Met filosofen de zomer in

25 juli 2016  /  Peter Pelzer

Dit artikel komt uit het RUIMTEVOLK archief (2007-2017)

De beentjes omhoog in de achtertuin, met de ‘caravaan’ op de Route du Soleil op of met een rugtas een onherbergzaam gebergte in. Vakantie vieren kun je op vele manieren doen. Gemene deler bij allen is dat de waan van de dag even weg is. En dan is er ruimte voor reflectie: waar zijn we nu eigenlijk mee bezig als ruimtelijke professionals? Tijdens het diner pensant naar aanleiding van de publicatie Filosofen Agenderen de Stad op 5 juli reflecteerden zo’n zeventig professionals op de ontwikkelingen en opgaven in de Nederlandse steden aan de hand van de thema’s van de filosofische blogs van de bundel ‘Filosofen agenderen de stad‘. 

Dit wordt een onmogelijk verslag. Acht filosofen die twee keer een uur in gesprek gaan met gasten hongerig naar kennis. Daar valt in een blog als dit onmogelijk een adequate weergave van te geven. En dat moet je eigenlijk ook niet willen. Leert de filosofie ons immers niet dat objectiviteit niet bestaat, maar we altijd op zoek moeten naar begrippen om de werkelijkheid beter te begrijpen?

Dit is precies wat het boek Filosoferen Agenderen de Stad het en het bijbehorende Diner Pensant deden. In haar openingsrede formuleerde Stine Jensen het als volgt: “Het allerliefst lanceert de filosoof een fonkelnieuwe term waarmee hij die dynamische stad kan begrijpen, en die term wordt ook de bril waarlangs wij de stad met andere ogen kunnen bekijken. Dat vind ik een van de mooiste opbrengsten van de bundel Filosofen Agenderen de Stad: de nieuwe metaforen en de vocabulaire aanwinsten waarmee we een stad kunnen begrijpen.”

Zo’n verbeterd inzicht begint met de vraag wat een stad nu eigenlijk is. In zijn beroemde essay. Urbanism as a Way of Life definieerde de socioloog Louis Wirth de stad als: “een relatief grote, dichte en permanente nederzetting van sociaal heterogene individuen”.  Rode draad en tegelijkertijd aanleiding tot reflectie en nuancering tijdens de gesprekken was het laatste deel van de definitie: heterogeniteit.

Diversiteit en interactie

Stedelijke diversiteit of heterogeniteit kent vele verschijningsvormen, zoals  variatie in etniciteit, sociale klasse en normen. Waar verschillende groepen elkaar vroeger in de stad tegenkwamen is er nu sprake van ‘skyboxificatie’, blijkt uit het gesprek bij filosofe Daan Roovers aan tafel. Waar iedere sociale klasse voorheen  in hetzelfde vak stond, hebben ze nu een eigen vak, toilet en catering. De publieke ruimte heeft afgedaan als locus van de ontmoeting met het onbekende.

Een van de verklaringen voor de veranderende rol van de publieke ruimte is de opkomst van digitale platforms, zo komt naar voren in het gesprek met filosoof Martijn de Waal.  Hij noemt een voorbeeld uit de Amsterdamse gayscene. Veel cafés die bekend stonden als ontmoetingsplek voor homo’s gaan failliet door apps als Tinder en GrindR; apps die behoeftigen aan liefde en/of seks direct met elkaar in contact brengen. Die eerste ontmoeting vindt dan plaats onder het genot van een latte machiatto in de Starbucks in plaats van beneveld op een dampende dansvloer.

28124173896_058f890e39_z 28124173206_e4bd4614e4_z 28124172686_908a52a29f_z 28124171896_e26e7d47c9_z

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Diner Pensant Filosofen agenderen de stad, 5 juli 2016 Apeldoorn (Foto’s: Pim Geerts)

Voor stedelingen (of beter: consumenten) openen digitale platformen een wereld van mogelijkheden. Zoals iemand bij Martijn de Waal aan tafel aangaf: “Ik kan nu muziek beluisteren waar ik anders nooit van gehoord had”. De keerzijde van deze soepele matching tussen vraag en aanbod is de filter bubble; je komt alleen nog in contact met zaken of mensen die toch al bij je profiel passen. Facebook selecteert bijvoorbeeld precies wat voor jou interessante vrienden zouden kunnen zijn of welk nieuws je echt tot je moet nemen.

