Veronderstelde tweedeling Amsterdam is ingeburgerde beeldvorming

05 maart 2014  /  Wouter Veldhuis

Dit artikel komt uit het RUIMTEVOLK archief (2007-2017)

Samen met de Adviesraad voor Diversiteit en Integratie (ADI) heeft Stad-Forum een advies uitgebracht over de vraag of er sprake is van voortschrijdende segregatie in Amsterdam. In het genuanceerde advies wordt onderkend dat er verschillen zijn tussen bevolkingsgroepen, dat deze soms zelfs groter dreigen te worden, maar dat er zeker geen sprake is van een tweedeling in de stad, op welk gebied dan ook (economisch, sociaal, religieus, ruimtelijk, et cetera). Het advies vertelt een ander verhaal dan de ingeburgerde beeldvorming, waarin bepaalde delen van Amsterdam worden neergezet als probleemgebieden, en roept heftige reacties op. Reacties die voorbijgaan aan de vraag of de ingeburgerde beeldvorming wel aansluit bij de realiteit en of het niet juist deze beeldvorming is die bijdraagt aan de veronderstelde segregatie.

Het advies sloeg op 27 februari 2014, minder dan een maand voor de gemeenteraadsverkiezingen, in als een bom. Vooral de politieke partijen die het van oudsher opnemen voor de zwakkere bevolkingsgroepen lieten geen kans onbenut om aan te tonen dat er in Amsterdam wel degelijk sprake is van een schrijnende tweedeling tussen rijk en arm, hoog opgeleid en laag opgeleid, gezond en ongezond, kansrijk en kansloos. Men ziet echter over het hoofd dat door deze sociaaleconomische polarisering de problemen alleen maar groter worden. Niet voor niets stellen de ADI en Stad-Forum dat ‘framing’ een zeer krachtig middel is waar met de grootste terughoudendheid mee om moet worden gegaan.

Optimisme
Ik woon in de Westelijke Tuinsteden, tegenwoordig beter bekend als Nieuw-West. In de jaren zeventig waren deze wijken het toonbeeld van vertrouwen in de toekomst. Het optimisme straalde van iedere straathoek. Mensen hadden er vaak meer dan tien jaar wachttijd voor over om in wijken als Overtoomse Veld, Osdorp of Geuzenveld te mogen wonen. Als zoon van een huisarts speelde ik op straat met vriendjes uit grote arbeidersgezinnen en eenoudergezinnen. Waarschijnlijk ben ik een van de weinigen van die kinderen die na de middelbare school verder is gaan studeren.

De jaren negentig waren een keerpunt. De wijken waren na veertig jaar intensief gebruik toe aan een ingrijpende opknapbeurt. Daarvoor was geld nodig. En de snelste route naar investeringskracht was het uitvergroten van de sociale en economische problemen. In hoog tempo werden er alarmerende manifesten geproduceerd en werden de problemen in de media breed uitgemeten. Hadden de krakers begin jaren tachtig hele veldslagen nodig voor het politiek agenderen van de verloedering van geliefde woonbuurten, in Overtoomse Veld was één goed gemikte baksteen voldoende voor de autoriteiten om een hele wijk weg te kunnen zetten als een broeinest van terrorisme, dat zo snel mogelijk met de grond gelijk gemaakt moest worden.

Confusiusplein-Slotermeer_by-Jane-Johannes-650x349

Confusiusplein, Slotermeer, Amsterdam (Foto: Jane Johannes)

No-go-area
In een paar jaar tijd veranderde mijn geliefde leefomgeving, zonder dat deze wezenlijk veranderde, in een no-go-area. Op verjaardagsfeesten vroeg men zich af hoe ik mij wist te handhaven in de urban jungle van Parkstad (zoals het gebied een tijdje heette). Om de mentale afstand nog verder te vergroten kreeg één van de belangrijkste woningcorporaties de naam Far West. Vette krantenkoppen lieten er geen twijfel over bestaan: het gaat echt helemaal mis in dit verre Westen. Niemand die er niet woonde of werkte kwam er nog. Te ver, te gevaarlijk.

