In de ban van de Ring? In gesprek over een tweedeling in Amsterdam

18 maart 2014  /  Judith Lekkerkerker

Dit artikel komt uit het RUIMTEVOLK archief (2007-2017)

Het onderwerp ruimtelijke sociale segregatie roept veel discussie maar ook emotie op. Dat werd goed geïllustreerd door de blog van Wouter Veldhuis over de vermeende tweedeling in Amsterdam en de reacties daarop. Het is koren op de molen van ruimtelijke ordenaars bij wie het werken aan een ongedeelde stad welhaast in het DNA zit. Dit verinnerlijkte streven kwam duidelijk naar voren in het gesprek dat we naar aanleiding van de blog van Veldhuis afgelopen maandag organiseerden in Pakhuis de Zwijger. Dat er in de stad een groeiende tweedeling tussen sociale groepen is, daar was iedereen het wel over eens. Hoe deze zich ruimtelijk manifesteert en hoe we een problematische ruimtelijke segregatie kunnen tegengaan, dat was onderwerp van een vruchtbare dialoog. De avond bracht sommigen in verwarring, maar prikkelde ook om met gedane suggesties aan de slag te gaan.

Als een student op zoek is naar een kamer in Amsterdam, wil deze het liefst een kamer ‘binnen de Ring’. De Ringweg A10 is een mentale barrière voor Amsterdammers. Opmerkelijk, want je kunt op veel meer plaatsen onder de Ring door, dan dat er bruggen zijn over de (binnen de Ring gelegen) Kostverlorenvaart. Tegelijkertijd is de Ring wel de overgang tussen verschillende stedenbouwkundige typologieën. Binnen de Ring een centrumstedelijk vooroorlogs milieu, daarbuiten een naoorlogs milieu voornamelijk gebaseerd op de idealen van de tuinstad: woongebouwen in het groen, scheiding van verkeersstromen en concentratie van voorzieningen.

Ruimtevolk-In-de-Ban-van-de-ring-3-foto-Pim-Geerts

Foto: Pim Geerts / www.beeldopbouw.com

Zwart-wit
Buiten de Ring zijn veel statistieken – die avond toegelicht door Errik Buursink – negatiever dan binnen de Ring. Zo is het gemiddeld inkomen lager, het opleidingsniveau lager en wonen er meer mensen met een niet-westerse afkomst; een groep met een hoger aandeel werkloosheid dan gemiddeld. De ontwikkelingen van de afgelopen jaren versterken dit beeld. Buursink legt een directe link tussen stedenbouwkundige typologieën en deze sociaaleconomische verschillen.

Dat de statistiek ook ingezet kan worden om dit beeld te nuanceren, liet Wouter Veldhuis zien. In Nieuw-West is de gemiddelde woningwaarde lager dan in de vooroorlogse wijken, maar nog altijd een stuk hoger dan die in Heerhugowaard of Almere of in Amsterdam-Noord of Zuidoost. Tegelijkertijd is het aantal huishoudens dat moet rondkomen van minder dan 25.000 euro per jaar groter in de stadsdelen Zuid en West dan in Nieuw-West. En de beelden van Buursink illustreerden weliswaar verschillen tussen binnen en buiten de Ring, maar ook dat er in het gebied buiten de Ring sprake is van – soms grote – onderlinge verschillen tussen buurten. Het is in de ogen van Veldhuis dan ook te kort door de bocht om te spreken van een zwart-witte tweedeling tussen de gebieden binnen en buiten de Ring.

Ruimtevolk-In-de-Ban-van-de-ring-2-fotos-Pim-Geerts

Foto’s: Pim Geerts / www.beeldopbouw.com

In de zaal verschillen de meningen hierover. Vanuit hun eigen achtergrond en soms ook met persoonlijke anekdotes vertellen mensen dat het wel meevalt buiten de Ring, of dat het juist niet meevalt. Persoonlijke verhalen die voor sommigen waardevoller zijn en veel meer vertellen dan cijfers. Terwijl anderen juist meer heil zien in statistiek en nog strategischer inzet van big data om de realiteit te bevatten. Wel was er consensus dat een tweedeling in de regio zich steeds scherper aftekent.

