Sinds Chesbrough in 2003 schreef dat bedrijven van gesloten innovatie naar open innovatie gaan, hebben ideeën over nut en noodzaak van open innovatie aan belang gewonnen. Kantoortuinen werden ingericht en brainstormsessies vormen de kern van een gezonde bedrijfscultuur. Het idee is dat meer overleg zorgt voor meer kennisuitwisseling en uiteindelijk leidt tot innovatie.
Dit gedachtegoed heeft ook invloed op de inrichting van het innovatielandschap. Wereldwijd steken steeds meer innovatieregio’s de kop op; gebieden waar verschillende maar vergelijkbare bedrijfjes zich vestigen en door nabijheid gemakkelijker samenwerkingen aangaan die tot nieuwe ideeën leiden.
Nederlandse kennisparken promoten de aanwezigheid van open innovatiecentra op hun terrein in de hoop dat start-ups zich er willen vestigen, die creatieve oplossingen bedenken voor de toekomst en met hun innovaties bijdragen aan de regionale economie. De ene campus wordt gecreëerd rondom een kennisinstelling of universiteit, de andere op een industrieterrein, rond de kennis en infrastructuur van een wereldspeler als MSD of SABIC.
Maar is open innovatie wel zo wenselijk? De auteur van het artikel The Innovation Myth stelt dat het onmogelijk is creativiteit te forceren met behulp van innovatieregio’s. Hoewel innovatieregio’s een relatief nieuw concept zijn, verwijst zij naar allerlei onderzoeken waaruit blijkt dat individuele denksessies veel meer opleveren dan collectieve brainstorms. Juist isolatie stimuleert innovatie, omdat het de bedenker in staat stelt het maximale uit zichzelf te halen en professionele groepsdruk het proces niet belemmert.
Ook Steve Wozniak heeft Apple in isolatie uitgedacht. Uitvinders zijn volgens hem net kunstenaars en werken daarom het best wanneer zij alleen zijn. In zijn memoires schrijft hij: “I don’t believe anything really revolutionary has been invented by committee.”
Foto boven: “DOF Workshop” (Innovation Lab / CC BY 2.0)