De verborgen verhalen van Rotterdam

14 mei 2018  /  Teun van den Ende

Hoe verhalen ruimte geven aan de superdiverse stad

Het mooie en tegelijk lastige aan cultuurhistorie is dat het iedereen vrij staat om zijn eigen betekenis te ontdekken en kenbaar te maken. Er zijn per definitie meerdere smaken mogelijk. In Rotterdam krijgt die meerstemmigheid gestalte door het ontsluiten van de ‘geheime’ verhalen van de stad – juist nu de woningnood van de stad een hogedrukpan maakt.

In Rotterdam wordt aandacht voor cultuurhistorie traditioneel overstemd door de roep om nieuwbouw. Om daar verandering in te brengen stelde de gemeente eind 2016 een vierjarige Erfgoedagenda vast en reserveerde geld voor cultuurhistorische verkenningen van buurten. Hoewel het historisch besef gestaag toeneemt, ontbreekt nog vaak de sensitiviteit om het DNA van een gebied te vertalen in een passend plan. Dat heeft onder andere te maken met de wens om aan te sluiten bij de superdiverse Rotterdamse bevolking.

Experiment voor beleid

In Rotterdam gaat het experiment vaak vooraf aan beleid. ‘Behoud door ontwikkeling’ van karakteristieke panden blijkt al jaren een deel van de veranderende woningvraag met succes te accommoderen. Kluswoningen of zelfbouwwoningen in lege winkels of scholen trekken kapitaalkrachtige en ondernemende bewoners aan. Dit beleid sluit aan bij de door het Rotterdamse college gewenste verevening van inkomensverschillen in de ‘moeilijke’ wijken en levert een bijdrage aan de instandhouding van karakteristieke panden. Met deze vorm van matchmaking tussen woningzoekers en leegstaand gemeentelijk vastgoed trekt de gemeente internationaal aandacht.

Maar nu deze klushuizen meer en meer alleen voor de happy few toegankelijk blijken, zoekt Rotterdam naar manieren om transformaties van gebouwen of herinrichting van openbaar gebied zodanig op te zetten dat bewoners zich erin herkennen. Om recht te doen aan de diversiteit van de bevolking verlangt de gemeente daarom dat cultuurhistorici bij het maken van cultuurhistorische verkenningen energie en tijd uittrekken voor inbreng van wijkbewoners.

Steeds meer particulieren zijn op zoek naar verhalen en betekenissen die verstopt zitten in de stad

Ontsluiten van verhalen

Het ontsluiten van ‘geheime’ verhalen heeft hiervoor een enorme potentie. Steeds meer particulieren zijn op zoek naar verhalen en betekenissen die verstopt zitten in de stad. Vanuit uiteenlopende perspectieven eigenen burgers en ondernemers zich gebouwen en plekken toe en verbinden ze met maatschappelijke opgaven. Overheden en particuliere eigenaren van cultureel erfgoed stellen zich op hun beurt meer en meer open voor de ideeënrijkdom die de energieke samenleving te bieden heeft.

De recente verkoop van verschillende gevangenissen door het Rijksvastgoedbedrijf, die met de verkoop van Rotterdamse Noordsingelgevangenis is ingezet, illustreert dit. In de periode tussen leegstand en renovatie zijn verhalen over het gevangeniswezen herontdekt met de populaire (want tijdelijke) Prison Escape-beleving tot gevolg. In andere steden met lege gevangenissen is op deze ervaringen verder gebouwd in de vorm van pop-up hotels, hardloopwedstrijden, optredens en tentoonstellingen. Ondernemers herkennen dat de gevangenisverhalen zich uitstekend lenen voor een breed scala aan betekenissen en initiatieven.

Erfgoed kan daarbij ook weerbarstig blijken. Een betekenis die de één van waarde vindt, kan de ander verwerpelijk vinden, bijvoorbeeld op basis van culturele of religieuze overtuiging. Huidige generaties kijken hier anders tegenaan dan eerdere generaties, die zich plekken nog van vroeger herinneren. Maar om antwoorden te kunnen bieden op huidige behoeften is het in stand (of zichtbaar) houden van een oorspronkelijke gebruiksfunctie soms een sta-in-de-weg.

