De grote stad trekt. Dat is ook duidelijk op te maken uit gegevens over waar de bevolkingsgroei zich de afgelopen jaren concentreerde. In gemeenten met minder dan 100.000 inwoners is de groei van de bevolking sinds 2009 in een duikvlucht beland. Wat zegt dit over de toekomst van ‘middelgrote’ steden met zo’n 50.000 tot 100.000 inwoners? Wie ook andere trends bestudeert, ziet dat middelgrote steden voor grote uitdagingen staan.
Naast de genoemde veranderingen in de verdeling van bevolkingsgroei over grotere en kleinere gemeenten, zijn in middelgrote steden ook andere belangrijke demografische veranderingen waar te nemen. Middelgrote steden hebben veelal te maken met (de gevolgen van) een relatief sterke vergrijzing. Jongeren trekken weg en komen na hun studie maar mondjesmaat terug, zeker als ze hoogopgeleid zijn. Een patroon dat ook naar voren komt in het recente onderzoek De veranderende geografie van Nederland van professor Tordoir e.a.. Daarin zijn onder andere verplaatsingspatronen van verschillende bevolkingsgroepen geanalyseerd. Waar hogeropgeleiden naar de grote steden trekken, wordt het opleidingsniveau van middelgrote steden steeds sterker gekenmerkt door middelbaar en lager opgeleiden. En dat is juist de groep die verdere automatisering van de economie het hardst zal voelen.
De verdeling van de jaarlijkse bevolkingsgroei opgedeeld naar grootteklasse van steden. Bron: CBS/Bewerking: Scherpontwerp
Volgens onderzoek van Deloitte naar de effecten van automatisering op de arbeidsmarkt zullen in 10 tot 20 jaar de banen van 2 tot 3 miljoen van de huidige 7,2 miljoen werkenden in Nederland verdwijnen. Dat is 28 tot 42 procent van alle banen. Dit treft vooral middelbaar opgeleiden en vooral mensen in de leeftijdscategorie van 35 tot 55 jaar. Het is overigens nog een conservatieve raming. Oxford University gaat uit van 47 procent baanverlies in de Verenigde Staten. Dus ofwel stijgt de werkloosheid de komende tijd ofwel zullen er nieuwe beroepen komen.
Veel onderzoekers zijn daarnaast van mening dat economische groei zich zal concentreren daar waar hogeropgeleiden zijn: in de grotere steden. Een patroon dat overigens nog niet echt overtuigend wordt gestaafd door de statistiek. Echter, de productiviteit gaat niet omhoog door als samenleving meer uren te werken (denk aan onze krimpende arbeidsmarkt). Dus aangezien het aannemelijk is dat economische groei in Nederland vooral uit innovatie zal moeten komen, zal de aanwezigheid en concentratie van hoogopgeleid arbeidspotentieel in grote mate bepalend zijn voor waar economische dynamiek zich manifesteert. Iets wat bevestigd wordt door De economie van de stad van het Centraal Planbureau en het Planbureau voor de Leefomgeving.
Met een bevolkingsgroei die zich concentreert in grote steden, veranderend consumentengedrag en schaalvergroting, komen ook de voorzieningen in middelgrote steden onder druk. Winkels hebben het door de opkomst van e-commerce en de beleveniseconomie moeilijk en hun beste overlevingskansen liggen in grotere steden. Zorg- en onderwijsvoorzieningen schalen op met fusies en concentreren zich daar waar de meeste patiënten en leerlingen zijn. Culturele instellingen, zoals musea en theaters, zijn steeds afhankelijker van bezoekersaantallen en hebben meer publiek in de grote stad. Deze concentratie van voorzieningen in grotere steden en een opschaling van het verzorgingsgebied van deze steden is de afgelopen jaren verder gefaciliteerd door de toegenomen mobiliteit van mensen.
Met deze ontwikkelingen kunnen stadsbesturen van middelgrote steden niet rustig doorkabbelen op de bekende weg. De middelgrote stad als stad met een compleet voorzieningenaanbod is verleden tijd. De hierboven geschetste trends zullen invloed hebben, op de ene middelgrote stad meer dan op de andere. Ze vragen om een zorgvuldige afweging van wat voor de eigen stad een kansrijk perspectief is.
