In een recent verschenen artikel op CityLab neemt Richard Florida ons mee in een studie van Berkeley en UCLA die een helder overzicht biedt van de relevante literatuur over de relatie tussen gentrification en verdringing. De studie geeft daarmee inzicht in de mate van verdringing, het soort mensen dat slachtoffer wordt van verdringing en hoe het met mensen gaat nadat zij een gentrificerende wijk hebben verlaten.
Opmerkelijk vindt Florida vooral de verschillende conclusies van de vooraanstaande gentrification onderzoeker Lance Freeman. Deze constateert onder andere dat er slechts een kans van 1,3 procent is dat een gezin in een gentrificerende wijk in New York City verdrongen wordt, dat gentrificerende wijken diverser zijn dan niet-gentrificerende wijken en dat achtergestelde gezinnen in gentrificerende wijken 15 procent minder kans hadden verdrongen te worden dan vergelijkbare gezinnen in niet-gentrificerende wijken. Ook andere onderzoeken onderschrijven dat, tegen verwachtingen in, gentrification de verdringing van huishoudens in sommige gevallen kan verminderen. Huishoudens worden dus niet direct verdrongen, maar buurten verkleuren wel, ze worden meer divers.
Toch ligt in veel buurten in steden waar het proces van gentrification zich in hoog tempo voltrekt de uiteindelijke verdringing van lagere inkomens wel op de loer. Zij voelen zich genoodzaakt te vertrekken uit buurten die ‘goed genoeg’ zijn om mensen en investeringen aan te trekken en die daardoor voor hen te duur worden. In de ‘mindere’ buurten concentreren armoede en achterstanden.
Florida besluit dat gentrification en verdringing symptomen zijn van schaarste aan kwalitatieve stedenbouw. Ze worden veroorzaakt door spiky reurbanization, die wordt gestuwd door publieke investeringen in bijvoorbeeld openbaar vervoer, scholen, parken en gebiedsontwikkeling. De grootste uitdaging is dan ook het creëren van inclusieve steden en wijken die aan de behoeften van alle stedelingen voldoen. Daar ligt een rol voor kwalitatieve stedenbouw.
Foto boven: “Delano United” (Door: Jarito/CC BY 2.0)