Buurtbewoners eten samen in verhalenhuis Belvédère. Fotografie: Joop Reijngoud

Verhalenhuis

Initiatieven die een maatschappelijke vraag beantwoorden door erfgoed in te zetten, maken vaak gebruik van verhalen. Het Verhalenhuis Belvedère haalt deze verhalen op bij Rotterdammers en ontsluit ze in eigen huis in de vorm van lezingen, tentoonstellingen en volkskeukens (waarin de keuken van een etnische groep centraal staat). Het hoekpand op Katendrecht uit 1894 kent een roerige geschiedenis als café, bioscoop, nachtclub, jazzclub, worstelarena en kunstenaarshuis – tot een periode van leegstand en verval intrad.

Het Verhalenhuis is opgeknapt en fungeert nu als een stabiel baken op Katendrecht, een gebied dat de afgelopen jaren snel aan populariteit heeft gewonnen als woon- en uitgaanswijk. De initiatiefnemers Linda Malherbe, Els Desmet en Joop Reijngoud hebben een laagdrempelige en uitnodigende houding en tonen grote interesse in verhalen van (oud-)Rotterdammers van diverse achtergronden. Hierdoor vinden ze aansluiting met de leefwereld van hun bezoekers. Herman Meijer, bestuursvoorzitter van het Verhalenhuis, schreef daarover op Platform VOER: `Vanaf het moment dat we het scheefstaande pand gebruiken voor kleine evenementen en opslag van spullen, komen mensen aanlopen met vragen over wat er gaat gebeuren. Die mensen vertellen wat ze ooit in dit pand hebben gedaan en wie ze nog kennen uit die tijd. Ze brengen foto’s en spullen mee over de historie van het gebouw. (…) Daarmee ontstaan aanleidingen en ideeën en groeien het programma en de inhoud van het huis.’

Door verscheidenheid te omarmen, bouwt het Verhalenhuis verder aan de superdiverse stad

Verscheidenheid omarmen

Het Verhalenhuis bestaat inmiddels uit een omvangrijke groep makers – ook wel vertelkunstenaars genoemd – die, bijgestaan door de initiatiefnemers, met hun verhalen de programmering verzorgen. Door inkomsten uit obligaties die particulieren kunnen aanschaffen, weet het Verhalenhuis op eigen kracht jaarlijks talloze evenementen te organiseren. De initiatiefnemers hebben niet vóór maar mét Rotterdammers een productiehuis opgebouwd voor verhalen die generaties en culturen overbruggen. En een markant pand, dat zelf veel verhalen herbergt, is na jaren leegstand succesvol omgevormd tot een betekenisvolle plek.

Door verscheidenheid te omarmen en open te staan voor een veelheid aan verhalen, bouwt het Verhalenhuis verder aan de superdiverse stad. De plek heeft niet alleen door de tijd heen verschillende functies gehad, het nodigt ook eenieder in het hier en nu uit een eigen betekenis te vormen. Waar gemeenteambtenaren en instellingen het pand vooral zullen kennen van bijeenkomsten – het pand is deels beschikbaar voor verhuur – zal een ander er de eerste ervaring in de keuken hebben opgedaan. Door het pand bewust open te stellen voor verschillende interpretaties en soorten gebruik, blijft het Verhalenhuis uitnodigen tot het ontsluiten en vertellen van nieuwe verhalen.

Foto boven: Rotterdam in de nevel. Fotografie: Gerhard van Roon, Kunst en Vliegwerk


Teun van den Ende Redacteur Platform VOER

Over de auteur

Teun van den Ende (1982) is werkzaam bij het College van Rijksadviseurs (CRA). Daar werkt hij o.a. aan de Visie Erfgoed en Ruimte (VER). Daarnaast zet hij zich in voor interdisciplinaire samenwerking, opinievorming en uitwisseling tussen erfgoed- en ruimtelijke disciplines. Meer informatie hierover vind je op www.platformvoer.nl



Ook interessant:

Een grootse traditie van maatwerk

Kris Oosting

Column: Tegenstellingen - de blinde vlek van het ruimtelijk beleid

Hans Peter Benschop

De ambitieuze wijk van morgen

Chris ten Dam, Gerjan Streng, Maarten Hajer, Peter Pelzer en Thijs van Spaandonk