“Ik denk dat ze me hebben gevraagd omdat ik nieuwsgierig ben.” Dirk Sijmons (1949) is landschapsarchitect, hoogleraar en curator van de zesde editie van de Internationale Architecture Biënnale Rotterdam (IABR) Urban by Nature. Sijmons geldt als vernieuwer binnen de vakwereld. Hij benadert de ruimtelijke opgaven bij voorkeur vanuit een mondiaal en holistisch perspectief. Dat zien we ook terug in zijn werk als curator van de IABR, waarin hij de vakwereld anders wil laten kijken naar het functioneren van de stad en zijn rol daarin. “Wanneer we mondiale milieuproblemen op willen lossen, zullen we fundamenteel anders moeten kijken naar onze steden.”
En dat is ook het vertrekpunt van de biënnale. Namelijk de veronderstelling dat we de oplossing voor mondiale milieuproblemen vooral moeten zoeken in de steden. “Ik heb dat thema bewust gekozen. Klimaatwetenschapper en Nederlandse Nobelprijswinnaar Paul Cruzen constateerde in 2000 dat er de laatste paar eeuwen klimatologisch zoveel veranderd is door het ingrijpen van de mens dat we kunnen spreken van een nieuw geologisch tijdperk, het Antropoceen. Natuurlijke en culturele processen zijn aan het hybridiseren. Dat is meer dan een woordenspel, het is een niet te onderschatten en onomkeerbaar proces.”
Systeem
“We zitten op een doodlopende weg als we natuurlijke processen en de gecultiveerde omgeving als gescheiden werelden blijven beschouwen. Bovendien: wat is natuur? Zelfs in het Amazonegebied – een gebied dat we als oernatuur beschouwen – zijn aanwijzingen gevonden dat zo’n 20 procent van het oerwoud overblijfsel is van een beschaving met zelfs steden. Een cultuurlandschap, vernuftig beheerd door indianen. Toen de indianen uit Yellowstone en Yosemite werden verdreven voor de ‘echte natuur’, ontstonden grote beheerproblemen in het gebied. Mensen maken onderdeel uit van het natuurlijke systeem zo zijn we ons meer en meer bewust. We moeten ons bevrijden van de verpletterende gedachte dat alles wat de mens doet desastreus is voor de natuur.” Weg dus van het beeld van de mens als schuldige en slachtoffer van de milieuproblemen. “Adieu Holoceen. Wij trekken verder.”
Het is volgens Sijmons nodig dat we op een andere manier leren kijken naar de stad. “Als gevolg van de enorme bevolkingsgroei en de manier waarop we als mens de aarde gebruiken is niet alleen het bebouwd oppervlak geëxplodeerd, maar is een reusachtig stedelijk landschap ontstaan van verspreide en verbonden bebouwing, infrastructuur, industrie, landbouw, vliegvelden, mijnbouw, natuurgebieden, waterwegen, dijken, et cetera. Het is belangrijk dat ruimtelijke professionals zich bewust worden van dit totale systeem van onderling verbonden stromen en anders leren kijken naar de omgeving en opgaven. De vakwereld zou ook kritischer mogen zijn op de beelden en planningsdogma’s waarmee we de stedelijke werkelijkheid nu proberen te vangen. Er vindt een vervaging plaats van de grens tussen stad en ommeland.”
It’s quite an object
“De mens heeft gigantische stadslandschappen gecreëerd, die niet meer onder het hoedje te vangen zijn van de gangbare definities van de stad. Zelfs de ‘Zwischenstadt’ beschrijft dit immense landschap onvoldoende. De stad: it’s quite an object! Feitelijk maakt het grootste deel van Nederland deel uit van het verstedelijkte gebied Amsterdam-Brussels-Cologne. Maar we gebruiken het nauwelijks als denkkader, terwijl juist dit grotere perspectief met alle verbindingen, verschillen en stromen meer houvast en mogelijkheden geeft om milieuproblemen aan te pakken.”
Volgens Sijmons zijn stedelijke strategieën te eenzijdig gestoeld op het vergroten van dichtheid en dynamiek. “Dat doet weinig recht aan het grotere verhaal waarin op mondiale schaal stedelijke dichtheden juist sterk afnemen. Het ligt er maar aan waar je de grens trekt. Met IABR–2014–URBAN BY NATURE– willen wij een dodehoekspiegel monteren voor de ruimtelijke vakwereld.”
