De afgelopen verkiezingen hebben wederom geleid tot grote verschuivingen in het politieke landschap. Zef Hemel maakte een geografische analyse van de verkiezingsuitslag en trekt in zijn blog ‘Niemandsland‘ drie conclusies.
Allereerst heeft de door de Nederlandse staat geleide suburbanisatie van Nederland volgens Hemel een overwegend seculier-conservatief land gemaakt ‘van forenzende woonconsumenten in een dunbevolkt niemandsland’. Volgens Hemel komt dat doordat mensen daar relatief veel te verliezen hebben. Daarnaast ziet hij in de zogenaamde Noordvleugel van de Randstad – binnenduinrand, Gooi en Utrechtse Heuvelrug tot aan Arnhem – een ‘welvarend burgerlijk milieu van tuinsteden en tuindorpen’ waar hoogopgeleide mensen verlicht-liberaal stemmen: ideaal voor VVD en D66. Tot slot constateert hij “optimistische eilanden in dit pessimistische landschap”. Namelijk de universiteitssteden met hun relatief jonge bevolking van ‘nieuwe stedelingen’, met een energieke mix van D66 en GroenLinks. (…) Het grootste eiland: Amsterdam, met volgens Hemel binnen de ring A10 een extreme concentratie vrijzinnigheid.