Gevangen in de digitale laag

04 juli 2018  /  Gerald Hopster

Wie smart city wil zijn, moet strategische keuzes maken

Data en kunstmatige intelligentie kunnen steden helpen om slimme oplossingen te vinden voor grote opgaven als mobiliteit, energie of de woningmarkt. Van Amsterdam tot Assen, steeds meer steden profileren zich als smart city. De slimme ambities van steden – en van de bedrijven die daarvoor de technologie leveren – worden steeds groter, zoals in Toronto’s Eastern Waterfront.

In het najaar van 2017 kondigt de Canadese premier Trudeau de herontwikkeling aan van het haventerrein in de stad. Partner in de ontwikkeling is Sidewalk Labs, een zusterbedrijf van Google. Trudeau roemt deze partner die met innovatieve technologieën een slimme, schone en inclusieve woonplek zal creëren. Toronto kan met recht uitkijken naar een wijk van de toekomst.

Die toekomst steunt op data en kunstmatige intelligentie. Een digitale laag over het gebied verzamelt data over, bijvoorbeeld, mobiliteit, afvalverwerking en energiegebruik. Kunstmatige intelligente systemen optimaliseren de wijk, verleiden bewoners tot betere keuzes, en richten de samenleving in volgens inzichten uit de verzamelde data. Dat moet leiden tot een hyperefficiënte en aantrekkelijke stadswijk, waarin Sidewalk Labs de digitale en fysieke omgeving ontwikkelt en exploiteert. De kennis en data die Sidewalk Labs in Toronto opdoet, kan ze gebruiken om producten te optimaliseren en ook elders in de wereld te verkopen.

Techbedrijven hebben de ambitie om onmisbare ecosystemen te worden

Onmisbare ecosystemen

Het Eastern Waterfront wordt daarmee een proeftuin voor het ontwikkelen van een smart city op basis van technologieën uit het Google-concern. Ook andere techbedrijven als Microsoft, IBM en Cisco storten zich in toenemende mate op stadsontwikkeling. Dat is niet verbazingwekkend aangezien de digitale en fysieke wereld steeds minder van elkaar te onderscheiden zijn. Techbedrijven hebben de ambitie om onmisbare ecosystemen te worden, die zich ook in de fysieke wereld manifesteren. En waar kan dit beter dan in steden, waar een steeds groter deel van de wereldbevolking woont en alle technologieën en netwerken samenkomen.

Het enthousiasme waarmee Trudeau de samenwerking in Toronto aankondigde, spreekt boekdelen. Er heerst technologisch optimisme, ook in de Nederlandse steden. Onder het mom van smart city ontplooien allerlei steden, van Amsterdam tot Assen, initiatieven die data en technologie gebruiken om antwoorden te vinden voor opgaven als mobiliteit, energietransitie en de woningmarkt.

Over het gebied ligt een digitale laag. Beeld: Sidewalk Labs

Strategische keuzes

Deze opgaven zijn complex en overstijgen veelal de gemeentegrenzen. Steden beschikken (in potentie) over grote hoeveelheden interessante data, maar missen vaak de kennis en capaciteit om deze om te zetten in slimme, lokale oplossingen. Daarom zijn de grote techbedrijven aantrekkelijke partners: zij beschikken wel over de kennis, capaciteit, netwerken en middelen om die opgaven aan te pakken. De oplossingen die zij bieden zijn voor steden interessant, maar wat zijn ze waard als we daarmee de controle over onze fysieke omgeving in handen geven van een techgigant?

De ambitie om een smart city te worden, vraagt om strategische keuzes, waarbij het belang van de inwoners voorop moet staan. Allereerst behoort niet de oplossing – smart worden – centraal te staan, maar de opgave, zoals Zwolle in zijn binnenstad doet. Dit zorgt dat keuzes voor bijvoorbeeld het plaatsen van sensoren in onze leefomgeving beter te verantwoorden zijn. Hier stopt de uitdaging voor toekomstige slimme steden niet. Om de regie in handen te houden, moeten steden ook stil staan bij het eigendom van de verzamelde data en het bewaken van de democratische controle daarop.

Nederlandse steden moeten zelf de handschoen oppakken om een slimme stad op maat te maken

Regie blijven voeren

In plaats van te leunen op grote techbedrijven, zoals in Toronto, kunnen Nederlandse steden beter zelf de handschoen oppakken om een slimme stad op maat te maken. Een stad die luistert naar haar bewoners en weet waar de grenzen liggen. Een voorbeeld van een slimme stad die zelf de regie blijft voeren, is Barcelona. Deze stad investeert al jaren in het ontwikkelen van een eigen systeem dat smart city-initiatieven en diensten moet faciliteren, CityOS. Een gemêleerde groep van (tech)bedrijven, startups en andere lokale spelers is verantwoordelijk voor de ontwikkeling hiervan. Barcelona reserveert tevens een belangrijke rol voor burgers, door hen zeggenschap te geven over het gebruik van data en slimme projecten in de stad.

Slimme systemen kunnen ons helpen om vraagstukken aan te pakken, maar ze dwingen ons ook om zelf slim te zijn, scherpe keuzes te maken en een goede controle te houden. We moeten oppassen dat de dominantie van grote techbedrijven niet in alle lagen van de samenleving sluipt en we de regie over onze steden uit handen geven. Want wanneer slimme systemen ons dagelijks leven niet alleen gaan voorspellen maar ook gaan dicteren, raken we gevangen in de digitale laag.

Beeld boven: Toronto Eastern Waterfront. Fotografie: Sidewalk Labs.


Gerald Hopster

Over de auteur

Gerald Hopster is criminoloog en promovendus aan de Erasmus School of Law. Hij doet onderzoek naar de effecten van kunstmatig intelligente systemen op de samenleving.



Ook interessant:

Ruimte voor de toekomst van werk

Freek Liebrand

Het publiek domein als grote gelijkmaker

Anne Seghers en Sjors de Vries

Een ruimte van verschil

Hans Teerds