Het versterkt mogelijk de angst voor de ontmoeting met het vreemde. ‘Mixofobie’ in de woorden van filosofe Naomi Jacobs. Bij haar aan tafel ging het erover hoe een stad een balans kan vinden tussen mixofobie en mixofilie (liefde voor het vreemde). Want: ‘’Bij een teveel aan mixofobie dreigt een neerwaartse angstspiraal van terugtrekking in eigen kring, ons soort mensen”.  Een stad moet een goede balans vinden tussen mixofilie en mixofobie, anders “dreigt de stedelijke samenleving uit elkaar te vallen”.

Zo’n balans vinden is een majeure opgave, merkt ook de filosofe Lieke Knijnenburg op. Ze is kritisch op het begrip ‘tolerantie’, dat in deze context vaak gebezigd wordt.  Tolerantie ontmoedigt de werkelijke dialoog tussen mensen. Het is in dat geval beter om stelling te nemen dan om verschillen te laten, je mag zeggen waar je last van hebt. Zie dit soort conflicten juist als een kans, zoals de antropologe Nanke Verloo in haar recente proefschrift betoogde. De overheid kan de energie van conflicten bovendien goed gebruiken.

De overheid

En dan komen we toch weer bij de rol van de overheid. Een thema dat de laatste maanden opvallend vaak terugkomt in de activiteiten van en blogs op RUIMTEVOLK. Ook de filosofen ontkomen er niet aan. Filosoof Gerard de Vries zet vraagtekens bij de recente hype rond burgerparticipatie. Volgens hem wordt de rol van de politicus miskend. Een politicus is niet alleen een doorgeefluik van het volk wil, maar een vakman die moeizame, gezamenlijke besluiten voor elkaar krijgt. Dat vergt compromissen. De totstandkoming van die compromissen hoeft niet transparant te zijn, de verdediging daarvan wel. Een helder argument en wederom een roep om regie eigenlijk.

Jan Hendrik Bakker formuleert het wat minder pragmatisch. “De rol van de overheid kan zijn om hechting beter mogelijk te maken. Op een bescheiden, niet bemoeizuchtige manier initiatieven op verschillende schaalniveaus de ruimte geven. Door het toeval te omarmen”. De precieze invulling is aan de ruimtelijke professional. Wat hij of zij in ieder geval niet moet doen is zich bezondigen aan ‘lineair eeuwigheidsdenken’, wat volgens filosoof Govert Derix veel voorkomt onder ruimtelijke professional. Natuur in de stad kan hier een belangrijke rol in spelen, want: “Groen of natuur betekent ont-moeten (niet meer moeten) en zet daarmee in zekere zin de tijd stil”.

Een les die ook ruimtelijke professionals in hun oren zouden moeten knopen. Werkdagen zijn lang, todo-lijsten oneindig, maar juist de reflectie op de grote thema’s van deze tijd is cruciaal, zo leert ook deze avond weer. Hoe houden we steden sociaal inclusief, op een manier waarop verschillende sociale groepen elkaar niet alleen tolereren, maar er ook betekenisvolle uitwisseling ontstaat? Wie is de overheid eigenlijk precies en wat voor rol heeft zij te spelen? Even pas op de plaats maken en praten, luisteren of nadenken is hierbij cruciaal.

Zomerstop

RUIMTEVOLK houdt daarom tot eind augustus een zomerstop. Na de zomer dragen we weer met volle sterkte en met frisse blik bij aan het ruimtelijk debat en de zoektocht naar de antwoorden op de ruimtelijke vraagstukken van deze tijd. Dat doen we onder andere met een Expeditie Energie en Ruimte, een RUIMTEVOLK College met het thema ‘Van bezit naar toegang’, een publicatie van ons kennisprogramma over dorpen en natuurlijk inspirerende blogs en bijeenkomsten.

Filosofen agenderen de stad

 

Lees Filosofen agenderen de stad op ISSUU

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Peter Pelzer Onderzoeker Universiteit Utrecht

Over de auteur

Peter werkt als onderzoeker en docent aan de Urban Futures Studio van de Universiteit Utrecht.



Ook interessant:

Springplank voor een betere stad

Anne Seghers

Verdichting vraagt om verrijkende participatie

Karin de Nijs, Marie Morel, Sandra Bos en Stan Majoor

Het platteland verandert sneller dan de stad

Anne Seghers