Veel circulaire economie draait nog om de hete brij heen van een intelligente omgang met de natuur. Het modelleren van kringlopen naar natuurlijke processen is prachtig, maar in een context waar ons landschap niet als onderdeel van een groter geheel wordt gezien, is het ook een tikje ongeloofwaardig. In deze blog bepleiten wij, Govert Derix en Nico Beun, het van de grond krijgen van 200.000 hectare subsidievrije natuur. Nieuwe, bestaande en tijdelijke natuur die de schatkist niks kost, maar wel van onschatbare waarde kan zijn voor een groene, geloofwaardige en noodzakelijke kringloopsamenleving.
Als dat lukt kan Nederland Kringloopland de gedaante aannemen van een betrekkelijk dunbevolkte ‘Nederstad’ waarin de kringlopen van de economie en de ‘echte’ natuur naast elkaar bestaan en elkaar versterken. Bovendien voorkomen we zo de karikatuur van een kringloopeconomie met flarden natuur die aan rechtlijnigheid ten onder gaan. Juist een circulaire economie vraagt om een circulaire omgang met natuur.
Want inderdaad: er is iets geks aan de hand met het kringloopdenken. Enerzijds zijn we uitermate creatief in het ontwikkelen van gesloten systemen die de natuur niet belasten. Anderzijds lijkt het herstellen van de natuur áls natuur een blinde vlek. Terwijl met een aantal relatief eenvoudige en verstrekkende ingrepen te bereiken is dat Nederland er met gesloten beurs een ambitieus areaal tijdelijke en nieuwe natuur bijkrijgt en bestaande natuur budgetneutraal te beheren is of zelfs winstgevend te maken. We geven een voorbeeld van drie ‘smaken’ en gaan in op de betekenis voor het circulaire debat.
Wie kent ze niet: grondeigenaren die hun ongebruikte percelen liever platspuiten met insecticiden dan het risico te lopen dat voorgenomen bouw van huizen of kantoren wordt vertraagd en duurder wordt omdat beschermde soorten zich er hebben gevestigd. InnovatieNetwerk heeft becijferd dat Nederland vele tienduizenden hectaren telt waarop tijdelijke natuur kan groeien en bloeien. Ook als de juridische obstakels zijn weggenomen, kiezen veel eigenaren liever voor vijf jaar niks in plaats van vijf jaar spontane circulaire en kosteloze natuur. Met de ‘tijdelijke bestemmingen’ die in urbane gebieden steeds meer zijn ingeburgerd, is hier nog een land te winnen!
Een tweede voorbeeld gaat over de groeiende groep Nederlanders die willen wonen in een natuurlijke omgeving waarmee ze een kringlooprelatie onderhouden. Zoals in het concept Dorpslandgoed, waarbij mensen zich in tot natuur ontwikkeld gebied vestigen in betaalbare duurzame woningen, die georganiseerd zijn rondom een gemeenschapsruimte en waar bewoners samen voor het beheer zorgen zonder een beroep te doen op overheidssubsidies.
De eerste proefprojecten staan in de startblokken. Helaas vormen planologische beperkingen niet zelden een obstakel voor deze waardecreatie (beleving, gezondheid, zero-emission). Voor zulke initiatieven is veel grond beschikbaar, maar deze is vaak niet betaalbaar. Een stimulerende ingreep kan bestaan uit een zodanige omgang met grond dat weglekken van grondwinst wordt voorkomen en financiële opbrengst lokaal stroomt in de kringloop tussen gebruikers en gebied.
Een derde voorbeeld is het laten floreren van bestaande natuur door een verantwoorde exploitatie. Denk aan de Krugerparkaanpak waarbij natuurparken zichzelf bedruipen door een hotel aan de rand van het park en een tentenkamp, parkhuisjes of een bezoekerscentrum voor betalende natuurrecreanten die de natuur niet wezenlijk belasten. Op die manier is in Nederland tenminste 25.000 hectare subsidievrij te beheren. De Oostvaardersplassen (5600 hectare) kunnen zomaar circulair worden. Bovendien versterkt dit de betrokkenheid van burgers bij de natuur.
