De interieurarchitectuur en -inrichting heeft het al ontdekt. De architectuur en stedenbouw lijken voorzichtig te volgen. De wederopbouw stijl is in. De jaren vijftig en zestig werden al lang omarmd in de mode met merken als PinUp Couture en Betty Page; in de interieurs met ontwerpen van Eames, Gispen en Pastoe. En denk ook eens aan de TV serie Mad Men. Nu lijkt het erop, dat ook de architectuur uit die tijd aan populariteit wint. Is fifties- en sixties architectuur de nieuwe trend?
Dit idee ontstond bij mij door een klushuizenproject aan de U.J. Klarenstraat in Amsterdam Nieuw West. De typische portiekflat uit 1952 spreekt tot de verbeelding van een brede doelgroep die hier haar woonwensen realiseert. Genoemd worden kwaliteiten als “veel licht en lucht”. Typisch voor die bouwperiode, gekenmerkt door het mantra van het Nieuwe Bouwen: “lucht, licht en ruimte”. Ook ik zelf was aangenaam verrast, toen ik een leeggesloopt appartement van binnen zag. Door de relatief ondiepe woningen en grote raampartijen, hoef je hier geen ingewikkelde vides of dure puien te bedenken om genoeg licht in je huis te krijgen. Goed over nagedacht destijds. Om verdere onderbouwing te vinden voor een groeiende populariteit van wederopbouwarchitectuur deed ik wat verkennend kwalitatief onderzoek.
Zwart-gebrilde intellectuelen en nostalgiezoekers
Ik belde met het Van Eesteren Museum in Amsterdam (Cornelis van Eesteren is de grote bedenker van de wederopbouw wijk de Westelijke Tuinsteden in Amsterdam). Het museum herkent de stelling. De bijeenkomsten van het museum worden steeds drukker bezocht en het aantal vrijwilligers neemt maandelijks toe. De toenemende interesse is zeker niet alleen van zwart-gebrilde intellectuelen en nostalgiezoekers, maar zeker ook van “meer eenvoudige” vaak jonge mensen van onder de dertig. Dat de Westelijke Tuinsteden zeker niet in de vergetelheid raken (eerder hip worden), bewijst ook de 60e verjaardag van de wijk, die 60 weken lang groots wordt gevierd: Nieuw West Open.
Daarna schoof ik aan bij de Rijksdienst Cultureel Erfgoed (RCE) in Amersfoort. Ook zij merken een groeiende interesse onder jonge mensen in jaren vijftig architectuur. Maar ook bij bestaande bewoners en “nostalgiezoekers”. Zo zijn er inmiddels veel voorbeelden waarbij bewoners in protest gaan tegen sloop van jaren vijftig architectuur. Zoals de Lijnbaanhoven in Rotterdam, Jeruzalem in Amsterdam en Vrieheide in Heerlen.
Zij vertelden dat ook de Rijksoverheid deze bouwperiode in het zonnetje zet. In 2011 stelde RCE in opdracht van Staatssecretaris Zijlstra 30 gebieden van “nationaal belang” vast uit de wederopbouwperiode. In 2010 werd als de “Wederopbouw Top 100” bekend gemaakt, met parels van de wederopbouw uit 1940-1958. Staatssecretaris Zijlstra maakte begin 2012 bekend opnieuw 100 Rijksmomenten uit de wederopbouw te willen aanwijzen, maar dan de periode 1959-1965.
Blokker Rotterdam, oorspronkelijk ontwerp en renovatie in 2010 door Kraaijvanger (foto: Hans Morren, www.hansmorren.nl)
Als effect van dit soort Top 100 verkiezingen, hoort de RCE van veel gemeenten een groeiende trots om gebouwen uit de wederopbouw te herontwikkelen in plaats van te slopen. Vaak overigens ook ingegeven door de economische neergang. Veel gemeente en corporaties kijken daardoor meer naar renovatie (in plaats van sloop en nieuwbouw) en dus ook van jaren vijftig- en zestig architectuur.
Parels van de Rotterdam
Alleen Amsterdam vond ik te beperkt, dus ging ik ook op zoek naar onderbouwing in Rotterdam, waar ik belde met Architectuurcentrum Rotterdam (AIR) en Van Schagen Architekten. Die laatste is gespecialiseerd in herontwikkeling van jaren vijftig en zestig architectuur. Ook zij zien een groeiende populariteit voor herontwikkeling panden uit deze tijd. Deels is het een onderbuikgevoel, maar toch zien zij ook een groei van het aantal vragen van gebouweigenaren die een dergelijk gebouw nieuw leven in willen blazen.
AIR was de belangstelling van “het grote publiek” voor festivals als ZigZag City opgevallen, waar de Rotterdamse Lijnbaanhoven (wederopbouw) het stralend onderwerp en decor waren. Ook noemden zij de herontwikkeling van twee Rotterdamse wederopbouw parels: het Blokkergebouw en Hufgebouw, geïnitieerd en gefinancierd door ondernemers.
Alle mensen die ik sprak, bevestigen op basis van hun dagelijkse praktijk, een groeiende belangstelling voor wederopbouwarchitectuur. Het is een nog wat onbekende smaak. Koriander in de jaren negentig. Mobiele telefoons in de jaren tachtig. Maar voor de trendsetters en early adaptors onder ons. Nieuw leven voor fifties- en sixties architectuur is echt wel het nieuwe ding.
—
Foto boven: HUF gebouw, Van den Broek & Bakema, renovatie in 2009 door Wessel de Jonge Architecten (foto: www.top010.nl)