The People´s Supermarket

24 oktober 2012  /  Roy van Dalm

Dit artikel komt uit het RUIMTEVOLK archief (2007-2017)

De Londense Lamb´s Conduit Street lijkt niet bepaald op een archetypische krachtwijk. Kekke kledingboetieks, designshops, een Starbucks en andere hang-outs van latte drinkende creatieven wisselen elkaar af in het straatbeeld. Maar dat beeld is bedrieglijk. De omliggende wijk kent voldoende maatschappelijke ellende. Drie bevlogen ondernemers besloten in 2010 om daar iets aan te doen. Ze richtten The People’s Supermarket (TPS) op, een coöperatieve volkssupermarkt bedoeld om ‘de lokale gemeenschap van goed en goedkoop voedsel te voorzien dat eerlijk is voor consument en producent.’ Inmiddels heeft TPS 22 mensen aan een baan geholpen en diverse duurzaamheids-awards in de wacht gesleept. En dat voor een winkel die biomaaltijden én blikjes cola verkoopt.

Kun je een sociale retailonderneming concurrerend laten zijn temidden van high street shopping? Daar wilden David Barrie, Arthur Potts-Dawson en Kate Wickes-Bull achter komen. Om verschillende redenen. David Barrie is tv-documentairemaker en een sociaal ondernemer die iets voor de stad wilde doen. Potts-Dawson had als chef-kok een afkeer van de voedselverspilling in de horeca. En Kate Wickes-Bull, met haar 25 jaar ervaring als retailmanager, wilde een winkel met sociale meerwaarde. ‘Eigenlijk gaat het om sociale cohesie creëren’, vertelt David Barrie tijdens de filmopnamen die wij over TPS maakten, ‘en in ons geval is de setting daarvoor een supermarkt’.

Het principe is eenvoudig. Iedereen kan winkelen bij TPS, maar als je voor £25 per jaar lid wordt, winkel je met 20 procent korting. Je verplicht je dan wel om vier uur in de maand vrijwillig in de supermarkt te werken. De kern bestaat uit de 22 medewerkers die samen met Kate het winkelbeleid bepalen. Daar omheen is een wijde kring klanten die er komen winkelen. De buitenste schil zijn donateurs  – soms tot aan Japan toe – die het initiatief een warm hart toedragen en die hun financiële bijdrage kunnen inzetten om een ander die het harder nodig heeft de korting te gunnen.

Verhaal van de tomaat
Kwetsbare burgers in hun kracht zetten door middel van nieuw ondernemerschap is niet meer dan beleidstaal, totdat je het in de praktijk gebracht ziet. De TPS medewerkers zijn vereenzamende ouderen, jongeren zonder werk die omscholing zoeken of vluchtelingen met een verblijfsvergunning. Ze verdienen hun eigen baan en doen dat met een hoge mate van autonomie. Kate Wickes-Bull: ‘Aanvankelijk verkochten wij bijvoorbeeld geen alcohol, totdat twee medewerkers voorstelden om toch bier in het assortiment te gaan voeren. Maar, dat moest dan wel iets speciaals zijn. Ik zei: prima, organiseer maar een proeverij voor het team.’ De twee biersoorten die eruit sprongen, bleken ales van lokale microbrouwerijtjes die nergens anders te koop zijn. Sinds de bieren bij TPS in het schap staan, zijn ze niet aan te slepen en helpt het TPS team de brouwers bij het opschalen van hun uit de hand gelopen hobby.

De filosofie van duurzaamheid is het best geïllustreerd met het ‘verhaal van de tomaat’ dat Kate aanhaalt. TPS betrekt zijn tomaten onder meer bij een buurtproject dat mensen met geestelijke problemen laat reïntegreren door ze hun eigen tomaten te laten kweken. De tomaten worden onder andere verwerkt in The People’s Kitchen, de open keuken in de winkel waar dagverse maaltijden bereid worden van levensmiddelen die supermarkten en markten weggooien. Gewoon, omdat ze te klein zijn of omdat er een buts in zit. De dagverse maaltijden zijn het grote succesnummer. Wat onverhoopt niet verkocht wordt, mogen de werknemers van de avondploeg opeten. Wat dan nog overblijft, gaat terug naar de telers om als compost te dienen.

Geen eco-warriors
Wat Nederlanders vooral opvalt is dat TPS geen biologische supermarkt is. Hoe durf je nog Fanta en Coca Cola te verkopen? De oprichters hebben daar bewust voor gekozen. Kate: ‘Het is niet aan ons om jou voor te schrijven wat je mag eten en wat niet. Het is wel aan ons om jou daarin op te voeden door je de keuze te bieden tussen de producten van een multinational en goed lokaal voedsel.’ Voor David Barrie is er een eenvoudige, bedrijfsmatige reden: de winkel heeft de omzet van gemaksproducten nodig om te kunnen investeren in het betere alternatief.

De Britse nuchterheid heeft iets verfrissend, waar Nederland iets van kan leren. Je kunt dus blijkbaar koopman en dominee tegelijk zijn. En succesvol in beiden, gelet op zowel de omzetcijfers als de groei van het aanbod in lokale producten. Wie brede lagen van de bevolking wil bereiken, moet ook het doorsnee gemaksproduct in zijn schappen hebben, is de opvatting van Kate en David. Wie voor puur biologisch gaat, bereikt alleen de beter opgeleiden die het zich toch wel kunnen veroorloven. Dat is preken voor de bekeerden. Dat is de verlossing, maar dan alleen voor Ons Soort Mensen. En juist dat laatste wilden de oprichters vermijden. TPS is betaalbaar voor ieders portemonnee en de laagdrempeligheid en herkenbaarheid als buurtsuper vergroten het bereik onder sociaal zwakkeren die nooit een biologische winkel binnen zouden stappen. Eenmaal over de drempel, blijken er ook gezonde alternatieven te bestaan die even goedkoop zijn. Een aanpak die ook in Nederland navolging verdient.

Foto boven: The People’s Supermarket in London (foto: Charles Céleste Hutchins : http://www.flickr.com/photos/celesteh/)

Londennieuw kapitaalSociale cohesieVoedselZelforganisatie

Roy van Dalm Hoofddocent Stedelijke Identiteit, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN)

Over de auteur

Roy van Dalm schrijft voor diverse media over creatieve steden en stedelijk ontwikkeling en is auteur van het boek Slimme Steden. Nu is hij als docent en adviseur verbonden aan de Hogeschool Arnhem-Nijmegen en treedt hij regelmatig als spreker op. De rode draad in Roy’s werk is het benaderen van de stad vanuit urban storytelling en Jungiaanse archetypen.



Ook interessant:

Werken aan de productieve stad

Kris Oosting

Een fundament voor het verhaal van morgen

Jeroen Niemans

Terloopse contacten voor een veerkrachtige stad

Flip Krabbendam en Henriëtta Joosten