Middelgrote steden zijn belangrijke schakels in het stedelijk netwerk. Goed functionerende middelgrote steden zijn van belang voor een goed functionerend stedelijk netwerk en daarmee voor de concurrentiepositie van regio’s. Veel middelgrote steden staan echter voor grote uitdagingen, die vragen om een nieuw handelingsperspectief. De ‘knoppen waaraan gedraaid kan worden’ zijn anders dan voor de crisis. In plaats van sturen met grote fysieke projecten of het uitgeven van bouwgrond, vraagt de nieuwe realiteit om sturingsarrangementen die inspelen op zelforganisatie, die vraaggestuurd zijn en waarbij de overheid een van de partijen is in lokale en regionale netwerken. Een handelingsperspectief waarmee de kracht van de middelgrote stad benut wordt. Met zes agendapunten kan de basis voor dit handelingsperspectief worden gelegd.
Middelgrote steden zijn steden die van oudsher een belangrijke regionale verzorgende functie hebben. Grofweg kan gezegd worden dat het gaat om steden met 50.000 tot 100.000 inwoners. Maar dat is geen wetmatigheid. Soms zijn het kleinere steden die ook een belangrijke regionale verzorgende functie hebben, denk bijvoorbeeld aan steden in dunbevolktere gebieden als Drachten of Vlissingen. En soms zijn het ook iets grotere steden zoals Deventer of Alkmaar. In de blog Wat gaat er gebeuren met de middelgrote stad? schreven we al over de uitdagingen waar veel middelgrote steden voor staan. En ook in het magazine Midsize NL, komen deze uitvoerig terug.
Middelgrote steden hebben te maken met onvermijdelijke ontwikkelingen, megatrends, waarvan op veel plekken de invloed al zichtbaar is. Denk voor dat laatste alleen al aan het faillissement van de V&D. Waar de binnenstad al niet goed functioneert, zal de impact groot zijn als deze winkel sluit. Wat de trends duidelijk maken is dat het denken over de middelgrote stad als stad met een compleet voorzieningenaanbod (definitief) verleden tijd is. Dat veranderingen in de economie, arbeidsmarkt en samenleving kansen en uitdagingen meebrengen en ervoor zorgen dat onze vraag naar en gebruik van ruimte verandert. Dat technologische innovatie een redelijk onvoorspelbare versneller is van deze veranderingen. En dat in een netwerksamenleving het inspelen op al deze veranderingen slimme samenwerkingen en een nieuwe manier van besturen vraagt. Juist in middelgrote steden doet bestuur ertoe. Goed bestuur kan het verschil maken, bijvoorbeeld om onvermijdelijke trends zo in te bedden dat ze voor de stad en regio positief uitwerken.
Openbaar vervoer bij Cityplaza Nieuwegein (foto: Pim Geerts)
Voor middelgrote steden is het in veel gevallen een dubbeltje op zijn kant. De ontwikkelingen die nu samenkomen, zorgen voor een dynamiek die een nieuw handelingsperspectief vraagt. Er zijn middelgrote steden met een kwetsbare uitgangspositie. De trends maken duidelijk dat vooral voor deze steden het werken aan economische en sociale veerkracht een uitdaging is. Ook voor middelgrote steden met een relatief sterke uitgangspositie is een nieuw handelingsperspectief van belang. Door strategische keuzes en slimme samenwerkingen kan een middelgrote stad haar goede uitgangspositie benutten en ook in de toekomst als sterke schakel een bijdrage leveren aan de kracht van het stedelijk netwerk.
Er liggen in de middelgrote steden kansen om aan deze uitdagingen te werken. In de middelgrote stad kan samenwerking tussen verschillende partijen juist door haar omvang makkelijker zijn. Initiatieven uit de samenleving, de markt en het maatschappelijk middenveld kunnen daarmee succesvolle bijdragen leveren aan de ontwikkeling van de stad en van de regio. In het magazine Misize NL staan veel voorbeelden die dat illustreren. De omvang van de middelgrote stad is wellicht juist haar kracht.
Om die kracht ten volle te benutten voor een veerkrachtige stad en regio is het belangrijk om over de eigen grenzen heen te stappen. Sommige kansen en uitdagingen kunnen prima binnen de eigen gemeentegrenzen opgepakt worden, maar voor veel andere is een bredere blik nodig en is samenwerking in de regio cruciaal en in veel gevallen ook pure noodzaak.
