Sociale stijging door particulier initiatief

10 mei 2013  /  Hanneke Schreuders

Dit artikel komt uit het RUIMTEVOLK archief (2007-2017)

Sociale stijging van bewoners en buurten makkelijker maken vanuit de lokale kracht van ondernemende mensen in de wijk. Dit zag ik toen ik twee maanden woonde en werkte in een aandachtswijk van Brooklyn, New York. Ik voerde als vrijwilliger twee onderzoeken uit voor, en draaide mee in, de organisatie van een community development corporation. Een uit de kluiten gewassen bewonersbedrijf opgericht in de jaren ’70.

Ik was nieuwsgierig hoe Amerikanen in een kleinere verzorgingsstaat werken aan de ontwikkeling van mensen en wijken. Ik zag in veel wijken community academies en sprak verschillende community leaders, bewoners die hun buurtbewoners meekrijgen bij het maken van plannen. Zij hadden door-knocking en outreaching als specialty. Ik zag de grote impact van private fondsen die werken aan innovation for poverty en ik zette een campagne op met bewoners om betaalbare woningen van private verhuurders te behouden. In Nederland werken we hard aan ‘meer burger minder overheid’. In Amerika zag ik voorbeelden van particulier initiatief waarvan we kunnen leren. Vier lessen uit New York voor het bestendigen van burgerinitiatieven, wijkondernemingen, wijkinvesteringszones en initiatieven van sociale ondernemers voor sociale stijging .

Anders dan de Engelse community enterprises (en de Nederlandse Wijkondernemingen) zijn de Amerikaanse community development corporations in de eerste plaats gericht op sociale stijging van het individu in de wijk, daarna pas op de wijk zelf.

Mijn collega´s bij de community development corporation, genaamd Fifth Avenue Committee, geloven erin dat mensen pas echt kunnen stijgen op de maatschappelijke ladder als zij zich op meerdere fronten kunnen ontwikkelen. De community development corporation biedt daarom verschillende diensten aan: betaalbaar wonen, werkgelegenheidsprogramma’s, onderwijsprogramma’s en empowerment-activiteiten. Je zou het kunnen vertalen als een buurtontwikkelingsbedrijf, al is de rechtsvorm te vergelijken met een stichting. En winst maken is geen vies woord. Op enkele activiteiten verdienen zij en dat laten ze terugvloeien in andere programma’s. ‘Lees ik hier niet het Engelse voorbeeld van de community enterprises of de Nederlandse wijkonderneming?’, denkt u nu misschien. Anders dan de Engelse community enterprises (en de Nederlandse Wijkondernemingen) zijn de Amerikaanse community development corporations in de eerste plaats gericht op sociale stijging van het individu in de wijk, daarna pas op de wijk zelf.

Deze tegeltjes wijsheid hangt prominiment in het kantoor van de Community Development Corporation in Brooklyn.

Deze tegeltjes wijsheid hangt prominiment in het kantoor van de Community Development Corporation in Brooklyn.

Les 1: ontschotting en onafhankelijkheid
Om die sociale stijging makkelijker te maken, worden diensten vanuit één organisatie aangeboden. Oftewel: ontschotting tussen sectoren op lokaal niveau. Dit is mogelijk omdat de organisatie niet van de overheid is. Het burgerinitiatief (privé-initiatief) is vrijer om haar activiteiten te bepalen en kan kan bewegen op verschillende beleidsterreinen. De community development corporation doet wat binnen de missie past en waarvoor ze geld weet te regelen. De begroting wordt gedekt met subsidie vanuit verschillende overheden, private fondsen en inkomsten door beheer en verhuur van betaalbare woningen van private verhuurders. Alle drie verantwoordelijk voor ongeveer een derde van de begroting. Door de verschillende geldstromen en doordat zij niet van de overheid zijn, kan de community development corporation als onafhankelijke partij bewegen en sneller reageren op de vraag uit de wijk.

Les 2: betaalbaar huren bij particulieren
Een ander vernieuwend voorbeeld is het aanbod van betaalbare woningen door particuliere verhuurders, groot en klein. Hier staat een tijdelijke subsidie van de overheid tegenover. Het systeem is zeer flexibel. Verhuurders kunnen bijvoorbeeld tien jaar hun woning als betaalbare woningen verhuren en daarna beslissen om de woning op de private markt aan te bieden. Ze bedienen hiermee mensen die niet voor sociale huurwoningen in aanmerking komen, maar ook niet op de vrije huurmarkt of op de koopmarkt terechtkunnen. De community development corporation bouwt zelf ook woningen. Met subsidies van vooral private vermogensfondsen organiseren zij geld om zelf te ontwikkelen, te verhuren en te beheren. Private partijen die betaalbare huurwoningen aanbieden, dat is interessant voor de Nederlandse woningmarkt. Niet perse het subsidie-element, dat is het oude denken. Maar wel: wat zijn de prikkels voor particuliere verhuurders om betaalbaar wonen aan te bieden? Vanuit Platform31 loopt hiernaar een verkennend onderzoek dat deze zomer gereed komt.

