De waarde van toevallige ontmoetingen

26 februari 2013  /  Paul de Bruijn

Dit artikel komt uit het RUIMTEVOLK archief (2007-2017)

Een plek die mensen en kennis samenbrengt levert innovaties en business op, al is dat niet altijd op die plek en tussen die mensen, maar kan dat asynchroon. Sebastian Olma toont dit aan met onderzoek in het boek The Serendipity Machine, a disruptive business model for Society 3.0.

Serendipiteit omschrijft Olma als ‘onverwachte conversaties en kennisuitwisseling in innovatieprocessen’. Het is een term die je steeds vaker aantreft in beleidsnota’s , vooral als het gaat om broedplaatsenbeleid of alternatieve ontwikkeling van stedelijke ruimte. Olma wil daar met zijn onderzoek naar de praktijk van serendipiteit een ‘disruptive business model’ aan toevoegen. Een vernieuwend verdienmodel waarmee hij streeft naar een wijze van innoveren die leidt tot het creëren van nieuwe markten of waardeketens die uiteindelijk bestaande markten kunnen vervangen.

Seats2Meet als proeftuin
Het onderzoek naar de ‘toevallige ontmoeting en conversatie’ verrichtte Olma in de Utrechtse thuisbasis van co-working hotspot Seats2Meet, een initiatief van ondernemer Ronald van den Hoff, die tevens auteur is van het omvangrijke boek Society 3.0. Volgens Olma is Seats2Meet een voorbeeld van een ‘Serendipity Machine’, omdat er sprake is van een omgeving en organisatie die serendipiteit systematisch faciliteren. Met de keuze voor onderzoek naar een bestaande proeftuin ontstaat een heel praktisch boekje met concrete ervaringen van bezoekers van de co-working plaats. Nadeel is dat Olma zich wel erg sterk verlaat op één situatie en daarmee de onafhankelijk van zijn onderzoek een beetje geweld aandoet. Dat terwijl de onderzoeker ook zijn Duitse ervaringen erbij had kunnen betrekken zoals die van het Berlijnse Betahaus.

Third space
Tijdens de eerste RUIMTEVOLK Expeditie, 29 november 2012 in Amsterdam, kwam serendipiteit ook veelvuldig aan de orde. Ronald van den Hoff zag daarbij vooral het beschikbaar stellen van verbindende software als tool, iets wat hij ‘third space’ noemt en waar Seats2Meet een voorbeeld van is. Maar ook bij de inrichting van stedelijke ruimte kan een weefsel van de bebouwde omgeving, inrichting en faciliteiten zoals horeca samen met de gebruikers van die ruimte ‘toevallige ontmoeting’ stimuleren. Serendipiteit is dus niet alleen mogelijk in officiële co-working plekken zoals Seats2Meet.

Betahaus en Unperfekthaus
Moeder van serendipiteit in Duitsland is toch wel het Betahaus in Berlijn-Kreuzberg. Oprichter Christoph Fahle en zijn medewerkers hebben bijna een dagtaak aan het rondleiden van de topondernemingen van de DAX500 (de Duitse versie van Euronext). Als iemand op de zaal zijn oordopjes uitdoet is het altijd maar afwachten in welke taal hij opneemt, want serendipiteit heeft in het Betahaus een sterke internationale tint. En om de serendipiteit nog een beetje te bevorderen biedt het Betahaus elke donderdagochtend een gratis ontbijt aan. Dan zitten zo’n 20 personen uit alle werelddelen aan brood en koffie. En uiteraard vooraf gegaan door een ronde van voorstellen. Niet zelden volgen daaruit nieuwe samenwerkingsinitiatieven.

Dichterbij in Essen (Ruhrgebied) is het Unperfekthaus een mooi voorbeeld van serendipiteit. Waar in Berlijn vooral met laptop gewapende creatieve ondernemers te vinden zijn, worden in het Unperfekthaus ondernemers en kunstenaars onder één dak gebracht. Dat geeft een andere sfeer, waardoor ‘de toevallige ontmoeting’ daar een meer multi-disciplinair karakter krijgt.