Bewoners houden samen de tuin bij in Roermond (foto: Pim Geerts)
Het handelingsperspectief voor het werken aan economische en sociale veerkracht in stad en regio zal voor elke middelgrote stad anders zijn. De lokale economie stimuleren door meer ruimte te realiseren voor bedrijvigheid, of het draagvlak voor voorzieningen vergroten door het aanleggen van een nieuwe woonwijk, zijn maatregelen van een handelingsperspectief dat zijn beste tijd heeft gehad. De huidige en toekomstige realiteit vraagt om slim maatwerk en strategische samenwerkingen. De volgende agendapunten helpen om daar een basis voor te leggen.
De toekomst van de middelgrote stad is meer dan ooit verbonden met de regio. Stad en regio verkeren in een wederzijdse afhankelijkheidsrelatie. Een dergelijk relatie vraagt niet om competitie maar coöperatie. De positie van de middelgrote stad in het (omringende) stedelijk netwerk is aan verandering onderhevig en afhankelijk van de dynamiek in de omgeving. Arbeidsmarkten functioneren regionaal. Dagelijkse verplaatsingen van bewoners voor werk, onderwijs, winkelen, recreatie en sociale contacten gaan meer dan ooit over gemeentegrenzen heen. Het denken over de complete stad zal vervangen moeten worden door het denken over de complete regio. Dit regionaal perspectief stelt de middelgrote stad voor de vraag: wat heb ik te bieden en wat bieden anderen mij? Hoe is mijn stad van toegevoegde waarde op de regionale schaal?
Om de hierboven gestelde vraag te kunnen beantwoorden, is het nodig om goed inzicht te hebben in je eigen DNA en dat van de regio. Wat is de lokale economische structuur en hoe functioneert het regionale ecosysteem van plekken en actoren? Hoe ontwikkelt de regionale arbeidsmarkt zich? Wat is de opbouw van en zijn de ontwikkelingen in de samenleving? Hoe functioneert de regionale woningmarkt, de markt van bedrijfsvastgoed? Wat zijn de ontwikkelingen op het gebied van het voorzieningenniveau? Hoe is het gesteld met bereikbaarheid? Wat zijn de functionele relaties tussen steden en dorpen in de regio? Hoe zien de dagelijkse patronen van verplaatsing eruit? Welke relevante netwerken en samenwerkingen zijn er? Dit soort vragen helpen in beeld te krijgen wat de positie van de middelgrote stad in het omringend stedelijk netwerk is en welke dynamiek daarin zit.
De informatie die het voorgaande agendapunt oplevert biedt de basis voor het aangaan van gesprekken met belangrijke actoren in de regio. Gesprekken die inzichten aanscherpen, nieuwe informatie opleveren en partijen betrekken bij de ontwikkeling van de stad en de regio. Wat zien gesprekspartners als belangrijke aandachtspunten? Waar zien zij kansen? Welke kernkwaliteiten heeft de middelgrote stad en hoe verhouden die zich tot de regio? En welke kwaliteiten bieden omliggende steden en dorpen voor de middelgrote stad? Partijen kunnen andere gemeenten zijn, maar juist ook mensen uit het maatschappelijk middenveld – als onderwijsorganisaties en woningcorporaties – het regionale bedrijfsleven en ondernemersnetwerken en actieve bewoners.
De gesprekken voeden het inzicht in het functioneren van de middelgrote stad in het omliggend stedelijk netwerk en de bijdrage die de stad kan leveren aan het economisch functioneren van de regio en vice versa. De positie van de stad in het netwerk is een gegeven, maar kan in de dynamiek van stedelijke ontwikkeling wel degelijk beïnvloed worden door positie te kiezen. De positie is geënt op het regionale economische ecosysteem, het aanwezige menselijk kapitaal en de lokale cultuur. Dat verander je niet zomaar. Je kan positie kiezen door kwaliteiten expliciet te maken en daar op voort te borduren. Een stedelijk netwerk waar ‘buren van elkaar kunnen lenen’ gaat uit van specialisatie. De vraag hoe de middelgrote stad waarde kan toevoegen, beantwoord je met regionale positionering met een sterk verhaal.
