‘Krimp gaat de grote steden geld kosten’, kopte het NRC op 18 juni 2009. Daarmee werden de woorden van de toenmalige minister van Wonen, Wijken en Integratie, Eberhard van der Laan krachtig samengevat: ‘In de jaren 70 en 80 zaten de grote steden in de problemen. Toen sprong de rest van het land bij. De komende jaren moet dat andersom, het is pay back time.’ Als burgemeester van Amsterdam heeft Van der Laan dit later middels een stedenband vormgegeven. Een stedenband die eeuwenlange (ruimtelijke) afhankelijkheden in Nederland bevestigt. Afhankelijkheden die leiden tot welvaart en tot op de dag van vandaag solidariteit meer dan rechtvaardigen.
Amsterdam verantwoordelijke hoofdstad
Bij zijn aantreden als Burgemeester van Amsterdam, op 7 juli 2010, bleekt dat Eberhard van der Laan zijn legendarische woorden als minister niet vergeten is. In zijn installatierede lanceerde de kersverse Burgemeester het concept Verantwoordelijke Hoofdstad: ‘Noblesse oblige: wij willen met iedereen samenwerken om de nationale kar te helpen trekken.. En waarom geen stedenband aangaan met de heftigste krimpgemeenten; Delfzijl, Heerlen en Sluis, gewoon om solidair met hen te zijn en met de expertise die wij hebben te helpen bij de aanpak van de problemen daar?’
Om deze stedenband vorm te geven en contact te leggen is een handvol geïnteresseerde Amsterdamse ambtenaren op reis gegaan naar deze steden. Wederkerigheid en gelijkwaardigheid vormen de basis van de stedenband. Het is niet een kwestie van alleen Amsterdamse know how brengen. De krimp manifesteerde zich eerder dan de financiële crisis, maar heeft dezelfde ruimtelijke gevolgen; leegstand en braakligging. Doordat hiermee in krimpgebieden eerder ervaring is opgedaan is er ook voor Amsterdam veel know how en inspiratie op te halen. In de drie steden, Delfzijl, Sluis en Heerlen, was men van het begin af aan blij met de informele en lichte manier van samenwerken. Op 29 januari 2014 is deze samenwerking bekrachtigd door het sluiten van samenwerkingsovereenkomsten tussen Amsterdam en de partnersteden.
De prijs voor welvaart; toen en nu
De focus in Nederland ligt economisch en daarmee ook ruimtelijk al eeuwenlang op het westen van ons land; de Randstad. Daarmee wordt de werkelijkheid geweld aan gedaan.
Amsterdam kon immers zijn Gouden Eeuw vieren omdat in (Zeeuws-)Vlaanderen destijds werd gevochten met de Spanjaarden. Het was aan het einde van de 16e eeuw, toen de wereldhandel naar Amsterdam verschoof. In 1604, midden in de Tachtigjarige Oorlog, veroverde prins Maurits van Nassau West-Zeeuws-Vlaanderen op de Spanjaarden. Een verovering met grote gevolgen, waaronder het veiligstellen van de positie van de Amsterdamse haven. Dat de bevolking in Zeeuws-Vlaanderen zwaar heeft geleden onder deze Tachtigjarige oorlog lijdt geen twijfel. Ook recenter, in de Tweede Wereldoorlog, leed de bevolking in het strategisch gelegen Zeeuws-Vlaanderen. Naast de inundatie leed men vooral ook door de – militair gezien zinloze, maar verwoestende – geallieerde bombardementen op Sluis en Oostburg waarbij vele burgerslachtoffers vielen.
De mijnbouw – een industrie waarbij de werknemers grote gezondheidsoffers brengen – in Zuid-Limburg heeft tot ongeveer 1970 een grote bijdrage geleverd aan de Nederlandse welvaart. Met het sluiten van de mijnen is vele generaties een werkzaam toekomstperspectief ontnomen.
Gaswinning leidt tot Nederlandse welvaart, maar ook tot veel opofferingen op dit moment. Vele mensen in Delfzijl en omgeving leven nu in angst voor aardbevingen. Ook kan de – door veel werkloosheid getroffen (bijvoorbeeld onlangs door het faillissement van Aldel) – bevolking door de dreiging van aardbevingen hun huis niet of moeilijk verkopen. Daarmee wordt ook hier velen een perspectief ontzegd om elders een nieuw bestaan op te bouwen.
Periferie? Crossing Borders!