Sebastian van Berkel ‏@SebastianBerkel
Kwam voor dialoog over vermeende #tweedeling in A’dam @De_Zwijger en ga weg met kopzorgen over aanstaande teloorgang van Almere #awkward

Aankomstwijk 
Ook was er consensus over het bestaan van wijken met concentraties inwoners met een lage sociaaleconomische positie. Maar dat hoeft niet altijd een probleem te zijn, benadrukten Wiebe Eijbers en Annemiek Rijckenberg. Wijken met een lagere sociaaleconomische status en goedkopere woningen kunnen dienen als ‘aankomstwijk’. Wijken waar mensen beginnen en waar ze de kansen krijgen om hogerop te komen. De waarde van dit soort wijken voor de stad is uitgebreid beschreven door Doug Saunders in zijn boek Arrival City. Problematisch wordt tweedeling als deze wijken geen aankomstwijken zijn, maar eerder ‘reservaten van kanslozen’, zoals een aanwezige het verwoordde. Wijken waar mensen generatie op generatie niet deelnemen aan het arbeidsproces. Waar mensen vaak een slechtere gezondheid hebben en minder gelukkig zijn. Waar kansen om hogerop te komen ontbreken.

‘Dat gefocus op de creatieve klasse, ook een groenteboer kan heel creatief zijn.’

Stedenbouwkundige typologie
In de ogen van het gros van de aanwezigen biedt de stedenbouwkundige typologie van de tuinsteden, in combinatie van het economisch concentratiebeleid dat de gemeente op aandringen van ondernemersbelangengroepen voert, een dusdanige rigide structuur dat ruimte om te ondernemen in de tuinsteden ontbreekt. Een deelnemer was zelfs van mening dat de erfpachtconstructie in Amsterdam belemmerend is voor ondernemerschap. De gebieden waar weinig sprake is van erfpacht functioneren vaak economisch beter dan gebieden met overwegend erfpacht. Ook de manier waarop de gemeente de afgelopen decennia aan de stad heeft gewerkt, werd bekritiseerd. Alle prestigieuze projecten zijn binnen een straal van 500 meter rondom het centraal station gerealiseerd. De gemeente heeft de stad volgens Vincent Kompier klein gemaakt.

‘Amsterdam is als Jerommeke van Suske en Wiske. Zijn haar zit geweldig, hij heeft een brede torso, maar kleine dunne spillebeentjes.’

Urbanisatie 
De vraag was dan ook hoe wijken buiten de Ring weer zouden kunnen functioneren als emancipatiemachine. Een oplossingsrichting zag de meerderheid van de zaal in een urbanisatie van de tuinsteden. Evert Verhagen benadrukte dat het in zijn ogen noodzakelijk is om dit deel van de stad ook een bestemming te maken. Met hoger onderwijs, sportvoorzieningen en cultuur. Errik Buursink hield, samen met anderen, een vurig pleidooi voor levendige stadsstraten met verschillende functies in het gebied. Er werd gewaarschuwd voor sloopdrift. Wouter Veldhuis pleitte voor een langzame urbanisatie, waarbij de inzet van de gemeente zich in eerste instantie zou moeten richten op de zone rondom de Ring. Voor het overige gebied zou ruimte moeten worden gegeven aan organische ontwikkeling. Ruimte die er genoeg is.

‘Amsterdam is allang geen fietsstad meer. Het wordt te druk in de stad. Urbanisatie van het gebied buiten de Ring kan de redding zijn van het gebied binnen de Ring.’

Aan de slag
Kortom, tijdens de avond is niet alleen gesproken over de vraag of er al dan niet een tweedeling is in de stad. Er zijn vele suggesties gedaan om problematische ruimtelijke segregatie tegen te gaan én daarmee wellicht ook soelaas te bieden voor het gebied binnen de Ring waar de druk op de ruimte zodanig toeneemt dat overlast en intolerantie toenemen. Wethouder Andrée van Es, opdrachtgever van het onderzoek naar tweedeling in de stad dat voor Wouter Veldhuis aanleiding was voor zijn blog, gaf aan genoten te hebben van de avond. Zij deed een oproep aan het nieuwe college om werk te maken van maatregelen om te grote economische verschillen tegen te gaan. Vincent Kompier voorzag de avond van een mooie afsluiting met de oproep om de Ring-West, in navolging van andere steden, eenmalig af te sluiten voor een Picknick. Een unieke actie om twee zijden van de Ring bijeen te brengen en je als stad wereldwijd op de kaart te zetten.

 

Met dank aan Pakhuis de Zwijger en Stad-Forum. 

Foto boven: Pim Geerts / www.beeldopbouw.nl Meer foto’s op Flickr: http://www.flickr.com/photos/ruimtevolk/sets/72157642538880964/

AmsterdamNieuw-WestSociale segregatieWoningmarkt

Judith Lekkerkerker

Over de auteur

Judith is adviseur, onderzoeker en schrijver op het gebied van stedelijke en regionale ontwikkeling.



Ook interessant:

Een ruimte van verschil

Hans Teerds

Column: Tegenstellingen - de blinde vlek van het ruimtelijk beleid

Hans Peter Benschop

Stel de energieopgave centraal in omgevingsbeleid

Jeroen Niemans