De stad als bedrijf: de oogkleppen van de hedendaagse ruimtemakers

23 september 2015  /  Jannes van Loon

Dit artikel komt uit het RUIMTEVOLK archief (2007-2017)

Tijdens het eerste RUIMTEVOLK College werden, voor een bomvolle zaal, twee zeer uiteenlopende visies gepresenteerd over hoe steden om kunnen gaan met globalisering. Daar waar Ewald Engelen zeer kritisch was over hoe het ‘gefinancialiseerd kapitalisme’ steden parasiteert, hield Zef Hemel – in lijn met het beleid van zijn oud-werkgever Dienst Ruimtelijke Ordening Amsterdam – een warm pleidooi om mondiale stromen te omarmen. Het Marineterrein in Amsterdam is een ideale casus om deze tegenovergestelde visies te koppelen aan de dagelijkse praktijk van stedelijke planning en op basis daarvan te pleiten voor een meer kritische houding. 

Het Marineterrein is een zeer centraal gelegen gebied in bezit van de overheid. Deze heeft besloten om er de meest gefinancialiseerde sector, de ICT, te huisvesten in plaats van duizenden woningzoekenden. De casus laat zien dat criticasters als Engelen schaars zijn in het ruimtelijk debat, waardoor menig ruimtemaker zich te weinig realiseert aan welk project hij/zij daadwerkelijk meebouwt.

Organisch ontwikkelen

Het ‘niet-plannen’ door ‘organisch te ontwikkelen’ van één van de meest begeerde te ontwikkelen gebieden in Nederland illustreert dat ambtelijke planologen eigenlijk niet meer weten wiens belangen zij dienen. Eerder schreef ik hierover een ingezonden brief in het Parool. Kernboodschap van dat betoog is dat het ridicuul is dat de gemeente Amsterdam en de eigenaar van het dertig (!) hectare grote gebied in Amsterdam centrum – het Rijksvastgoedbedrijf – een convenant hebben gesloten om dit gebied de komende vijftien jaar (!) organisch te ontwikkelen en ieder geval geen woningbouw te plegen.

Dit organisch ontwikkelen bestaat volgens projectdirecteur Jansen onder andere uit het inspireren van jonge ondernemers, het neerzetten van picknicktafels en het weglokken van instituten uit andere delen van de stad. Ook voormalig eurocommissaris Nelie Kroes heeft van het Marineterrein haar hobbyproject mogen maken. Zij heeft de visie om, naast het Science Park in Oost, nog een ‘Amsterdamse’ Silicon Valley te creëren, desnoods door commerciële bedrijven aan te trekken met subsidies.

Station Amsterdam Zuid aan de Zuidas. Foto: RUIMTEVOLK.

Station Amsterdam Zuid aan de Zuidas. Foto: RUIMTEVOLK.

Tegenstrijdigheden

Dit is contrair de door minister Stef Blok helder geformuleerd missie van het Rijksvastgoedbedrijf, namelijk het marktconform verkopen van overtollig vastgoed op een financieel en maatschappelijk verantwoorde wijze. Het is ook contrair het doel van de gemeentecoalitie om de gigantische woningbehoefte in het centrum te verminderen. Daarnaast negeert het de investeringsbehoefte van Nederlandse pensioenfondsen die in de rij staan om te beleggen in nieuwe stedelijke huurwoningen. Het verbaast mij zeer dat er niet is gekozen om ‘gewoon’ een structuurvisie/programma van eisen te schrijven en het gebied stuk voor stuk te veilen aan professionele project- en gebiedsontwikkelaars.

Omdat het alternatief zo logisch lijkt, rijst de vraag: hoe kan het dat zelfs een bureaucratische, financieel geënte organisatie als het Rijksvastgoedbedrijf zich laat verblinden door planologische trends als ‘organisch ontwikkelen’? Het zou kunnen dat door de recente fusie van vier eerst los opererende overheidsdiensten de doelstellingen nog niet op elke afdeling scherp staan. Het zou ook kunnen dat het Rijksvastgoedbedrijf ‘organisch ontwikkelen’ gebruikt om het gebied rijp te maken voor een nog grootsere ontwikkeling. Echter, gezien de zeer centrale ligging en gigantische woningbehoefte is het lastig voor te stellen wat voor soort activiteiten een hogere grondwaarde gaan creëren. Überhaupt lijkt ‘organisch ontwikkelen’, of het ‘omarmen van gefinancialiseerd kapitalisme in de vorm van techbedrijven’, geen enkel publiek doel meer te dienen, dus waarom houden overheidsinstanties zich daar dan toch mee bezig?

