Achter de Delftse IKEA ligt een bijzonder gebied. Bijna hadden er huizen gestaan en er was ook nog sprake van dat er een recreatiebos zou komen. Nu is de polder van Biesland nog steeds boerenland. Maar wel met veel biodiversiteit, meer ruimte voor waterberging, en veel burgerbetrokkenheid. Een voorbeeld van een ontwikkelingsproces van een landschap waarin de kringloop de uitkomst was.
Het concept ‘kringloop’ bracht partijen met verschillende belangen en verschillende soorten kennis bij elkaar. In de wetenschap wordt het bij elkaar komen van meerdere disciplines rondom hetzelfde fenomeen, object of proces een ‘boundary concept’ genoemd. Paul Opdam en collega’s publiceerden onlangs een wetenschappelijk artikel over de rol van zulke ‘boundary concepts’ in landschapsontwikkeling. Het verhaal van de kringloop in Biesland was één van de voorbeelden. In Biesland was er namelijk, zoals zo vaak, sprake van uiteenlopende belangen en diverse belanghebbenden. De vraag over de toekomst van het gebied ging over landbouw, recreatie, natuur, landschap en water. Met zoveel complexiteit praat je makkelijk langs elkaar heen. Om samen te kunnen werken en kennis toe te passen in landschapsontwikkeling, is ruimte nodig voor uitwisseling en onderhandeling. Een ‘boundary concept’ schept die ruimte, doordat het betekenis heeft in verschillende werelden. Het is een ‘toverwoord’. Het concept vertegenwoordigt een wereld van kennis en ideeën en ontwikkelt zich gedurende een landschapsontwikkelingsproces.
Boer Duijndam in Biesland wilde zijn landbouwgebied zó belangrijk maken, dat woningbouw en bosaanleg geen optie meer zouden zijn. Hij ontwikkelde samen met Alterra-onderzoekers een plan voor zijn bedrijf op basis van Boeren voor Natuur. De kringloop staat in Boeren voor Natuur voor de samenhang tussen het boerenbedrijf en het natuurlijke systeem. Het gras groeit met stoffen uit de bodem (stikstof, fosfaat, kalium, koolstof, etc) en wordt gegeten door de koeien. De mest van de koeien gaat op het land en vult de stoffen in de bodem aan. Ook gaan er stoffen van het bedrijf af in de vorm van melk en vlees en er wordt veevoer en (kunst-)mest aangevoerd.
Hoe die stoffen rond gaan in de kringloop, bepaalt het aantal dieren dat per hectare kan worden gehouden, de samenstelling van het gras, de waterkwaliteit, de ruimte voor biodiversiteit, en de kwaliteit van het landschap. Boer Duijndam voert nu meer stoffen af dan aan. Daarmee ontstaat ruimte voor biodiversiteit en water. Er komen weer bloemen en vogels in het grasland en de sloten. Landschapselementen krijgen weer een functie in het bedrijf doordat bagger en biomassa de schaarse mest kunnen aanvullen. “Het is een compleet verhaal. Alle elementen vallen in elkaar: natuur, landbouw, voedsel, zorg”, vertelt boer Duijndam. “Van organisch materiaal uit het gebied, ook afval uit parken en natuur, maak je voedsel. Je voegt waarde toe, dat is beleving. Zeker als je het met beesten en met mensen doet. Technisch werkt het ook goed. Het klopt gewoon.”
Het idee van een bedrijfssysteem op basis van een ‘gesloten kringloop’ sprak veel mensen aan. De provincie zag kansen voor biodiversiteit, het hoogheemraadschap voor waterkwaliteit en waterberging, de gemeenten voor recreatie, en diverse omwonenden voor behoud van een authentiek open landschap onder de rook van de stad. De samenwerking leidde tot herinrichting van het gebied en de vorming van een gebiedsfonds voor betalingen aan de boer vanwege het lagere productieniveau en de geleverde landschapsdiensten. ‘De kringloop’ hielp niet alleen als aanknopingspunt voor verschillende belangen, maar ook voor het samenbrengen van verschillende soorten kennis. Jarenlang werden de effecten op het bedrijf, de ecologie en de maatschappij gemonitord en besproken in een gezelschap van boeren, burgers, ambtenaren, natuurvrijwilligers en onderzoekers van verschillende disciplines. Met behulp van ‘de kringloop’ werden verbanden gelegd tussen de thema’s. Door de vele dwarsverbanden tussen het planproces en het leerproces werd ‘de kringloop’ tot een ‘boundary concept’ bij uitstek.
De kringloop is niet het enige concept dat als ‘boundary concept’ kan werken in landschapsplanning. Opdam en collega’s geven nog twee voorbeelden: natuurlijke plaagbestrijding en klimaatbestendige stad. Dat RUIMTEVOLK speciaal aandacht besteedt aan de kringloop, geeft wel aan dat het concept inspireert in ruimtelijke ontwikkeling. In Biesland bleek ‘de kringloop’ ook goed te werken om burgers mee te laten praten over de toekomst van het gebied en mee te laten doen met het leerproces. ‘De kringloop’ kan ook in andere gebieden en processen wel eens heel laagdrempelig blijken te zijn voor participatie, of zelfs aanleiding voor burgerinitiatief.
Westerink, J. et al 2013. Boeren voor Natuur: hoe werkt het en wat levert het op? Wageningen: Alterra Wageningen UR, Alterra-rapport 2472. http://content.alterra.wur.nl/Webdocs/PDFFiles/Alterrarapporten/AlterraRapport2472.pdf
Foto: Alterra
Judith Westerink Onderzoeker