De Internationale Bau Ausstellung (IBA) Sachsen Anhalt en reisdoel van de RUIMTEVOLK excursie in 2010, leverde een vuistdikke catalogus op over hoe men in voormalig Oost Duitsland de krimpproblematiek aanpakt. In deze catalogus staat een afbeelding uit 1964 over de – destijds onder het gesternte van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) in het leven geroepen – assisted area’s, waaronder Groningen, Zeeland en Limburg. De oprichtingsvergadering van de EGKS (voorloper van het huidige Europa) vond overigens plaats in Huis de Luijff op het Wilhelminaplein (nu Mijnplein geheten) in Heerlen. Bovengenoemde assisted area’s liggen vaak langs de grens (in de periferie) van het desbetreffende land. Ook daarmee worden werkelijkheden ontkend.
Streetart in Heerlen. Foto: RUIMTEVOLK.
Tussen West Zeeuws-Vlaanderen en Belgisch Vlaanderen is er van oudsher veel uitwisseling. Op taalgebied was dit ook voor Johannes van Dale uit Sluis aanleiding om een woordenlijst op te stellen. Dit leidde tot het standaardwerk voor de Nederlandse taal; het groot woordenboek de Dikke van Dale. Ook kent de gemeente Sluis restaurants met een groot aantal Michelinsterren waar de Vlamingen graag komen eten. Met andere woorden West Zeeuws-Vlaanderen functioneert in een regio met steden als Gent, Brugge en Antwerpen.
Ook Heerlen en omgeving functioneert maatschappelijk en ruimtelijk in internationaal verband; regio’s rondom Aken en Genk en Luik. Aken is vooral bekend om zijn grote technische universiteit. Ook voor Amsterdam kan deze universiteit een aantrekkelijke samenwerkingspartner worden. De Duitse invloed op Heerlen is onmiskenbaar. Heerlen is zelfs Berlijns te noemen. Zo vertoont de in Heerlen zeer mooie streetart/graffity meer overeenkomsten met die van de Duitse Hoofdstad dan die van de Nederlandse. Ook vormt Heerlen/Parkstad mede daardoor de stepping stone om in Nederland het aantrekkelijke Duitse IBA-concept te introduceren.
Solidariteit; Nederland is klein, vier dat groots
Inhoudelijke kennis tussen de stedenbandpartners wordt overgedragen via themabijeenkomsten (cultuur en identiteit, transformatie en leegstand, burgerparticipatie et cetera). Van grote waarde voor Amsterdam is de mogelijkheid dat kinderen (uit diepe armoedesituaties) op vakantie kunnen in Sluis, Delfzijl en Heerlen en omgeving. Ook de samenwerking tussen de Veiligheidsregio’s (brandweer) Amsterdam/Amstelland en Zeeland leidt voor beide partners tot concrete opbrengsten (ervaring met kleine voertuigbezetting, stages en hulp in de zomer). De aanpak van de winkelleegstand in Delfzijl heeft in samenwerking met Amsterdam geleid tot een centrumaanpak in Delfzijl en kennisopbouw in Amsterdam. Het concertgebouworkest treedt op in alle partnersteden. Tussen Heerlen en Amsterdam is er voortdurend uitwisseling tussen creatieve ondernemers. Amsterdam stelt voor het jaar van de mijnen in 2015 zijn kennis van het organiseren van evenementen beschikbaar. Ook zullen in 2015 in de hoofdstad evenementen rond ons nationale mijnverleden plaatsvinden. Bijzonder is dat op de grensvlakken van twee taalgebieden (Vlaams en Nederlands) in Sluis een literaire residentie voor Nederlandse en Vlaamse auteurs wordt gerealiseerd. En tot slot zal in het kader van 200 jaar Koninkrijk der Nederlanden in Delfzijl – de laatste Nederlandse stad die viel onder het gezag van Napoleon – in het voorjaar van 2014 het culturele evenement ‘De laatste vriend van Napoleon’ plaatsvinden.
Kortom, de stedenband leidt tot een andere kijk op Amsterdam en op Nederland; Nederland is klein, vier dat groots!
—
Beeld boven: (Deel van) Eutropolis: crossing borders
Afbeelding Eutropolis beschikbaar gesteld door Maurer United Architect: http://www.maurerunited.nl/
Meer over Eutropolis zie
http://www.neimed.nl/nl/publicatie/eutropolis-shifting-borders-nation-state-regional-identity
http://www.tedxeutropolis.eu/
http://tegenlicht.vpro.nl/tegenlicht/nieuws/2010/november/ambitiekaart-eutropolis.html