met meer dan 10.000 inwoners per jaar en wil de groei vooral binnenstedelijk opvangen. Nieuwe woonwijken als Buiksloterham, Houthavens, Haven-Stad en Oostenburgereiland worden gebouwd of gepland op (voormalige) werkgebieden. ‘Boven meer dan twintig procent van de Amsterdamse bedrijventerreinen hangen woningbouwplannen’, zegt Sebastian van Berkel, net als Coumou ontwerper bij MUST. ‘Dat is veel.’ In opdracht van Oram, de belangenvereniging voor Amsterdamse ondernemers, deed MUST onderzoek naar de productieve stad: hoe kun je werken en wonen zo combineren dat het meerwaarde oplevert?
Het combineren van wonen en werken is belangrijk voor een diverse stad, betoogt Van Berkel. ‘Een veerkrachtige en innovatieve regionale economie vraagt om een breed aanbod van banen op korte reisafstand, zowel voor hoger als voor lager opgeleiden. Als je productie uit de stad drukt, creëer je feitelijk een ruimtelijke uitsortering via werk. Wil je een diverse en inclusieve stad behouden, dan zul je daar plek voor moeten maken. Een productieve stad moet ruimte bieden aan zowel kinderen als vrachtwagens.’
Er wordt wel gewerkt aan het maken van gemengde woon-werkgebieden in de stad maar, zo stelt Van Berkel, er wordt daarbij vooral ingezet op kleinschaligheid. ‘Voor Haven-Stad wordt gesproken over bedrijfsruimten van 30m2. Dat zijn ruimten voor mensen met een MacBook. Het zijn juist de ruimte-extensieve bedrijven waarvoor steeds minder plek is. Dat is een eenzijdige blik op werken in de stad. Het is belangrijk om het bedenken en het maken te combineren.’
Beverwijk zit ook niet te wachten op de resten van Amsterdam
Vroeger waren stad en productie met elkaar verbonden. Uit het oogpunt van veiligheid, gezondheid en overlast zijn wonen en productie logischerwijs steeds meer van elkaar gescheiden. ‘Maar de stad groeit’, zegt Coumou. ‘Als je blijft schuiven met dit soort functies, dan leg je een claim op het landschap – of je legt het probleem neer bij een buurgemeente. Beverwijk zit ook niet te wachten op de resten van Amsterdam.’
Ruimte voor de productieve stad is volgens Van Berkel daarom ook een regionaal vraagstuk. ‘Op sommige plekken kun je gewoon geen ruimte-extensieve woningbouw of bedrijvigheid meer toestaan. Je zult als regio moeten zoeken naar plekken om te mengen en verdichten.’ Volgens Van Berkel betekent dat dat je niet alleen zult moeten kijken waar je woningbouw kunt toevoegen aan werkgebieden, maar ook of je werk kunt toevoegen aan bestaande woongebieden. ‘Het is tijd om productie weer deel van de stad te laten zijn, maar dan schoon en efficiënt. Op zo’n manier dat het meerwaarde oplevert, want we moeten niet mengen om het mengen.’
Een eerste stap is volgens Van Berkel om bedrijven vroeg te betrekken bij (her)ontwikkelingsplannen. ‘Ga het gesprek aan over welke functies wel en niet kunnen mengen en waar dat kan in de stad. Dat gebeurt nu nog onvoldoende. Het vroeg betrekken van bedrijven kan ook innovatie opleveren: ze kunnen zoeken naar (verticale) productieprocessen die passen in de nieuwe stad. Krijg als ontwerper ook zicht op hoe het productieproces verloopt.’
Volgens Coumou gaat het daarbij ook om bedrijven die overlast veroorzaken. ‘Kijk bijvoorbeeld naar de Brusselse kanaalzone. Daar wordt actief geprobeerd om zowel het gebied te revitaliseren als de bestaande industrie in te passen in de nieuwe stad. Dat is ook een ontwerpopgave. Voor een betoncentrale in het gebied is een prijsvraag uitgeschreven om enerzijds de overlast van de centrale te beperken en anderzijds het complex te integreren in de stad. Het ontwerp voorziet daarnaast ook in nieuwe publieke ruimtes voor buurtbewoners.’
Het mengen van wonen en productie is niettemin een uitdaging. ‘Maar,’ zo zegt Van Berkel, ‘sommige functies horen nu eenmaal in de stad, daar moeten zowel overheid als ondernemers in investeren. Maak productie daarom ook weer zichtbaar in het straatbeeld, letterlijk. Door de buurt te betrekken kweek je begrip en misschien trots bij de buurtbewoners: hier worden dingen gemaakt. Maar maak ook echte verbindingen: wat kan een bedrijf, vanuit het idee van een circulaire economie, betekenen voor de buurt, de stad, de regio? ’
Een dichtgetimmerde stad is dodelijk voor een productieve stad
Het mengen van wonen en werken vraagt ook om een andere manier van stedenbouw. ‘Een productieve stad vraagt om ruimte en flexibiliteit. Bedrijven hebben opdrachten in wisselende groottes of ze groeien in de tijd. Dat vraagt om een bepaalde overmaat in een stedenbouwkundig ontwerp. Nu zijn alle vierkante meters vaak vastgetimmerd, maar een dichtgetimmerde stad is dodelijk voor een productieve stad.’ Als voorbeeld van een flexibel ontwerp noemt Van Berkel Kaap Noord in Buiksloterham. ‘Dat complex biedt ruimte voor toekomstige uitbreiding van bedrijven, maar is zo gebouwd dat het ook makkelijk is om te katten naar een andere functie.’ Het gaat dus om het slim benutten van ruimte en het combineren van functies. ‘Kijk bijvoorbeeld naar de Ikea in Utrecht, waar op het dak sportvelden zijn gerealiseerd.’
Sowieso geloven Van Berkel en Coumou in het kijken naar referenties. ‘Soms is het nodig om dingen te testen, maar ontwerpen is niet per definitie iets nieuws bedenken. Er zijn wereldwijd voorbeelden te over van slimme, schone (verticale) productieprocessen en manieren om deze in te passen in de stad. Denk dus niet te snel dat het niet kan. Het gebeurt al lang, benut die voorbeelden.’ Zo deed Coumou zelf in zijn afstudeerproject ‘Van bedrijventerrein naar werkstad’ onderzoek naar de meerwaarde en mogelijke mengvormen van productieve bedrijven in de stad.
Coumou en Van Berkel zien dat de energie om te mengen niet alleen bij de overheid zit, maar ook bij ondernemers en grondeigenaren. ‘Er is een nieuw ideaal van de stad aan het ontstaan, voorbij decennia aan functiescheiding. We zitten alleen nog wel in dat denken. Het is nu zoeken hoe we het gaan doen.’
Afbeelding boven: Toekomstbeeld IJmuiden, MUST
Kris Oosting Hoofdredacteur NL
Kris is hoofdredacteur van NL Magazine.