Anno 2013 een manifestatie organiseren onder de titel ‘Nieuw Kapitaal’, getuigt van moed. Er dan ook nog een rood beeldmerk bij maken plús de contouren van een rijzende zon, is vrágen om communistische associaties. Toch heeft Nieuw Kapitaal denk ik niet zozeer te maken met ideologische vergezichten, alswel met een revolutie op duizend (micro)platforms die zich sinds enkele jaren in de planologische ruimte voltrekt.
Het traditionele beeld van een revolutie omvat een omwenteling op basis van een ideologisch programma. Op zijn laatst sinds de communistische en fascistische debacles is de gemiddelde mens voorzichtig met zulke vergezichten. Tegelijk beseft een groeiende groep burgers dat het zogenaamde neoliberalisme ook geen garantie is voor een duurzamere wereld. In die pseudo-ideologie wordt alles onderhevig aan monetarisering en consumentisme: je bent wat je hebt en wie niets heeft is niets. Het neoliberalisme neigt tot een uitholling van een doorleefde humaniteit en tot een ondermijning van de relatie met de leefomgeving.
Relationele planologie
Dat is in grove lijnen één kant van de wereld waarin we verzeild zijn geraakt. Maar een andere kant is in opmars. Een kant waarin steeds meer ruimte ontstaat voor nieuwe manieren om met de ruimte om te gaan. Tijdens Expeditie 2012 was er volop aandacht voor tijdelijk anders bestemmen en tijdelijk eigenaarschap. Zelf had ik het voorrecht samen met InnovatieNetwerk betrokken te zijn bij de opkomst van het tijdelijkheidsdenken in Nederland. Zie bijvoorbeeld de publicatie Tijdelijkheid als Toekomst, dat de contouren schetst van een relationele planologie. Als filosoof vond ik het een ontdekking dat de Nederlandse planologie (en de bijkomende regelgeving) nog goeddeels vertrekt vanuit een ‘eeuwigheidsparadigma’: wat je bouwt of ontwikkelt doe je voor de eeuwigheid. In plaats daarvan bepleitten we tijdelijkheid als vertrekpunt. Met als consequentie je je dús rekenschap moet geven van toekomstige bestemmingen die je nu nog niet kent. En als moraal dat juist tijdelijkheid en tijdelijk eigenaarschap een koningsweg vormen naar duurzaamheid.
Intrinsieke waarde
Dat prompt een jaar later Nieuw Kapitaal op de agenda van RUIMTEVOLK staat wekt geen verbazing. Ook filosofisch gezien is het een logisch vervolg op de aandacht voor tijdelijkheid. De vele voorbeelden van tijdelijk gebruik (van guerilla gardening tot tijdelijke natuur tot tijdelijke woonvormen tot tijdelijk wilderniswonen…) maken duidelijk dat de waarde hiervan amper is te vangen in traditionele termen. Als je weet dat je een gebied na een bepaalde termijn moet teruggeven, dan verandert ook de relatie met die ruimte. De monetaire (bezits)relatie wordt opengebroken, andere vormen van waardering treden op de voorgrond. Het gevolg is dat we in Nederland de laatste jaren getuige zijn van vele voorbeelden waar mensen zich niet primair tot een ruimte (een park, een perceel natuur, een stuk vastgoed) verhouden vanuit bezitsoverwegingen of winstmaximalisatie, maar vanwege de intrinsieke waarde van het gebruik.
