Toen ik mij laatst bij een nieuwe collega voorstelde als wijkmanager, zei ze: “Interessant, die zijn belangrijker geworden.” Ze sloeg de spijker op de kop, maar soms vraag ik mij af of we daar blij mee moeten zijn.
Wijkambtenaren worden opeens gezien als prima gereedschap om de participatiesamenleving mee in te regelen. Zij zijn bij uitstek geschikt om systeemverantwoordelijkheden over wankele bruggetjes naar de burgerwereld te brengen zonder dat er essentiële dingen over de reling vallen. Want dat is de belofte van het groeiende leger aan burgerkrachtadvocaten, waar onze Koning zich in z’n troonrede bij aansloot: een overheveling van taken naar de burger zonder kwaliteitsverlies voor de samenleving als geheel. Nee, zelfs met kwaliteitswinst, en dat met minder geld! Je gaat bijna denken waarom we dit niet veel eerder hebben bedacht. Welnu: omdat het te mooi is om waar te zijn.
Veel burgerinitiatieven zijn goedbedoeld, maar kruimelwerk in de marge.
Kruimelwerk
Veel burgerinitiatieven zijn goedbedoeld, maar kruimelwerk in de marge. Overheidje spelen blijkt bovendien in de praktijk niet zo gemakkelijk. Dat hebben mensen als Klaas Mulder, René Cuperus en Raul Lansink recentelijk overtuigend betoogd. Burgerinitiatieven leunen voor hun voortbestaan meer op publiek geld en aandacht dan Haagse wensdenkers hopen.
In Den Helder hebben we sinds enige tijd enkele buurtbeheerbedrijven. Leveren ze kwaliteit? Ja, vaak wel. Genereren ze meer betrokkenheid in hun buurt? Dat zeker. Bovendien dwingen zij de gemeente ook nog eens tot een flexibeler werkhouding. So far so good, dus. Maar is het ook goedkoper? Nou, nee. Zonder startsubsidie zouden zij het niet hebben gered. Zij vragen nog steeds meer aandacht dan een reguliere aannemer. Zij ontvangen gemeentelijke beheergelden. En dan heb ik de uren die ik er als wijkmanager in heb gestoken nog niet eens meegerekend.
Goedkoper
Met sociale wijkteams is het al niet veel anders. Prima teams, maar goedkoper? Voorlopig niet. De begeleider van het sociale wijkteam in mijn wijk De Schooten heeft me al laten weten dat borging door de gemeente noodzakelijk zal zijn voor verdere ontwikkeling. En borging is meestal geen druk op de knop. Borging kost tijd, geld en aandacht.
En dan al die andere dingen… Samen met bewoners een kindvriendelijke wijk creëren? Goed idee, maar mijn collega’s kreunen onder de hoeveelheid werk. Uitkeringsgerechtigden voor hun geld laten werken? Kan, maar onderschat de noodzakelijke begeleiding niet.
De participatiesamenleving kost meer dan we denken. Ik ben ervan overtuigd dat het een betere samenleving kan worden. Met een betere overheid ook vooral, en een minder diepe kloof tussen overheid en burger. Maar ik raad het Ministerie van Financiën af om de beoogde bezuinigingen al in te boeken. Doen ze dat toch (en dat doen ze), dan zullen zowel collectieve verworvenheden als bijvoorbeeld veiligheidsnormen er onherroepelijk onder lijden. En overspannen ambtenaren zullen – oh ironie – zeggen dat ze voor het goed inregelen van de participatiesamenleving geen tijd meer hebben.
Omdat ze gelijk opgaan, dreigen bezuinigen en participeren synoniemen te worden. De participatiesamenleving wordt straks geassocieerd met uitholling van publieke waarden. En al die wijkambtenaren die zich naïef voor het karretje van bezuinigers hebben laten spannen, krijgen dan te horen: “Zie je wel dat participatie niet werkt?” Dat zou een jammerlijke en oneerlijke conclusie zijn. Want participatie werkt wèl. Alleen niet met de helft minder geld.
—
Dit blog verscheen eerder op de website van het LPB – Platform voor wijkgericht werken.
Foto boven: Duisburg. Bron: RUIMTEVOLK
Martin van der Maas Planoloog en wijkmanager
Martin van der Maas is planoloog, nu werkzaam als wijkmanager bij de gemeente Den Helder. Binnenkort start hij als planoloog bij de Dienst Ruimte en Duurzaamheid van de Gemeente Amsterdam, Voorheen was hij werkzaam bij de provincie Gelderland en bij Rooilijn, vaktijdschrift voor de planologie. Fascinaties: de systeemwereld jegens de leefwereld, organische wijkontwikkeling, Jane Jacobs