Het einde van het industriële tijdperk maakt de stad tot platform

03 april 2015  /  Maurits Kreijveld

Dit artikel komt uit het RUIMTEVOLK archief (2007-2017)

De toekomst laat zich niet voorspellen maar er zijn wel enkele trends gaande die een groot deel van de maakindustrie ingrijpend gaan veranderen.

Einde van het industriële tijdperk

Het industriële tijdperk is voorbij. Dit tijdperk bracht ons centraal geleide multinationals die de centraal en massaal geproduceerde goederen via eigen wereldwijde distributienetwerken aan de man brachten. Met bijbehorend wereldwijde merken en marketing. Vanuit die logica vonden de afgelopen decennia in vrijwel alle sectoren consolidaties plaats. Via grote overnames werd het aantal aanbieders teruggebracht tot slechts enkelen met voldoende schaalgrootte om te investeren in ontwikkeling, productie en marketing. Gestroomlijnde organisaties met een herkenbare organisatiestructuur, marktleiderschap en een goede vergelijkbaarheid met concurrenten. Dat droeg eveneens bij aan een goede beurskoers.

Van centrale naar decentrale, gedistribueerde productie in de stad

Maar tijden veranderen. Dankzij internet kunnen fabrikanten directe relaties onderhouden met hun potentiële klanten. Productietechnieken worden flexibeler en intelligenter. Ze kunnen meer handelingen van mensen overnemen met grote nauwkeurigheid en reproduceerbaarheid en betrouwbaarheid en garantie van de kwaliteit. Via een aantal gestandaardiseerde productietechnieken kunnen wisselende producten, afwisselend en in kleine series worden gemaakt.

De schaalgrootte wordt minder belangrijk. Robots nemen het werk over, slechts enkele medewerkers zijn nog nodig om productie aan te sturen. Handvaardigheid wordt minder belangrijk, dat doen de robots. 3D-printen maakt eveneens flexibele producten mogelijk, unieke vormen, op maat en hele kleine schaal. Productie kan daardoor veel meer lokaal plaatsvinden in kleine productie-eenheden. Dat kunnen eenheden zijn die als kleine productiegebouwen in de stad staan, het kunnen machines zijn die in winkels staan tot en met printers bij consumenten thuis. Ook burgers zijn in toenemende mate een producent.

Deze ontwikkelingen treffen niet alleen consumentenproducten, ook in de landbouw en energieproductie zien we decentrale en kleinschalige productie, met zonnecellen (elektrische auto’s), microturbines, gestapelde precisielandbouw-gebouwen die met LED-verlichting 24 uur continu produceren. Want de schaarste aan energie hebben we weten om te zetten in een overschot.

Dit wordt nog versterkt door een andere dominante ontwikkeling die momenteel gaande is: de verdere digitalisering van producten. Bedrijven en hun producten worden steeds meer ‘virtueel’, als software: de meeste kennis, het unieke zit in de code, het algoritme. De algoritmen en codes kunnen gemakkelijk als virtueel goed worden verspreid en lokaal geproduceerd. Denk aan het recept van cola, de genetische code voor een lekkerdere aardappel, de zoekmachine van Google, het ontwerp van een smartphone, een taxidienst die de meeste taxiritjes oplevert.

Maken als onderdeel van onderzoek, logistiek en dienstverlening

‘Maken’ is in de toekomst steeds minder een doel op zich en steeds minder dicterend voor de rest van het proces van idee tot en met de bij de eindgebruiker geleverde dienst. Productie wordt steeds meer verweven met andere functies uit die maak-keten zoals ontwikkelen (R&D), distribueren (logistiek) en dienstverlening (marketing).

Voor bepaalde hoogwaardige en zeer specialistische producten betekent het dat ze in R&D-clusters plaatsvinden waar direct gespecialiseerde kennis aanwezig is en voldoende personeel met de kennis en vaardigheden. Voor met name grondstoffen en herwinnen ervan, is de logistiek allesbepalend. Hier zien we een combinatie van productie en recycling met distributie. Deze ontwikkelingen versterken enkele bepaalde nationale hotspots zoals de havens en kennis- en maakclusters.

In de stad

Een belangrijk deel van de productie zal echter verschuiven naar de stad: dichtbij gebruikers. Productie vindt plaats in winkels waar bijvoorbeeld de laatste onderdelen op maat geprint kunnen worden, waar je kunt zien waar het product vandaan komt, waar je mee kunt denken over het ontwerp, waar je de ontwerper of producent zelf kunt ontmoeten en waar grondstoffen ingezameld worden. Producten worden pas gemaakt als er echt naar vraag naar is, in de gewenste maat en vorm.

De fabrieksmedewerkers van vroeger bestaan niet meer, zij worden steeds meer (partners van) lokale ondernemers die producten verkopen, repareren, recyclen, doe-het-zelf-trainingen en onderwijs geven en diensten verlenen.

