“Welgemeend eigenbelang stond aan de basis van de ontwikkeling van Abattoir, maar daarbij herinner ik mij altijd wat mijn schoonvader mij ooit heeft verteld: ‘hou rekening met je omgeving, je bevindt je hier op tien hectare midden in de stad, niet op een eiland’ ”. Joris Tiebout kan het mooi vertellen. Hij is directeur van Abattoir en was in de jaren tachtig een van de mensen die dit slachthuis en voormalige veemarkt in de Brusselse Kanaalzone nieuw leven inblies. Zowel slachters (productie) als marktkooplui (consumptie) huren hier een ruimte en zijn dus direct aan elkaar gekoppeld. Met succes: ieder weekend bezoeken zo’n honderdduizend mensen de markt van Abattoir. De buurt heeft er een impuls door gekregen.
Het is een inspirerend en enigszins verrassend voorbeeld. Slachthuizen associeer je niet zo snel met een bruisende stad. Mede-Brusselaar Joachim Declerck stond erop dat we Tiebout uitnodigden voor de tweede editie van onze talkshow NEXT Steps op de IABR. Het thema deze keer: de Stad als Werkplaats. Het uitgangspunt: steden zijn niet alleen smeltkroezen van creativiteit en kennis, maar ook plaatsen waar productie plaats kan vinden, of misschien wel móét vinden. Declerck was betrokken bij het IABR-Atelier Brussel, een ontwerpend onderzoek naar de rol van productie in de stad.
“We moeten ingaan tegen het proces van stadsontwikkeling naar een diensteneconomie.’’
“De maakindustrie moet terug de stad in, om sociale tweedeling tegen te gaan”, legt Declerck het belang van productie in de stad uit. In bijvoorbeeld Brussel komen er vooral banen in de dienstensector bij, waar mensen met een hoge opleiding van profiteren. Wat voor werk is er voor laagopgeleide jongeren in een stad van vergaderen, inspireren en brainstormen? Een ambacht zoals slachten, kan een interessante oplossing bieden. Het gaat hierbij niet om een papiertje, maar om vakmanschap benadrukt Joris Tiebout.
Talkshow Next Steps ‘Stad als werkplaats’ (foto: Fred Ernst)
De productie terugbrengen naar de stad vereist een fundamentele omwenteling van de dominante logica van stadsontwikkeling. Een kantoortuin benut ruimte een stuk efficiënter dan een akker voor stadslandbouw. Bovendien wordt er veel meer betaalt voor functies in de diensteneconomie, denk aan kantoorpanden. Als je de diensteneconomie de vrije loop laat ontstaat er een sneeuwbaleffect waarbij alle industrie uiteindelijk uit de stad verdwijnt. Een call to arms is op zijn plaats, aldus Declerck: “We moeten ingaan tegen het proces van stadsontwikkeling naar een diensteneconomie.’’
De Brainport Regio Eindhoven had al begin jaren negentig in de gaten dat er iets moest gebeuren om productie in het gebied vast te houden. In reactie op de massaontslagen bij DAF, Philips en hun toeleveranciers besloten de gemeenten in het gebied tot samenwerking. Het resulterende ‘innovatie-ecosysteem’ is gebaseerd op sterke samenwerking en de pijlers high-tech en design. “We zien onszelf als high-tech maakindustrie”, legt Brainportdirecteur Imke Carsouw uit. Het is een succesverhaal; de Brainportregio is innovatief en economisch florerend Internationale delegaties bezoeken de regio vrijwel dagelijks, maar toch ziet Carsouw een gebrek aan waardering voor dit type productie, er is “een heel sterk Randstaddenken in Nederland”.
Met deze Randstadbril was schoeneninnovator SLEM ongetwijfeld ook nooit op het netvlies gekomen. Dit onderzoeks en onderwijsinstituut opereert over de hele wereld, maar koos voor Waalwijk, omdat dit stadje een historie van schoenen heeft. Recentelijk is SLEM vooral bezig met 3D-printing. Hun forecaster Yassine Salihine legt uit: “We gaan van confectie naar customized. Je komt een schoenenwinkel binnen, bespreekt je wensen, en een half uurtje later loop je met nieuwe schoenen naar buiten.”
Steden gaan hierdoor veranderen, aldus Salihine: “je gaat echt met elkaar in gesprek over jouw wensen voor een product, daardoor ontstaat er sociale interactie. Dat is heel anders dan wanneer je een schoenendoos uit het schap trekt.” 3D printing als een van de dragers van nieuw publiek domein. Er zijn ook voordelen voor de eerdergenoemde sociale inclusiviteit. Salihine: “Door technologieën als 3D-printing worden productiemiddelen veel democratischer verdeeld . Iedereen kan producent van schoenen worden, dat biedt kansen voor ondernemerschap, ook voor mensen met een minder hoge opleiding”.
SLEM, Waalwijk (foto: Pim Geerts)
Een avond met bewezen voorbeelden zoals Abattoir, maar ook de contouren van nieuwe trends die de komende tijd verder uitgekristalliseerd zullen raken, zoals 3D-printing. Gemene deler is dat bij alle sprekers het dominante denken over de stedelijke diensteconomie uitgedaagd wordt. Een slachterij kan prima floreren in de stad. Hoogwaardige productie kan minstens zo innovatief zijn als de dienstensector. Lege winkelruimtes kunnen omgekat worden naar kleine fabriekjes met 3D printing. Misschien wel een The Rise of the Productive Class, om Richard Florida te parafraseren. Het vereist een andere manier van denken, met bijvoorbeeld een lagere grondprijs per vierkante meter en acceptatie van de rommel en viezigheid. Zoals de slotcolumnist en Vers Beton-schrijver Vincent Cardinaal het treffend verwoordt: “Maak ruimte voor die schitterende teringbende.”
—
Foto boven: De slachterij in Abattoir, Brussel (foto: Abattoir)
Met dank aan Gerard Verweij voor de verslaglegging tijdens de bijeenkomst.