Daarvoor zijn verschillende aanknopingspunten. Voor het toekomstbestendig maken van de eigen lokale economie kan gekeken worden naar het lokale ecosysteem van ondernemingen, instituten en onderwijs en dus lokale kennis en vaardigheden. In Oss is farmaciebedrijf MSD haar activiteiten aan het afbouwen. Tegelijkertijd wordt het oude bedrijfsterrein omgevormd tot campus voor innovatieve life sciences ondernemingen, die er gebruik kunnen maken van gedeelde onderzoeks- en productiefaciliteiten. Ook oud-werknemers van MSD starten bedrijven op dit Pivot Park. Over de kansen van het lokale ecosysteem van vaardigheden in een economie waar technologie een steeds belangrijker rol gaat spelen, schreef Haroon Sheikh voor BrabantKennis een prikkelend essay.
Daarnaast kan de inzet op een meer circulaire lokale economie kansen bieden. Door het terughalen van lokale productie naar de stad en het directe ommeland in plaats van goederen te importeren, ontstaan kansen voor lokale werkgelegenheid. Met lokale productieketens kunnen nieuwe banen worden gecreëerd. Denk aan voedselproductie, hergebruik van afvalstoffen (bijvoorbeeld uit water) als grondstoffen voor andere producten, lokale energieopwekking, etc. Het terughalen van productie naar de stad was ook een van de kansen die Jane Jacobs (bekend als activist tegen het modernisme, maar zij zag zichzelf vooral als econoom) zag voor het stimuleren van de economie van de stad.
Andere kansen zitten in het ondernemerschap dat zich in de samenleving manifesteert. Steeds meer mensen nemen initiatief om de leefbaarheid van de eigen buurt te verbeteren, met moestuinen, zelfbeheer van de openbare ruimte en ‘modern naoberschap’ waarbij mensen ook omkijken naar zwakkere mensen in hun buurt en voor hen ondersteuning of ontwikkelingskansen organiseren. Denk aan de Stadsdorpen, zorgcoöperaties en wijkondernemingen. Het inzetten op dergelijke vormen van sociale innovatie, met een gelijkwaardige samenwerking tussen overheid en samenleving, kan kansrijk zijn.
Deze aanknopingspunten komen op verschillende manieren terug in de toekomstscenario’s die wij, samen met BrabantKennis, voor de middelgrote steden in Brabant hebben geschetst. Voor middelgrote steden met een bevolking met ondernemerszin en gemeenschapsgevoel lijken er interessante mogelijkheden te zijn, mits de lokale overheid hier slim op inspeelt. Steden met sterke kwaliteiten zoals cultuurhistorie en groen kunnen een aantrekkelijke woonomgeving bieden, voor diverse doelgroepen. En voor steden waar deze elementen niet sterk aanwezig zijn, ligt er een uitdaging om op zoek te gaan naar manieren om deze (verder) op te bouwen.
Het begin van een nieuw perspectief zit niet in het opschrijven van een zoveelste gemeentelijke toekomstvisie, maar in het concreet aan de slag gaan met kansrijke stads- en regio-eigen aanknopingspunten, waarbij omliggende steden niet buiten beschouwing gelaten moeten worden. Kleine initiatieven kunnen uitgroeien tot iets groots. Een inspirerend voorbeeld daarvan is SLEM in Waalwijk. Voortbouwend op de lokale leer- en schoenenindustrie wordt in Waalwijk een internationaal schoeneninstituut gerealiseerd. Door de nieuwste technieken te combineren met ambachtelijke kennis ontstaan allerlei innovaties in schoendesign en –productie. Samenwerking in de regio is er met Eindhoven. Een betekenisvolle positie in de internationale wereld van schoenenmode ligt in het verschiet.
Niet aan de slag dus met een nieuw verhaal, maar met de zin die al in de samenleving zit.
—
Foto boven: “Roosendaal binnenstad markt” (Door: Pim Geerts)
—
De toekomstverkenning Midsize Brabant gaat over steden met tussen de 50.000 en 100.000 inwoners waar ongeveer een kwart van de Brabantse bevolking woont: Bergen op Zoom, Roosendaal, Waalwijk, Oosterhout, Oss, Veghel en Uden. Met open blik en gedreven door nieuwsgierigheid zijn we op zoek gegaan naar een nieuw ‘narratief’ dat aansluit bij de eigen ontwikkelingsgeschiedenis, de eigen kracht en identiteit van deze middelgrote steden in Brabant. De resultaten van deze zoektocht zijn gebundeld in het Magazine Midsize Brabant, 144 pagina’s boordevol foto’s, illustraties, infographics, 1 column, 5 interviews, 7 trendpanorama’s, 4 toekomstscenario’s en 6 punten voor een toekomstagenda.