Private partijen die betaalbare huurwoningen aanbieden, dat is interessant voor de Nederlandse woningmarkt.

Les 3: Continuïteit en professionaliteit van initiatief
Veel kunnen we van de Amerikanen leren over het professionaliseren van burgerinitiatieven. De community development corporation is ooit opgezet door bewoners en is nu een volledig professionele organisatie. Een organisatie waar iedereen als betaalde kracht diensten uitvoert en waar expertise en continuïteit in de organisatie is verankerd. Die combinatie van expertise en continuïteit is ook belangrijk voor het duurzame succes van Nederlandse burgerinitiatieven, wijkondernemingen  en sociale ondernemingen. Niet alles is duurzaam te organiseren als alles op vrijwilligers moet draaien. Dat stelt grenzen aan de continuïteit en duurzaamheid van het initiatief. Zelf vind ik de kritiek op het gebrek van duurzaamheid  van burgerinitiatieven altijd een beetje krom. Het moet duurzaam, maar mensen moeten wel alles als vrijwilliger in hun eigen tijd doen. In de discussies hierover bespeur ik terughoudendheid. ‘Initiatieven moeten wel van burgers blijven en niet te veel geprofessionaliseerd worden of afhankelijk zijn van subsidies’. In Brooklyn werd een bewonerscampagne tegen huisjesmelkers begeleid door één professionele kracht en een betrokken bewoner. Extra geld dat vrijkomt via een subsidie van een particulier fonds zal  ingezet worden om een andere actieve bewoner deels te laten betalen voor zijn werk. Maak ruimte voor een ander type ondersteuning dan sec een vrijwilliger of sec een werknemer.

Les 4: lokale kracht benutten
Het benutten van de lokale kracht hebben mijn collega’s in New York goed begrepen. In Nederland gaat het vaak over het begrip ‘best person’.  Dit zijn sleutelfiguren in een buurt – zowel bewoners als professionals –  die ondernemend zijn, lokale kennis hebben en mensen kunnen verbinden. Bij de community development corporation werken alleen maar ‘best persons’. Mensen zijn geselecteerd vanwege hun buurtkennis en hun lokale sociale netwerk, expertise, vaardigheden en het spreken van migrantentalen zoals Spaans of Chinees. Opleidingsniveau is veel minder belangrijk. Zo werkte er een man die een campagne moest organiseren met de buurt. Teksten schrijven kon hij slecht. Maar mensen in de kerk krijgen die meededen aan de campagne des te beter; het zat afgeladen vol dankzij zijn netwerk en enthousiasme.

Het Amerikaanse voorbeeld inspireerde mij en Platform31 de handschoen op te pakken en het debat te verdiepen en te experimenteren met het verder professionaliseren van burgerinitiatieven, wijkondernemingen, wijkinvesteringszones en sociaal ondernemers die maatschappelijke ambities hebben. Dit doet Platform31 nu met het startende experiment Wijkinvesteringszones, waarbij we werken aan organisatievormen waarbij gemeenten, private fondsen en het bedrijfsleven bewoners ondersteunen om hun ambities voor de buurt te verwezenlijken. Maar waar buurtinitiatieven of wijkondernemingen zich vooral inzetten voor sociale stijging van het individu – de mensen uit de buurt – hebben we nog minder op het vizier. We komen graag in contact met bewoners, ondernemers, gemeenten die hun nek durven uit te steken om sociale stijgingsroutes bottum-up en vanuit particulier initiatief vorm te geven.

Betaalbare huurwoningen ontwikkeld met privaat geld en beheert door de Community Developement Corporation. Foto: Hanneke Schreuders

nieuw kapitaalVerenigde StatenWoningmarkt

Hanneke Schreuders Projectleider

Over de auteur

Hanneke Schreuders werkt bij Platform31, het landelijke kennisinstituut voor stad en regio. Ze werkt er rond verschillende thema’s zoals de publieke ruimte, zelforganisatie van bewoners en de interactie daarbij tussen overheid en burger, en particuliere woningverbetering. Hanneke studeerde sociologie en stadsgeografie in Utrecht. Ze zette vanuit haar studentenvereniging samen met een woningcorporatie een project op met kinderen om de wijk leuker te maken. Dit project vormde de aanleiding voor de oprichting van Stichting Move waarvan zij enige jaren directeur was en dat nu in vijf steden actief is.



Ook interessant:

Radicale maar realistische ideeën voor een nieuw platteland

Anne Seghers

Maak bedrijventerreinen klaar voor de (circulaire) toekomst

Cees-Jan Pen

Verdichting vraagt om verrijkende participatie

Karin de Nijs, Marie Morel, Sandra Bos en Stan Majoor