Het landschap in 2070

05 juli 2016  /  Daphne Koenders

Dit artikel komt uit het RUIMTEVOLK archief (2007-2017)

Een regio waarin zilte landbouw de hoofdrol speelt. Een Duinmetropool op een hoogvlakte omzoomd door duinen. Bewoners die vanuit kleinschalige samenwerkingen het grootse landschap veranderen. Of het idee van Zeven Nieuwe Nederlanden, met elk een eigen landschap, karakter én bestuur. Vraag tien kennisinstellingen en ontwerpbureaus hoe het Nederlandse landschap er in 2070 uitziet en je krijgt in elk geval geen eenduidig antwoord. Of toch wel? In de plannen die de teams op uitnodiging van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) indienden, zijn naast verschillende zienswijzen, ook drie telkens terugkerende opgaven te bespeuren. 

Ten grondslag aan deze Challenge Landschap 2070 lag de vraag om een visie te geven op de ontwikkelingen en onzekerheden die bepalend zullen zijn voor de vorming van het landschap in 2070. Elk team koos een gebied waar in de komende jaren veel dynamiek te verwachten is en analyseerde hoe het landschap zich onder invloed hiervan zou ontwikkelen.

wateryouthinking

Kunstproject van Mwah en Mothership tijdens de Tour de France 2015. (Foto: Mwah)

(On)zekerheden

Hoewel er werd gevraagd te ontwerpen met het oog op de onzekerheden in de huidige en toekomstige ontwikkelingen, zijn er in de plannen ook zekerheden te bespeuren: de zeespiegel stijgt, de bodem daalt en er is sprake van verzilting van de bodem. Hier moeten we mee leren omgaan in het Nederland van de toekomst. Hoe? Een drietal onomkeerbare opgaven komt meerdere malen terug in de verschillende plannen: de energietransitie, lokale en circulaire ontwikkeling en een nieuwe rol voor het platteland.

1. Energietransitie

Een schonere energievoorziening heeft onvermijdelijk een enorme impact op het landschap. Windmolens, zonnepanelen en biovergisters nemen een meer prominente plek in het landschap in dan de huidige, netjes onder de grond weggewerkte, fossiele brandstofvoorziening. Een exemplarisch voorbeeld uit een van de inzendingen: voor de energiebehoefte van twee grote fabrieken in Terneuzen zijn ongeveer 6.000 windmolens nodig. Nu staan er in heel Nederland ongeveer 2.000. Waar de ene inzending pleit voor grootschalige windparken op zee, met zeeboerderijen eronder voor een optimale circulatie van grondstoffen, pleit de ander juist voor methoden van energiewinning die passen bij de traditionele manieren van ontginning en landbouw en cultuurhistorie van het gebied.

Hierin voorziet het plan van de WUR bijvoorbeeld. In het Noorden van Drenthe, in de Veenkoloniën en de Esdorpen, is veel weerstand tegen windmolens. Is er niet een manier van energiewinning die beter aansluit bij de historie van het landschap? De Veenkoloniën zijn immers ontstaan door het afgraven van turf. De Esdorpen ontstonden doordat men met mest, zand en hooi delen van het gebied ophoogde. Mest en hooi zouden zich kunnen lenen voor vergisting, in combinatie met zonnepanelen een goede optie voor het gebied.

2. Lokale en circulaire ontwikkeling

Een ander thema dat terugkomt in verschillende plannen is het landschap inrichten op lokale en indien mogelijk zelfs circulaire productie. De inzending van Fabric spiegelt het landschap van 2070 voor als een circulair systeem, waarvan we het metabolisme begrijpen en afval en grondstoffen gericht kunnen gebruiken en hergebruiken.

Het team van de Rijksuniversiteit Groningen en de Academie van Bouwkunst Groningen meent dat de inwoners van Noord-Groningen, die niet zitten te wachten op bemoeienis vanuit Den Haag, zorg gaan dragen voor de verandering van het landschap. De verzilting zal ertoe leiden dat er een transitie in landbouw plaatsvindt van akkerbouw naar veeteelt en het telen van zoute gewassen. En omdat er steeds meer lokaal zal worden geproduceerd, is in 2070 een einde gekomen aan het heen- en weer slepen van goederen met behulp van fossiele brandstoffen.

Delta3000

Een hoger gelegen Duinmetropool is onderdeel van het landschap van de toekomst volgens het plan Delta 3000 van ZUS. (Afbeelding: ZUS)

3. Grote rol voor de regio

In veel van de vergezichten speelt de regio een belangrijke rol. Biedt de regio eigenlijk niet meer kansen voor voor wonen, werken en recreëren in 2070 dan de Randstad, met haar ligging onder de zeespiegel? De inzending van karres+brands voorspelt dat op den duur het merendeel van de bevolking langzaam verhuist van de Randstad naar bijvoorbeeld de Veluwe en ziet ook het verdichten van het Brabants mozaïek als mogelijkheid. ZUS ziet met het plan Delta 3000 kansen om in de Randstad een hoger gelegen Duinmetropool te ontwikkelen, terwijl de rest van het landschap meer wordt teruggegeven aan de natuur en het water. Ook spelen de regio’s volgens de verschillende studies een belangrijke rol in de energielandschappen van de toekomst.

De toekomst is aan de ontwerpers

Het Nederlandse landschap in 2070. Hoe het er precies uit zal zien, weten we niet. Duidelijk is wel dat we moeten anticiperen op ontwikkelingen als gevolg van klimaatverandering. Een van de grootste veranderingen die we volgens de ontwerpers door moeten maken, is dat we vaker mee zullen moeten bewegen met het landschap, in plaats van te vertrouwen op de diep gewortelde traditie van het landschap naar onze hand te zetten.

Met Challenge Landschap 2070 pakken ontwerpers hun rol en prikkelen ze de samenleving met wenkende vergezichten. Dat is hun bijdrage om de grote opgaven als de energietransitie en circulaire economie zichtbaar, overzichtelijk en voorstelbaar te maken. Het biedt steden en regio’s aanknopingspunten en handelingsperspectieven.

Foto boven: De huidige ontwikkelingen veranderen ook de landbouw en onze omgang met het landschap in de toekomst. (Afbeelding: Academie van Bouwkunst Groningen)

Circulaire stadDorpenacademieEnergietransitieRegio's

Daphne Koenders Stadsgeograaf en journalist

Over de auteur



Ook interessant:

Een ruimte van verschil

Hans Teerds

Gevangen in de digitale laag

Gerald Hopster

Nieuw perspectief voor Parkstad

Anne Seghers en Kris Oosting