Een stille revolutie is in volle gang. Een microrevolutie of een ‘bottom-up revolutie’ die zich voltrekt op ‘duizend platforms’. Een langzame ommekeer die net op tijd komt om de vastgoedbubble in goede banen te leiden. Die bubble zit ’m in onder andere de leegstand van kantoorpanden die zich uitstekend lenen voor alternatieve vormen van tijdelijk gebruik. Maar hij sluimert ook op het platteland waar grondposities en een steeds minder reële grondwaarde een tijdbom vormen. Vanuit een neoliberale bril zijn alternatieve vormen van tijdelijk gebruik moeilijk voorstelbaar. Maar ze worden voorstelbaar als de intrinsieke waarden te vertalen zijn in pecunia, zoals bezuinigingen in bijvoorbeeld zorg of subsidie. Eén van de uitdagingen is dan ook om de talrijke micro-ontwikkelingen de ruimte te geven die nodig is om een macro-debacle op het terrein van de vastgoedwaardering af te wenden.
Juiste vragen stellen
Hoe dat kan gebeuren? Allereerst door de juiste vragen te stellen. Zoals: wat is de beste manier om de relatie mens/ruimte te duiden? Kan het zijn dat de mens niet alleen de ruimte produceert, maar de ruimte ook de mens? Wat betekent het om de relatie mens/ruimte te bepalen als een proces van wederzijdse transformatie? Is zo’n model van wederzijdse transformatie ook toe te passen op wat het betekent om iets te waarderen? Ofwel: hoe moeten we deze transformatie zelf waarderen c.q. hoe kunnen we hem stimuleren door op voorhand een bredere praktijk van waardering in stelling te brengen?
Voorlopige conclusie: bij de ‘microrevolutie’ van de Nederlandse ruimte moeten we voorzichtig zijn met nieuwe ideologieën. Dat wil echter niet zeggen dat we niet gebaat zijn bij een nieuwe taal. Deze taal moet zich rekenschap geven van het ‘in elkaar’ van mens en ruimte. En moet laten zien hoe dit ‘in elkaar’ ook van toepassing is op de sferen van het geld, het bezit en in beginsel alle vormen van waardering. Daarbij zou het niet verbazen als blijkt dat zich daadwerkelijk een Nieuw Kapitaal aftekent: het kapitaal dat zichtbaar en kapitaliseerbaar wordt als we avontuur aandurven om te begrijpen wat het betekent dat mens en ruimte elkaar transformeren en de verantwoordelijkheidsrelatie die hier bij kan horen.
Relationele economie
Precies op dit punt is een relationele planologie (een planologie gebouwd op het ‘in elkaar geworpen zijn’ ofwel de throwntogetherness van mens en ruimte) uit te breiden tot een relationele economie. Daarin bepaalt de mens niet alleen hoe en wat de ruimte waard is, maar geldt dit ook vice versa: de kwaliteit van de leefomgeving als indicatie voor de ‘waarde’ van de gebruikers. Nederland kan hierin laten zien wat het waard is: voor onszelf, voor onze leefomgeving en voor de rest van de wereld. Boeiend pionierswerk tekent zich af. Ruimtebevolkers aller landen, aan de slag!
—
Govert Derix zal ook een bijdrage leveren aan Expeditie 2013 in de deelsessie ‘De Nieuwe Overheid‘
Foto boven: Nederland vanuit de ruimte, foto gemaakt door milieusatelliet Envisat (beeld: ESA)
Govert Derix Filosoof, adviseur en schrijver.
Govert Derix is filosoof, adviseur, columnist en schrijver. Voor InnovatieNetwerk schreef hij Tijdelijkheid als Toekomst, over de betekenis van tijdelijke bestemmingen en de contouren van een relationele planologie. De ecologische implicaties hiervan zijn uitgewerkt in Testament van Terra, over de relatie tussen burgerlijke betrokkenheid en natuurbeleid. Derix publiceerde o.a. over gebiedsontwikkeling, architectuur, zorg, het Rijnlands model, het Amazonegebied en cultuurfilosofie. Zijn laatste ideeënroman is Gods Geschenk. Daarin wijzen de twaalf wegen naar Compostela de weg naar een nieuwe economische orde. Zijn nieuwe roman De sjamaan van Sevilla verschijnt in de loop van dit jaar. Meer info op www.govertderix.com.