De voorbeelden staan voor drie manieren om subsidievrije natuur te realiseren door het toepassen van circulariteit:
Iedere kans voor subsidievrije natuur heeft kortom een pi-factor die lineariteit kan veranderen in een duurzame circulaire constellatie. Met als gevolg dat de natuur niet langer wordt beschermd tegen de samenleving, maar de samenleving de natuur juist kan versterken. Zodanig dat ze een bron kan zijn van maatschappelijke en economische ontwikkeling. Kortom: van hindermacht naar ontwikkelkracht.
De 200.000 hectare subsidievrije natuur die er met deze en andere voorbeelden kan komen, werpt een nieuw licht op het vergezicht van Nederland Kringloopland. Met een significant areaal circulaire (zelfvoorzienende) natuur ontstaat een inspirerende en versnellende ruggengraat voor ‘reguliere’ kringloopinspanningen. Zodanig dat de voorbeeldige natuur zelf lijdend en leidend voorwerp wordt van een circulaire economie. En zodanig dat er een cultuur ontstaat waarin steeds meer partijen vorm en inhoud geven aan een nieuwe natuurpraktijk in een energieke samenleving – helemaal in de geest van de maatschappelijke uitvoeringsagenda die vleugels wil geven aan de ambities van provincies en de Natuurvisie van staatssecretaris Dijksma.
Een integratie van circulaire economie en subsidievrije natuur kan leiden tot een Europese regio waarin economie en natuur niet langer met de ruggen tegen elkaar staan, maar twee blikrichtingen zijn op één biotopische economie met zeventien miljoen Europeanen in de rol van ‘homo circulans’: mensen die de kringloop hebben ontdekt als heilzame voortzetting van hun rechtlijnigheid met andere middelen. Dat de natuur daarbij aanvankelijk werd benaderd als stiefkindje: ook dat hoort bij de zoektocht die met subsidievrije natuur extra wind in de zeilen kan krijgen. Misschien wel zoveel dat de kringloopeconomie kwadrateert in opwaartse waardenspiralen die ons tot in lengte van jaren geen windeieren leggen.
—
Foto boven: Tijdelijke Natuur is permanente winst voor mens en natuur (foto: auteurs)
Govert Derix Filosoof, adviseur en schrijver.
Govert Derix is filosoof, adviseur, columnist en schrijver. Voor InnovatieNetwerk schreef hij Tijdelijkheid als Toekomst, over de betekenis van tijdelijke bestemmingen en de contouren van een relationele planologie. De ecologische implicaties hiervan zijn uitgewerkt in Testament van Terra, over de relatie tussen burgerlijke betrokkenheid en natuurbeleid. Derix publiceerde o.a. over gebiedsontwikkeling, architectuur, zorg, het Rijnlands model, het Amazonegebied en cultuurfilosofie. Zijn laatste ideeënroman is Gods Geschenk. Daarin wijzen de twaalf wegen naar Compostela de weg naar een nieuwe economische orde. Zijn nieuwe roman De sjamaan van Sevilla verschijnt in de loop van dit jaar. Meer info op www.govertderix.com.
Nico Beun programmamanager
Nico Beun is programmamanager op het terrein van natuur, landschap, ruimte en recreatie bij InnovatieNetwerk. Daar trekt hij onder andere de concepten Tijdelijk Anders Bestemmen, Tijdelijke Natuur, Knooperven en Nieuwe Marken. Eerder werkte hij aan verschillende ruilverkavelings- en landinrichtingsprojecten en was hij actief binnen het voormalig Ministerie van LNV; eerst als onderwijsvernieuwer, daarna als plattelandsvernieuwer.