De maat van de middelgrote stad, met haar overzichtelijkheid en verfijnde lokale netwerken (zeg maar gerust ‘ons kent ons’) biedt kansen om vanuit (nieuwe) lokale en regionale samenwerkingen te werken aan een economische strategie en een veerkrachtige samenleving. De middelgrote stad kan als experimenteerterrein dienen voor nieuwe coalities tussen overheid en samenleving: sociaal ondernemerschap en nieuwe vormen van burgerbetrokkenheid. Nieuwe coalities tussen overheid, bedrijfsleven en onderwijs kunnen een impuls geven aan de gekozen positie. Coalities bouwen betekent ook openstaan voor de betrokkenheid en inbreng van samenwerkingspartners in het formuleren van het verhaal van de stad. Dat zorgt ervoor dat het verhaal recht doet aan de realiteit en legt het fundament voor samenwerking.
Het functioneren van een stedelijke regio wordt mede bepaald door het geheel van gedifferentieerde woonmilieus, het aanbod van voorzieningen, de aantrekkelijkheid van het woon- en leefklimaat en het regionale economische ecosysteem. De vraag is welke kwaliteiten de verschillende steden in de regio daar voor hebben in te brengen. Om die kwaliteiten te benutten is afstemming en samenwerking nodig. Het gaat om het samen met elkaar – groot, middelgroot en klein – organiseren van de noodzakelijke netwerkkracht. Niet langer past daarbij het verticale denken tussen overheidslagen, tussen grote en middelgrote steden, tussen steden en dorpen. Alle partijen hebben een eigen rol en verantwoordelijkheid, ieder vanuit zijn eigen kracht en kunnen. Een besef van elkaars afhankelijkheid (reciprociteit) is hierbij essentieel.
Bedrijventerrein Overstad, Alkmaar (foto: Pim Geerts)
De agenda voor de toekomst van de middelgrote stad is het begin van een nieuw handelingsperspectief. Het illustreert dat het besturen van een middelgrote stad een uitdagende opdracht is. De ‘knoppen waaraan gedraaid kan worden’ zijn anders dan voor de crisis. In plaats van sturen met grote fysieke projecten of het uitgeven van bouwgrond, vraagt de nieuwe realiteit om sturingsarrangementen die inspelen op zelforganisatie, die vraaggestuurd zijn en waarbij de overheid een van de partijen is in lokale en regionale netwerken.
Waar in sommige grote steden de krachten uit de markt en samenleving zich weinig aantrekken van de agenda van bestuurders, ligt dit in de middelgrote stad zeker anders. Meer dan ooit vergt besturen vakmanschap. De wijze waarop een middelgrote stad bestuurd wordt, kan het verschil maken. Niet alleen voor de eigen stad, maar ook voor de regio als geheel.
—
Deze blog is een bewerking van de ‘Agenda voor de toekomst’ uit het magazine Midsize NL. Dit magazine is op 11 februari 2016 gepresenteerd en bevat een geïllustreerd overzicht van trends die op de middelgrote steden afkomen, facts & figures, interviews met burgemeesters, wethouders, hoogleraren en ondernemers, prikkelende scenario’s voor de toekomst van de middelgrote stad, artikelen en een agenda voor de toekomst. Het magazine is online beschikbaar.
Het magazine is onderdeel van het kennisprogramma Midsize NL dat middelgrote steden ondersteunt bij het werken aan een concreet handelingsperspectief voor de toekomst. Het programma wordt uitgevoerd door RUIMTEVOLK en Platform31, in samenwerking met het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, G32 en Platform Middelgrote Gemeenten. Dit programma is een vervolg op de verkenning van de toekomst van middelgrote steden in Brabant (uitgevoerd door BrabantKennis en RUIMTEVOLK).
Vanuit het programma Midsize NL zal komende tijd ondersteuning worden geboden bij het oppakken van de ‘Agenda voor de toekomst’ uit het magazine. Mogelijkheden binnen dit programma zijn onder andere het opstellen van regionale quickscans en het organiseren van regionale gesprekstafels, lokale presentaties en intervisiebijeenkomsten en masterclasses op specifieke onderwerpen. Deze zullen worden verzorgd door RUIMTEVOLK in samenwerking met Platform31 en onderzoekers zoals die hebben meegewerkt aan het magazine.
Meer informatie:
Judith Lekkerkerker
[email protected]
—
Foto boven: Binnenstad Zoetermeer (foto: Pim Geerts)