De hackable wereldstad

04 maart 2013  /  Matthijs Bouw en Michiel de Lange

Dit artikel komt uit het RUIMTEVOLK archief (2007-2017)

Het grote investeringsproject van de toekomst ligt in het optimaliseren en beter benutten van de bestaande steden. Door onder meer de financiële crisis, demografische verschuivingen, peak mobility en de digitalisering van de samenleving moeten steden flexibeler kunnen inspelen op veranderende omstandigheden. Daar hoort ook een conceptuele verschuiving in het denken over stadsontwikkeling bij: niet langer is bezit bepalend, maar de vraag hoe verschillende spelers gebruik kunnen maken van de kansen die de stad biedt. Digitale media spelen een essentiële rol in deze omschakeling, maar de vraag is vooral hoe we deze nieuwe technologieën in gaan zetten.

In de stad liggen mogelijkheden verscholen die op dit moment niet benut worden, zowel in de fysieke ruimtes die op meerdere manieren gebruikt kunnen gaan worden, als in de sociale processen die zich daar af kunnen gaan spelen. Om die potentie aan te breken, is het nodig instrumenten te ontwikkelen en te gebruiken om inzicht te krijgen, verbanden te leggen en ‘systemen’ adaptief te kunnen koppelen. De metropool als brein – om Zef Hemel te parafraseren – is niet alleen gebaat bij de betrokkenheid van de miljoenen mogelijke spelers; ze heeft ook informatie nodig om het handelen op te baseren. Die informatie over ruimtes, gebruik, netwerken, stromen moeten we in kaart brengen en toegankelijk maken via een ‘grid’.

Smart versus social cities
Digitale media spelen een essentiële rol in deze omschakeling, maar de vraag is vooral hoe we deze nieuwe technologieën in gaan zetten. Enerzijds vormen lokale overheden, technologiebedrijven en kennisinstellingen consortia om steden met informatica tot ‘smart cities’ om te vormen. Hierbij worden digitale technologieën ingezet om stedelijke processen te optimaliseren en efficiënter te maken zoals mobiliteit en gezondheidszorg. Anderzijds nemen burgers en cultureel-maatschappelijke organisaties steeds vaker het heft in eigen handen. Voortbordurend op de online ethiek van do-it-yourself (DIY) eigenen zij zich de stad toe en ondernemen ze collectieve acties: van samen stadstuintjes verzorgen tot het opzetten van sensornetwerken voor gedistribueerde metingen van geluidsoverlast of luchtkwaliteit.

Wij menen dat deze ontwikkelingen nog teveel losstaan van elkaar om een duurzaam toekomstperspectief te bieden voor stedelijke transformatie. De smart city vertrekt teveel vanuit een technische, nuttige visie op wat de goede stad is maar vergeet hierbij vaak de publieke zaak en de verscheidenheid aan identiteiten van burgers. Andersom zijn bottom-up initiatieven in de ‘social city’ vaak te versnipperd. Ze haken onvoldoende aan bij institutionele partijen en ontberen zo slagkracht en schaalbaarheid. Ook lijden ze soms aan een hoog ‘onder ons’ gehalte dat eerder dorps dan stads aandoet.

De burger moet serieuzer worden genomen en geholpen bij initiatieven door veel meer toe te staan en vooral ook door sneller te werken. Met een kleinere reactietijd en minder bureaucratie kan de overheid beter inspelen op burgerinitiatieven. Zo draagt zij zorg voor een professionalisering van de social city om een smart city te creëren die gebaseerd is op de intelligentie van de commons.

Eindhoven hackable wereldstad (bron: One Architecture)

Eindhoven hackable wereldstad (bron: One Architecture)

Eindhoven
Digitale technologie doorbreekt de continuïteit van schalen, territorium, ruimte en besturingssystemen waarmee de ruimtelijke planners en ontwerpers gewend zijn te werken. Als zij naast verticaal ook horizontaal gaan denken, wordt het hele proces waarin stedenbouw nu is georganiseerd, doorbroken.

In Nederland is Eindhoven één van de interessantste plekken voor een ontwerpend onderzoek naar de ruimtelijke implicaties van deze opgave: in weinig andere steden is de scheiding tussen bedrijfsmatig gedreven hightech innovatie en stedelijke (sub)culturen zo groot. Via een tiental strategieën kunnen de slimme- en sociale stad in Eindhoven beter met elkaar worden verbonden en wordt de stad een potentieel speelveld voor nieuwe (fysieke en organisatorische) vormen van stedelijke ontwikkeling. Eindhoven kan de proeflocatie voor de eigen innovatie worden. De uitdaging hierbij is om niet in de val te trappen een nieuw groot top-down planningsverhaal te formuleren. Het gaat dan ook meer om het onderzoeken en ontwerpen van de condities voor stedelijk eigenaarschap van burgers en organisaties, en van de (maatschappelijke en economische) verdienmodellen die daar de ‘drive’ achter kunnen zijn. De strategieën geven aan hoe bedrijven, overheden en de cultureel-maatschappelijke sector bij elkaar te brengen zijn en hoe met behulp van digitale mediatechnologieën Eindhoven is om te vormen tot een waarlijk slimme hackable wereldstad. Hieronder bespreken we er drie, de overige strategieën zijn te vinden in het volledige artikel dat gedownload kan worden op onze site.