Serendipity, bron: www.theserendipitymachine.com

Betaal met sociaal kapitaal
Belangrijk begrip in de economie van het door Olma beschreven serendipiteitsmodel is ‘asynchrone reciprociteit’. Daarmee doelt hij op het ruilen van waarden in groter verband dan tussen twee personen, zoals we dat gewend zijn. In het reguliere model kennen we een verkoper die een concreet product of dienst aanbiedt en de koper die daarvoor in harde euro’s betaalt. De ruil vindt dus synchroon plaats en koop en betaling vinden vrijwel gelijktijdig plaats en betaling geschiedt direct aan de aanbieder.

In een asynchrone situatie vindt levering van een dienst en de betaling in grotere kring plaats. Zo kennen we dit systeem al in de ICT. Immers wie betaalt voor de diensten van Google, van Facebook? Wie ontvangt een factuur voor de vele open source software? De gebruiker betaalt in elk geval niet, in elk geval niet in harde valuta. Andere partijen, derden, betalen voor de diensten. We kennen zo langzamerhand deze verdienmodellen.

Nieuw is dat het systeem van waarde en de ‘betaling’ ervan nu ook tussen professionele kenniswerkers plaatsvindt. De kennis die men aanbiedt aan zijn/haar overbuurman van die dag, hoeft niet door hem (direct) te worden betaald. Dat kan doordat hij de ‘gulle gever’ veel later beloont met betrokkenheid in een opdracht van hem. Dat is dus asynchroon in de tijd.

Relativering
Dat brengt meteen ook de eerste relativering over serendipiteit als ‘machine’ of systeem. Van een volledig dekkende betaling is zelden sprake. Sommigen zullen meer ontvangen dan ze aan het systeem hebben gegeven. Daarbij spelen zeker meer factoren een rol dan louter economische. En dat maakt het systeem kwetsbaar en gevoelig voor verstoringen. Er zullen altijd typische ‘halers’ en ‘brengers’ zijn. In het reguliere economische model kan een dienst ook ‘om niet’ worden verleend, maar dat is dan een bewuste directe investering. Daarmee valt niet te verwachten dat ‘asynchrone reciprociteit’ de ons bekende economische wetten van ‘boter bij de vis’ (synchrone reciprociteit) op grote schaal zal vervangen.

Toch lijkt het binnen co-workplekken als Seats2Meet wel deel uit te maken van een werkbaar verdienmodel. Serendipiteit als ‘machine’ is daarmee, ondanks mogelijke relativeringen, veelbelovend en vele professionele zelfstandig werkenden hebben daar nu al veel profijt van. De komende jaren zullen we dan ook nog veel van serendipiteit horen, zullen meer ’third spaces’ worden ontwikkeld en zal het velen inspireren om anders zaken te doen.

‘The Serendipity Machine, a disruptive business model for Society 3.0.’ is verschenen in december 2012. Auteur is Sebastian Olma, PhD, wetenschapper en expert op het snijvlak van creativiteit en economie. Hij studeerde zowel filosofie als bedrijfseconomie en ondersteunt bedrijven om het meest uit hun creatieve potentieel te halen. Geboren in Berlijn, het creatieve hart van Europa, nu woonachtig in Amsterdam. Daar verdeelt hij zijn tijd over zijn adviesbureau “The Think Tank’ en de Creative Industries Research Centre Amsterdam.

Foto boven: Betahaus, Berlijn, foto: Stefano Borghi, www.betahaus.de

BerlijnCreatieve stadessennieuw kapitaalserendipiteitStedelijkheid

Paul de Bruijn Online communicator en auteur Manifest van de Ruimte

Over de auteur

Paul de Bruijn is online communicator en auteur van het Manifest van de Ruimte. Paul heeft sinds 2001 zijn eigen communicatiebureau en legt zich toe op online communicatie. Social media ziet hij als een effectief medium om mensen en initiatieven in de stedelijke ruimte met elkaar te verbinden.



Ook interessant:

Radicale maar realistische ideeën voor een nieuw platteland

Anne Seghers

Een grootse traditie van maatwerk

Kris Oosting

Publieke welvaart

Simon Franke en Wouter Veldhuis