Toen Amerika een man op de maan wilde zetten, waren allerlei sectoren nodig om dat te realiseren. Er werd niet zomaar geld in bepaalde sectoren gepompt. Innovatie in die verschillende sectoren kwam voort uit het vervullen van een missie. De staat moet daarom geen winnaars aanwijzen, maar een richting voor de economie, stelde Mariana Mazzucato tijdens haar lezing bij het Planbureau voor de Leefomgeving.
De WRR bevestigt dit als het gaat om het huidige topsectorenbeleid. Door het aanwijzen van kansrijke sectoren op basis van bewezen succes, is het economisch beleid niet gericht op vernieuwing, maar op het herhalen van in het verleden behaalde resultaten: “backing winners draagt het gevaar van de bevestiging van bestaande structuren, instituties en belangen, met uitsluiting van vaak kleinere en juist sterk innovatieve buitenstaanders en van innovaties die creatief destructief zijn.”
De vraag is ook waarom we zouden investeren in topsectoren in plaats van een visie. Volgens Mazzucato is de afgelopen jaren overeenstemming bereikt over het soort economie dat we willen, namelijk een die inclusief, innovatief, duurzaam en minder speculatief is. De belangrijkste vormgevers van de economie zullen volgens The Future of Manufacturing technologische ontwikkelingen zijn. Zij hebben echter wel een richting nodig om uitdrukking aan te geven. Technologie op zichzelf doet immers weinig.
Naast het bepalen van een richting, moet de staat ook handelen op die richting. Mazzucato laat zien dat er geen innovatie mogelijk is zonder een staat die daar doelbewust in investeert. Door een deel van de research and development voor haar rekening te nemen, geeft een overheid ondernemers de ruimte relatief risicoloos baanbrekende nieuwe technieken als het internet en nanotechnologie door te ontwikkelen tot innovatieve producten. Maar het gaat naast R&D ook over het transformeren van sectoren door samenwerkingsverbanden te stimuleren die sectoren overstijgen.
Om innovatie te stimuleren, moet Nederland dus een duidelijke visie formuleren op de economie van de toekomst. Dergelijke innovatie biedt mogelijkheden voor kleine landen om een rol te spelen in de internationale economie, zoals Singapore en Denemarken laten zien. Denemarken is op dit moment de nummer 1 toeleverancier van groene high tech services aan China; een land dat momenteel ontzettend veel geld in duurzame ontwikkeling stopt.
Kiezen voor een duurzame economie is dus ook kiezen voor innovatie waarmee kleine landen zich internationaal kunnen positioneren. Daar kan Nederland haar voordeel mee doen.
Vooral voor innovaties die bijdragen aan een duurzamere economie blijkt de inzet van de overheid een belangrijk verschil te kunnen maken. Wereldwijd zijn de landen die vooroplopen in de groene revolutie die landen waar de overheid actief investeert in duurzame innovaties, zo stelt Mazzucato.
Volgens het PBL hebben eco-innovaties het namelijk moeilijker dan andere innovaties met het vermarkten van hun ideeën. De baten van eco-innovaties zijn niet volledig opgenomen in de prijs en zij hebben over het algemeen een hogere en langdurigere kapitaalbehoefte dan andere innovaties. Als gevolg daarvan investeren durfkapitalisten maar mondjesmaat in ideeën voor eco-innovaties, komt potentiële innovatie niet verder dan de R&D-fase en profiteert de Nederlandse economie minder van kansen die innovatie biedt.
Volgens de onderzoekers helpt het als de overheid een duidelijke langetermijnambitie voor vergroening formuleert en deze ondersteunt met voorspelbaar beleid. Zij denken bovendien dat revolverende publieke investeringsfondsen kunnen helpen.
Mazzucato ziet weinig in overheidsfinanciering die bedrijven later weer moeten terugbetalen, maar begrijpt dergelijke voorstellen, omdat ze passen binnen het dominante discours over de rol van de overheid in de economie. Daarin wordt de overheid vooral geacht te zorgen voor de randvoorwaarden voor een goed functionerende markt. Ze is daardoor voornamelijk bezig met het oplossen van kleine problemen in plaats van het veranderen van het landschap.
Ze pleit voor een discours waarin de creërende overheid centraal staat. Een overheid is er om anders te zijn en dingen te doen die op het moment (nog) niet gedaan worden. De ondernemende staat is dan ook niet zozeer bezig met het opzetten van ondernemingen, maar heeft een ondernemende houding in het willen realiseren van dingen die nog niet bestaan.
Daartoe moet zij publieke onderzoeksinstellingen wel zo inrichten, dat ze topwetenschappers aantrekken die voor langere tijd aan projecten kunnen werken. Deze instellingen hebben, anders dan het bedrijfsleven, niet innoveren met een nieuw product als doel, maar het vervullen van menselijke behoeften en het oplossen van maatschappelijke problemen. Dat en de ruimte voor experiment en trial & error kan toponderzoekers binden.
Door de eerste stappen te zetten in het ontwikkelen van radicaal nieuwe ideeën, geeft de staat ondernemers zin te ondernemen. Dat laten beeldbepalende innovaties uit het verleden zien.
Mariana Mazzucato gaf op 27 maart 2015 de lezing ‘The Green Entrepreneurial State’ op uitnodiging van het Planbureau voor de Leefomgeving. De lezing is hieronder terug te kijken.
Foto boven: “Buzz Aldrin deploying the Solar Wind Collector” (NASA Goddard Space Flight Center/CC BY 2.0)