Maar wat wel kwam was geld, veel geld. Geld om de ‘grootste stedelijke vernieuwing van Europa’ vlot te trekken. Grote problemen moet je namelijk groots aanpakken. Ziedaar het succes van ‘framing’. En zeker, de stedelijke vernieuwing heeft veel verbeteringen gebracht. Oude kleine woningen maakten plaats voor moderne goed geoutilleerde nieuwe woningen. Er kwamen meer koopwoningen zodat mensen ook een stap vooruit konden zetten in hun wooncarrière zonder Nieuw-West te verlaten. Maar tegelijkertijd moet ik constateren dat er na 15 jaar vernieuwing ook weer niet zo heel erg veel is veranderd. Men slaagde er nauwelijks in om nieuwe bevolkingsgroepen met een hoger opleidingsniveau of inkomen aan te trekken uit andere delen van de stad. Dankzij de negatieve beeldvorming is het tot op de dag van vandaag voor buitenstaanders geen optie om een woning te kopen in de Westelijke Tuinsteden. Door het probleem te creëren kwam er wel genoeg geld vrij om het vastgoed te vernieuwen, maar de beoogde nieuwe beter gesitueerde bevolkingsgroepen piekeren er niet over om deze woningen te kopen. Afgeschrikt door het slechte imago waarin de wijken al 20 jaar ‘geframed’ worden.

Beter weten
Wat wel gebeurde is dat veel mensen ondanks de negatieve beeldvorming zijn blijven wonen in de Westelijke Tuinsteden, zij wisten wel beter. En velen hebben voor zichzelf, dankzij de vernieuwing, een betere plek gevonden. En natuurlijk zit er tussen de 135.000 inwoners een grote groep mensen die het moeilijk hebben, nauwelijks een goede opleiding hebben genoten en weinig kansen hebben om op eigen kracht een betere toekomst te bereiken. Misschien zelfs meer dan in andere delen van de stad. Maar is dat nu zo wezenlijk anders dan veertig jaar geleden, toen ik met mijn vriendjes op straat speelde? Ook toen waren de Westelijke Tuinsteden arbeiderswijken met veel lage inkomens en mensen met lage opleiding. Ik zie geen verschil tussen een groot katholiek gezin dat in de jaren vijftig een nieuwe woning in Slotermeer betrok en een groot islamitisch gezin dat een vijfkamerwoning betrekt in een vernieuwd deel van Osdorp. Het enige verschil is onze perceptie: optimisme versus pessimisme.

Diskwalificeren
Door de bewoners van de Westelijke Tuinsteden telkens statistisch te diskwalificeren (wat overigens niet zo moeilijk is al je de grachtengordel en Amsterdam Zuid als ijkpunt neemt), help je ze echt niet verder. Sterker nog, je vergroot juist het verschil en toont weinig respect voor het feit dat het merendeel van de mensen probeert op zijn eigen manier het beste van het leven te maken. En bovendien schrik je mogelijke nieuwkomers af, die wel een hogere opleiding hebben genoten en een hoger inkomen hebben. Dus: hou op met het uitvergroten van problemen! Pak de schrijnende gevallen aan, accepteer dat er verschillen zijn en zet de Westelijke Tuinsteden in de etalage als een aantrekkelijk en betaalbaar alternatief voor mensen die niet in de binnenstad kunnen of willen wonen.

Foto boven: Sloterplas, Amsterdam (foto: Wouter Veldhuis)

AmsterdamNieuw-WestSociale segregatieWoningmarkt

Wouter Veldhuis Stedenbouwkundige

Over de auteur

Wouter Veldhuis is architect, stedenbouwkundige en directeur bij MUST



Ook interessant:

Terloopse contacten voor een veerkrachtige stad

Flip Krabbendam en Henriëtta Joosten

Het platteland verandert sneller dan de stad

Anne Seghers

Een fundament voor het verhaal van morgen

Jeroen Niemans