De Nederlandse energievraag bestaat voor ruim de helft uit de warmtebehoefte van woningen, bedrijven, glastuinbouw en industrie. Deze warmte wordt momenteel vrijwel geheel geproduceerd door het verbranden van aardgas in fabrieken, elektriciteitscentrales, woningen, kantoren en kassen. Aan het verbranden van aardgas kleven belangrijke nadelen. Zo wordt Nederland steeds afhankelijker van import van aardgas. Met het huidige tempo waarop we aardgas in Groningen winnen is Nederland binnen enkele decennia door de natuurlijke voorraad heen. Daarnaast draagt de uitstoot van de verbrandingsgassen bij aan de klimaatverandering.
Het fors terugbrengen van het gebruik van aardgas is daarom een urgent onderdeel van de route naar een duurzame energievoorziening. Maar hoe? Terwijl de warmtebehoefte enorm is, is er in bepaalde regio’s zoals Zuid-Holland ook een grote hoeveelheid warmte over bij de petrochemische industrie, elektriciteitscentrales en afvalverwerkingscentrales. Een deel daarvan wordt momenteel benut met behulp van stedelijke warmtenetten. Er is echter discussie over het duurzame karakter van deze ‘kolenwarmte’. Jan Willem van de Groep schreef hier vorig jaar een blog over op RUIMTEVOLK. Ook de beschikbaarheid in de toekomst is onzeker.
Moeten we daarom afzien van de aanleg van warmtenetten? Integendeel. Er is namelijk een andere en nog veel duurzamere en kostenefficiënte warmtebron waarbij gebruikt gemaakt kan worden van dezelfde infrastructuur, namelijk aardwarmte (geothermie). Daarbij wordt warm water van 2 tot 4 kilometer diepte opgepompt. Op basis van de huidige kennis van de ondergrond en de boringen lijkt met geothermie in de warmtebehoefte van een groot deel van Nederland te kunnen worden voorzien.
Het warmtenet kan als betaalbare en structurele oplossing precies zijn wat Nederland nu nodig heeft om de energietransitie een impuls te geven. Nederland zou door versneld aan de slag te gaan ook een voortrekkersrol kunnen nemen in het gebruik van aardwarmte en smart thermal grids, waardoor mogelijk nieuwe economische kansen in binnen- en buitenland ontstaan.
Impressie van een Dutch Smart Thermal Grid (Beeld: Studio Marco Vermeulen)
Geothermie is daarnaast, afgezet tegen kleinschaligere voorzieningen zoals zonneboilers en warmtepompen, verreweg de meest kosteneffeciënte vorm van warmteopwekking (euro/PJ). Het heeft daarnaast een ander belangrijk voordeel: de zichtbare ruimtelijke impact is minimaal in tegenstelling tot bijvoorbeeld de rol van windmolens in de ruimtelijke ordening. Daarmee is er op dit aspect waarschijnlijk weinig maatschappelijke weerstand te verwachten, waardoor een grootschalige implementatie mogelijk is.
De komende jaren zullen er in Nederland in regio’s waar vraag en aanbod van restwarmte en geothermie dicht bij elkaar liggen ‘regional smart thermal grids’ ontstaan. Ook zullen warmtenetten worden aangelegd in de regio’s waar met goed geïsoleerde buisleidingen restwarmte en aardwarmte over grotere afstand aangevoerd kan worden. Langzaam maar zeker zal er een landelijk dekkend, robuust warmtenetwerk ontstaan waar een grote diversiteit aan partijen warmte kan aanbieden en afnemen: het ‘Dutch Smart Thermal Grid’.
Het is een realistisch droombeeld. Maar er moet nog wel het een en ander gebeuren voor het zover is. Belangrijk is bijvoorbeeld dat er een overzicht komt van kansen voor duurzame energie in Nederland. Er is behoefte aan een richtinggevend masterplan (een ‘Deltaplan’) voor de verduurzaming van de energievoorziening in Nederland als geheel.
Vragen om een nationaal warmtenet lijkt weinig actueel, terwijl het juist zo’n kans biedt om de energietransitie een impuls te geven. De verantwoordelijkheid voor een duurzame energievoorziening lijkt – net als de verantwoordelijkheid voor de ruimtelijke ordening – te worden gedecentraliseerd van rijksoverheid naar de provincies en van provincie naar gemeentes. Daardoor zijn kennis en expertise met betrekking tot energie en ruimte momenteel erg gefragmenteerd en bij lagere overheden is vaak onvoldoende kennis aanwezig om de juiste afweging te kunnen maken. Deze kennis dient te worden geconcentreerd, zodat deze beter kan worden benut door overheden en ondernemers. Het uitrollen van een efficiënt warmtenetwerk dat optimaal gebruik maakt van de energetische potentie vereist goede coördinatie en een regisserende overheid.
—
Foto boven: de aanleg van een warmtenet in Nijmegen (Foto: Nuon/CC BY NC 2.0)
Marco Vermeulen stedenbouwkundige en directeur StudioMarcoVermeulen