Governance
Naast het anders kijken ligt er een groot sturingsvraagstuk voor ons. Juist nu we het maakbaarheidsdenken hebben laten vallen is de hamvraag hoe we stedelijke regio’s duurzaam kunnen laten ontwikkelen. “We kunnen veel leren van de landen waar veel minder vanuit de maakbaarheidsgedachte aan steden is gewerkt. Het stedelijk tapijt is daar vaak verder uitgerold. We zien in deze steden dat dunne verstedelijking niet per definitie minder duurzaam is. Misschien wel integendeel. Onderzoek van het MIT toont bijvoorbeeld aan dat een deel van de suburbs zoveel onbenutte ruimte heeft dat die kan ingezet worden voor de eigen voedsel- en energiebehoefte.”
Er ligt een uitdaging en verantwoordelijkheid bij ruimtelijke planners en ontwerpers om meer onbevangen naar de stad te kijken en hun eigen rol actief te onderzoeken. “Er gebeuren ook veel nieuwe dingen waar we nog geen woorden voor hebben. We zullen breder moeten kijken dan alleen ruimtelijke instrumenten en een nieuwe manier van stedelijke ontwikkeling moeten uitvinden. In Addis Abeba worden interessante resultaten bereikt door middel van capacity building – trainingsprogramma’s – en dus niet vanachter de vergader- en tekentafel. En kunnen we beter en duurzamer sturen met fiscale instrumenten? De tijd is aangebroken dat we daarover beter gaan nadenken.”
Tentoonstelling
Centraal op de tentoonstelling IABR–2014–URBAN BY NATURE– staat de zoektocht naar kansrijke strategieën voor de stedelijke regio’s die zich weinig aantrekken van administratieve grenzen. “We kijken naar de stromen en stofwisseling, het metabolisme van het stadslandschap: lucht en warmte, zoet water, energie, voedsel, mensen, cargo, zand, sediment, bouwmaterialen en afval. Alle stromen hebben een infrastructuur en dat biedt mogelijkheden voor verbetering, optimalisering en een nieuw instrumentarium voor stadsplanning. Aan de andere kant bepalen ze samen de toekomstwaarde van een stad en het perspectief van de mensen die er leven. Het Planbureau voor de Leefomgeving heeft per stroom onderzocht waar nu de kansen en mogelijkheden liggen op Nederlands en mondiaal niveau.”
Aan bod komt ook het ondergrondse ruimtegebruik van deze infrastructuur en het verband tussen de ondergrond en bovengrondse gebeurtenissen. “De ondergrond van de stad is nooit goed in kaart gebracht, terwijl het een enorme urgentie heeft. Dat zien we in Groningen. Maar in Zweden wordt al een hele stad van 30.000 inwoners (Kiruna) verplaatst vanwege een onstabiele ondergrond door mijnbouw.” Ook komt de vraag aan de orde hoe je stadslandschappen aan de hand van bedreigingen als overstromingen kunt plannen en –last but not least – hoe we de relaties met de natuur op een stedelijke manier kunnen re-activeren.
In de Kunsthal toont de tentoonstelling tientallen mogelijke oplossingen voor onze wereldwijde milieuproblemen aan de hand van zo’n honderd projecten uit de hele wereld. Plannen, films, infographics, foto’s en maquettes nemen de bezoeker mee door verleden, heden en toekomst van het stadslandschap. Er is veel aandacht besteed aan de opzet en de verhaallijn.
Daarnaast worden op de tentoonstelling de resultaten getoond van drie projectateliers. Rotterdam heeft zich als proefkonijn aangeboden voor het onderzoek naar de stofwisseling in de stad. Is de stromenbenadering als planningsmethodiek hanteerbaar? Planet Texel gaat over in hoeverre zelfvoorzienendheid en energieneutraliteit te combineren zijn met recreatie, waarop een groot deel van de economie op het eiland draait. Het projectatelier BrabantStad gaat over de vraag waarop ambitie, potentie en governance door de verschillende (bestuurlijke) schaalniveaus heen met elkaar verbonden worden?
Behalve in de Kunsthal presenteert de IABR zich ook in het naastgelegen Natuurhistorisch Museum Rotterdam. In de interactieve expositie ‘Pure Veerkracht’ laat dit museum zien hoe onverwacht moeiteloos de natuur zich aanpast aan de verstedelijking. Samen met haar partners organiseert de IABR verder een uitgebreid programma, met conferenties, lezingen en debatten, excursies, events en andere activiteiten in de stad.
—
Meer informatie over de IABR is te vinden op de website.
Op 6 juni presteren RUIMTEVOLK / Nederlandwordtanders tijdens de IABR de bijeenkomst ‘Werken aan de duurzame stad’. Meer informatie en aanmelden kan via deze pagina.
Beeld boven: Casablanca (Foto: IABR/Vis)