De ontwerper als inspirator

20 januari 2014  /  Judith Schotanus

Dit artikel komt uit het RUIMTEVOLK archief (2007-2017)

Ontwerpers zijn bij de meeste grotere projecten niet meer betrokken bij de initiatieffase. Bij Europese aanbestedingen ligt het programma van eisen, met het aantal en het soort ruimten, al vast. De ontwerper mag er vervolgens nog een vorm bij bedenken. Mijn ervaring met deelname aan de ontwerpmanifestatie ‘Rechtbank van de Toekomst’ toont aan dat ontwerpers een veel fundamentelere rol kunnen vervullen als zij meedenken over gebruik, missie en toekomstvisie van de gebruikers.

Een aanpasbare ronde opstelling in de rechtszaal, een drone op afroep of een rechtbank waar het vonnis meteen op de gevel afleesbaar is; dat zijn de resultaten van drie interdisciplinaire ontwerpteams die aan de slag gingen met de Rechtbank van de Toekomst. Juridische processen en de rol van de rechter zijn sterk aan verandering onderhevig en ICT doet nu pas langzamerhand zijn intrede in de rechtspraak. Het zou logisch zijn als die veranderingen in het gebruik van de rechtbank, ook zijn weerslag hebben op het gebouw, zoals bij ontwikkelingen rond het nieuwe werken het geval is. HiiL innovating justice, een non profit adviesbureau voor de rechtspraak, vroeg samen met Platform GRAS drie teams een plan te ontwikkelen voor de ‘Rechtbank van de Toekomst’ met ieder een andere toekomstvisie als uitgangspunt: de rechtbank als probleemoplosser, de rechtbank als laatste redmiddel – als alle andere mogelijkheden om het geschil te beslechten falen – en de rechtbank die vooral helderheid moet scheppen in juridische kwesties.

Het perspectief van de gebruiker
Mijn team ging aan de slag met een rechtbank die niet alleen het juridische probleem oplost, maar ook het achterliggende sociaal-maatschappelijke probleem. Kern van dit uitganspunt is dat je een verslaafde veelpleger wel kunt veroordelen, hij zal snel weer de fout in gaan als je de verslavingsproblematiek niet oplost. De rechter kan hiervoor ook een psychiater en maatschappelijk werker uitnodigen op de zitting. De rol van de rechter is zo meer faciliterend dan beslissend, maar hij heeft wel een stok achter de deur doordat hij in dit voorbeeld toch een celstraf kan opleggen als de veelpleger niet meewerkt.

Wij verdiepten ons in de rechtspraak via documentstudie en bezochten rechtbanken. Vooral het gesprek met een rechter was erg verhelderend en had veel invloed op ons denken. Hij vond sommige rechtszalen prettiger dan andere en wilde graag een zaal kunnen kiezen die aansluit bij de zaak. Ook uit onderzoek blijkt dat de omgeving van invloed is op de manier waarop mensen de rechtsgang ervaren.

Wij verbonden daaraan als conclusie dat de gebruikers in een probleemoplossende rechtbank centraal staan. Het gebouw moet het beoogde gebruik ondersteunen. Wij willen ervoor zorgen dat deze rechtbank een formeel gebouw is met een vriendelijke uitstraling. Het mag best duidelijk zijn dat het een gebouw is waar iets belangrijks plaatsvindt, maar dan wel op een prettige manier zodat mensen ook inderdaad over hun problemen kunnen praten. De publieke ruimten zijn daarom niet alleen verkeersruimten, zoals in de bestaande rechtbanken. Het zijn informele verblijfsruimten met verschillende soorten plekken die sociale interactie bevorderen. Net als in de politiek zorgen gesprekken in de wandelgangen niet zelden voor een beslissende wending in het proces.

Meedenken
De huidige rechtszaal waarin de partijen naast elkaar zitten en alleen via de rechter communiceren, is niet geschikt voor een probleem oplossende rechtbank. De nieuwe rechtszaal is met een ronde opstelling helemaal gericht op de dialoog tussen de verschillende partijen. De rechter verliest zo zijn intimiderende positie op het podium. Afhankelijk van het aantal personen in de zaal kan de rechter de ruimte groter of kleiner maken met een gordijn. Daarnaast heeft de rechtszaal verrijdbare stoelen. Als er veel spanning is tussen de partijen, heeft deze spanning letterlijk ruimte nodig en kunnen de stoelen verder uit elkaar geplaatst worden. Als de rechter wat meer druk op de ketel wil zetten om een oplossing te forceren kan hij de stoelen juist dichter naar elkaar toe schuiven. Op deze manieren kan hij de ruimte aanpassen aan de specifieke zaak.