‘Spaces of flows’

Gemeentebesturen door de hele wereld hebben zich getransformeerd van saaie, bureaucratische organisaties vooral geënt op spreiding van welvaart en het stimuleren van gelijkheid naar marketingbureaus die er alles aan doen om de ‘competitie’ voor internationale stromen van arbeid kapitaal en bedrijvigheid te winnen, om succesvolle ‘spaces of flows’ te bouwen. Met Glaeser in de hand zien zij de stad als bedrijf dat moet concurreren. Ruimtelijke professionals voeden dit discours gewillig zodat ze de stad – via ‘Starbucks Urbanism’ – naar hun eigen smaak kunnen (her)inrichten.

Dat een stedelijke economie eigenlijk een spekkoek is met twee hele dikke lagen lokale markteconomie en lokale alledaagse economie en slechts een flinterdun laagje internationale economie wil er bij hen niet in. “Humorloze boeken” over de akelige kanten van stedelijke ontwikkeling – waar je volgens Zef Hemel niet vrolijk van wordt – worden niet serieus genomen. Hierdoor zijn belangrijke ratio’s voor stedelijke planning, zoals rechtvaardigheid en het recht op betaalbaar wonen, uit het oog verloren.

TriumphoftheCity-and-Explusions

Triumph of the City (Edward Glaeser) en Expulsions (Saskia Sassen).

Oogkleppen

Deze nauwe focus op stedelijke competitie gaat gepaard met een vijandige houding tegen geïnformeerde buitenstaanders die andere ideeën hebben over wat goed is voor de stad. Zo werd ik zelf ooit tijdens een ‘inhouse dag’ van de Dienst ruimtelijke ordening van de gemeente Amsterdam vinnig de mond gesnoerd toen ik in mijn groepje durfde te pleiten voor een plan om de Olympische Spelen niet binnen te halen. De vijandige houding is begrijpelijk, immers, bijna alle grootschalige, zwaar gesubsidieerde projecten in de stad – zoals de Zuidas, de Noord-Zuidlijn, de Rode Loper, 1012, de restauratie van het Rijksmuseum – zijn vooral bedoeld om toeristen en internationale geldstromen aan te trekken, om Amsterdam internationaal op de kaart te zetten.

Zo worden honderden miljoenen die de gemeente verdient met de gronduitgifte op de Zuidas voor de bouw van een elite-district niet herverdeeld, maar, aangevuld met nog meer subsidies, ‘geherinvesteerd’ om het gebied nog aantrekkelijker te maken voor deze belastingontwijkende (internationale) elite. In plaats van dit proces kritisch te belichten proberen ruimtelijke professionals een graantje mee te pikken. Zo liet zelfs Rooilijn zich financieren door projectbureau Zuidas om een ‘thema’ (lees ‘reclame’) nummer op te zetten, inclusief ‘promotie-avond’.

De waas van internationale stedelijke competitie wordt versterkt door een oerdrift van veel wethouders, planologen en tegenwoordig zelfs ex-eurocommissarissen. Namelijk, het willen achterlaten van ‘hun’ stukje stad. In de tijd van het ‘gefinancialiseerd kapitalisme’ zijn dat geen betaalbare woningen meer maar internationaal geënte prestige projecten. Als resultaat van dit stedelijk beleid werden er – ondanks de hoge vastgoedprijzen, de enorme wachttijden voor sociale huurwoningen en de gigantische vraag naar middeldure huurwoningen – in Amsterdam de afgelopen vier jaar slechts gemiddeld netto zo’n vijfduizend nieuwe woningen aan de voorraad toegevoegd.

Een (zelf)kritischer ‘ruimtevolk’?

Via deze blog hoop ik een discussie op gang te brengen om daadwerkelijke problemen en uitdagingen voor stedelijk beleid hoger op de agenda van beleidsmakers te krijgen. Een meer kritische houding van ambtelijke en niet-ambtelijke ruimtemakers is daarbij essentieel. De opdrachtgever – wie het ook moge zijn – heeft niet altijd gelijk, en ‘het ruimtevolk’ heeft een maatschappelijke plicht om ruimtelijke problematiek op de agenda te zetten. Wanneer zal bijvoorbeeld de eerste kritische blog op RUIMTEVOLK gepubliceerd worden over de rol van ruimtelijke planning in het veroorzaken van de diepe economische crisis in Nederland?

Foto boven: Marineterrein Amsterdam (foto: Marineterrein Amsterdam)

AmsterdamGebiedsontwikkelingGlobaliseringRUIMTEVOLK CollegeVreemd Kapitaal

Jannes van Loon PhD Student / Stadswetenschapper

Over de auteur

Stadswetenschapper, cum laude afgestudeerd aan de research master 'Metropolitan Studies' aan de UvA op een onderzoek naar openbare ruimte in Amsterdam en New York. Jannes doet momenteel promotie-onderzoek naar de verwevenheid van overheid, finance en de vastgoedwereld.



Ook interessant:

De ontluikende kracht van middelgroot

Anne Seghers

Maak bedrijventerreinen klaar voor de (circulaire) toekomst

Cees-Jan Pen

Werklandschappen als speeltuin van de toekomst

Ana Luisa Moura