De stad als platform

De geschetste ontwikkelingen zorgen voor een ontmanteling van de traditionele multinationals en conglomeraten die in de 21e eeuw zo succesvol waren. Het voordeel van de bundeling van kennis, productie en marketing op een centraal niveau, raakt steeds meer verloren. Daarvoor in de plaats zien we een nieuwe bundeling op lokaal niveau. Een bundeling waarbij verschillende ‘functies’ zoals maken, distribueren, verkopen (retail), welzijn en ontwikkelen samenkomen in de stad. Een stad die in de toekomst een circulaire stad is die in hoge mate zelfvoorzienend is, waarin stromen van goederen en grondstoffen gesloten worden. Goederen worden lokaal geproduceerd, over korte afstanden vervoerd, gerepareerd, diensten verleend, en grondstoffen weer ingezameld. De bundeling op lokaal niveau zorgt voor een hoge kwaliteit van dienstverlening, hoge tevredenheid van ondernemers en medewerkers en duurzaamheid. Het zorgt er eveneens dat cruciale publieke voorzieningen, zoals zorg en mobiliteit, samen met commerciële diensten ook in de buitengebieden van steden op peil gehouden kunnen worden.

Overheden, burgers, lokale en globale ondernemers werken samen rond deze platformen. Lokale productie samen met de distributie ervan en de dienstverlening er omheen worden gebundeld in lokale platformen die de basis vormen voor talloze producten en diensten, geleverd door bedrijven maar ook overheden en burgers. Platformen zorgen voor een coördinatie tussen vraag en aanbod en zorgen tegelijkertijd voor schaal, op lokaal niveau. Ze vormen de nieuwe infrastructuren voor de diensten die open toegang bieden aan burgers en waar tegelijkertijd lokale ondernemers en internationale ondernemingen hun innovatieve diensten op aanbieden.

Meer lokale productie en distributie betekent ook meer lokaal gesloten handelsstromen dus minder export en een kleinere wereldhandel uitgedrukt in aantal goederen en volume van geld. Kenmerken van een industrieel tijdperk dat voorbij is.

De stad van de toekomst

Door deze ontwikkelingen kan de stad van de toekomst wel eens meer lijken op die van vroeger. Er komt meer ruimte voor gediversifieerde ondernemingen, voor productie van goederen, landbouw, en energie in de stad. Productie hoeft niet perse veel ruimte meer in te nemen. Kleinschalige, flexibele en gedistribueerde productie-eenheden kunnen lokaal in elke stad zorgen voor het maken van uiteenlopende producten.

Het landschap wordt meer ingericht op nieuwe werkzaamheden en taken: omdat de robots de seriematige productie in fabrieken en het complexe werk op kantoren uit handen heeft genomen, hebben we weer meer tijd voor elkaar, dat wat anno 2015 het meeste schaars is. We vinden het niet meer zo belangrijk dat ons leven efficiënt is, daarvoor hebben we al gezorgd door de technologie. We hebben meer tijd voor dingen die ons gelukkig maken: autorijden zonder cruise control, taarten bakken, moestuintjes bijhouden, muziek maken, de natuur in, kunst bekijken, bijen houden en we gaan weer buiten spelen. We hebben weer meer tijd voor echte aandacht en zorg voor elkaar. Lekker inefficiënt, want efficiënt zijn de systemen die we ontwikkeld hebben, maar niet de menselijke waarden. De stad van de toekomst wordt een openluchtmuseum waarbij ‘maken’ een attractie is: denk aan de autofabrikanten waar je van dichtbij de productie kunt volgen, de Delft Pottery waar de potten gebakken worden en de LaPlace en Vapiano waar de kok voor je neus de maaltijd bereidt.

Foto boven: Angie Chun (Flickr/CC BY-SA 2.0)

3D-printCirculaire stadmaakindustrieNederland Productielandrobotisering

Maurits Kreijveld Futuroloog

Over de auteur

Maurits Kreijveld is futuroloog en gefascineerd door nieuwe technologische ontwikkelingen en de impact die deze hebben en in de toekomst kunnen gaan hebben op bedrijven, overheden, de politiek en op de samenleving als geheel. De rode draad door zijn werk is ‘samen slimmer’: hoe kunnen organisaties met hulp van het web, sociale media en andere technologieën samenwerken waarbij de kennis, expertise, vaardigheden, creativiteit en energie van iedereen worden benut? Maurits werkte de afgelopen jaren vanuit verschillende denktanks aan de thema’s innovatie, platformen en de circulaire economie.



Ook interessant:

De ambitieuze wijk van morgen

Chris ten Dam, Gerjan Streng, Maarten Hajer, Peter Pelzer en Thijs van Spaandonk

Maak bedrijventerreinen klaar voor de (circulaire) toekomst

Cees-Jan Pen

Een ruimte van verschil

Hans Teerds