De gedachte van HiiL was dat het beeld van de fysieke verschijningsvorm van de Rechtbank van de Toekomst een inspirerende aanvulling op hun discussies over veranderingen in de rechtspraak zou zijn. Juist ontwerpers kunnen als buitenstaander de geschetste toekomstvisie abstraheren en vervolgens de essentie vertalen in beeld. Dit bleek uit het feit dat de verschillende toekomstvisies waar de drie teams mee aan de slag gingen, leidden tot totaal andere plannen. De laatste denkrichting leverde zelfs helemaal geen gebouw op, maar een digitale ruimte. De presentaties van de ontwerpteams werden door het internationale publiek van vernieuwende juristen en rechters enthousiast ontvangen. Voor de juristen werd zo veel concreter wat hun ideeën voor consequenties hebben en wat de positie van de rechtbank in de maatschappij is. Het inspireert en verbreedt hun visie. Christina Biebesheimer, Chief Counsel of the Justice Reform Practice Group bij de Wereldbank, zei dat de concrete visualisaties een verrijking zijn die enorm helpen in haar denken en dit denken verder brengen.

Een visionair ontwerp werkt goed om mensen aan het denken te zetten. Rechters en juristen realiseren zich ineens dat de gebouwen waarin ze werken helemaal niet aansluiten op de toekomstige werkwijze. In de praktijk kunnen veel bestaande gebouwen wel aangepast worden. Ook daarvoor geldt dat architecten de visie van de gebruiker op een meer conceptuele manier kunnen vertalen naar een passende vorm, als zij daarover al in de initiatieffase van het ontwerp kunnen meedenken.

Verdiepen
Deze benadering vraagt ook iets van de ontwerper. Het was nog best lastig om met een groep mensen die geen verstand hebben van de rechtspraak goed en vooral ook eensluidend in beeld te brengen hoe een probleemoplossend proces er in de toekomst uit zal zien. De ontwerper moet zich serieus willen verdiepen in een ander vak of andermans visie en dit vervolgens consequent doorvertalen in een ontwerp. De architect kan niet met een vooropgezet eindbeeld of persoonlijke vaststaande ontwerpstijl werken.

De toegevoegde waarde van de rechter in een probleem oplossende rechtbank is niet langer het opstellen van een goed vonnis, maar het efficiënt oplossen van problemen. In de manifestatie Rechtbank van de Toekomst was de toegevoegde waarde van de ontwerpers een inspirerende bijdrage aan de toekomstvisie en organisatieverandering in een totaal ander vakgebied.

Ontwerpteam probleemoplossende rechtbank: Ashley Bennet, Melvin Kaersenhout, Laurens Mol, Elsbeth Ronner, Judith Schotanus, Laura Vellinga

Organisatie ontwerpmanifestatie Court of the Future door GRAS, Platform voor Groningen Architectuur en Stedenbouw in opdracht van HiiL innovating justice. Meer info: http://www.platformgras.nl/projecten/court-of-the-future-drie-ontwerpen-voor-de-rechtbank-van-de-21e-eeuw-nl

Foto boven: De probleemoplossende rechtbank (bron: Judith Schotanus)

nieuw kapitaal

Judith Schotanus Onderzoeker, (web)redacteur, architect

Over de auteur

Judith Schotanus is architect en studeerde stadssociologie aan de UvA. Haar brede belangstelling gaat uit naar de wisselwerking tussen de gebouwde omgeving en maatschappelijke processen. Zij is medeoprichtster en redacteur van het digitale magazine HAACS over architectuur en stedelijke transformatie in Den Haag.



Ook interessant:

Een grootse traditie van maatwerk

Kris Oosting

De stad heeft altijd vernieuwing nodig

Anita Blom

Het publiek domein als grote gelijkmaker

Anne Seghers en Sjors de Vries