Capaciteit vergroten
Door autodelen en efficiënter gebruik zijn er minder auto’s en parkeerplaatsen nodig. Die ruimte kan benut worden om nieuwe programma’s toe te voegen, zoals speelplekken of parken, maar ook voor verdichting. Minder auto’s betekent ook minder wegen en meer ‘walkable neighbourhoods’. Een project als ‘depave’ laat al zien welke mogelijkheden er zijn voor het omvormen van parkeerruimte.

De geaggregeerde data van de stad kunnen ook dynamisch gebruikt worden voor een soort pop-up planning: het rerouten van verkeer en anders inrichten van infrastructuur. Bijvoorbeeld een rijstrook minder of op bepaalde tijden de weg afsluiten.

Betrekken en hacken
Gebruikers verzamelen data over de stad zoals slecht wegdek (Biketastic), hoge luchtvervuiling (Green Watch/City Pulse) of prettige hardlooproutes (Nike+ City Runs). Dit maakt duidelijk hoe mensen de stad gebruiken en zo kunnen er gericht investeringen worden gedaan om plekken aantrekkelijker te maken.

Het organiseren van groepen kan kleinschalige initiatieven stimuleren. Waardoor er op een meer intieme en collectieve manier met de stad wordt omgegaan.

Bij software ontwikkeling wordt eerst een protoversie en de reacties daarop getest. Deze manier van werken met een ‘minimal viable product‘ zou ook toegepast kunnen worden in de ontwikkeling van steden. Niet eerst een compleet proces optuigen en de definitieve keuze volledig technisch uitwerken om er vervolgens achter te komen dat het niet werkt.

Verbeteren
Bij energieverbetering kunnen schaalvoordelen worden benut, bijvoorbeeld door mensen te stimuleren om gezamenlijk te investeren in zonnepanelen, in plaats van ieder voor zich. Daardoor kan de plaatsing efficiënter, bijvoorbeeld in één keer op het dak van een bedrijfshal, is het netto rendement per investering aanmerkelijk groter en kan de winst verdeeld worden. Een voorbeeld van opschalen is ‘Herman de zonnestroomverdeler‘.

 

Auteurs: Matthijs Bouw, Froukje van de Klundert, Michiel de Lange en Martijn de Waal

Dit blog werd geschreven naar aanleiding van ons project Eindhoven Hackable Wereldstad. Dit project is het resultaat van de ‘werkweek Metropool NL‘ waar One Architecture en The Mobile City op uitnodiging van de Vereniging Deltametropool aan deelnamen.

Foto boven: Eindhoven hackable wereldstad, streetview (bron: One Architecture)

Eindhovennieuw kapitaalOpen dataSocial mediaStedenbouw

Matthijs Bouw Architect en directeur One Architecture

Over de auteur

Matthijs Bouw werkte in de jaren '90 voor private partijen aan studies voor Schiphol in Zee en de introductie van Rondje Randstad. Nadien organiseerde zijn bureau One Architecture het Ontwerpatelier Deltametropool. In de afgelopen jaren was Bouw ateliermeester bij de Structuurvisie Randstad 2040, verkende hij de nieuwe generatie sleutelprojecten, en ontwierp hij aan de Olympische Hoofdstructuur. Hij is ontwerper en supervisor van een aantal stedelijke vernieuwingen en gebiedsontwikkelingen. Ook ontwierp One een aantal bijzondere transformaties van bestaande gebouwcomplexen, zoals het Jozef Ziekenhuis in Deventer. Bouw’s expertise bevindt zich op het snijvlak van ruimte en infrastructuur.

Michiel de Lange Medeoprichter en redacteur The Mobile City

Over de auteur

Michiel de Lange is samen met Martijn de Waal oprichter van The Mobile City. The Mobile City onderzoekt de invloed van digitale media technologieën op het stadsleven, en de gevolgen voor stedenbouw. "We willen graag samenwerken met instellingen, organisaties en personen uit verschillende disciplines die onze interesse in deze onderwerpen delen."



Ook interessant:

Een fundament voor het verhaal van morgen

Jeroen Niemans

De ambitieuze wijk van morgen

Chris ten Dam, Gerjan Streng, Maarten Hajer, Peter Pelzer en Thijs van Spaandonk

Sociaaleconomisch beleid: wat kunnen provincies en gemeenten doen?

Maarten Allers