Ongevraagd spektakel

17 mei 2012  /  Marc Nolden

Dit artikel komt uit het RUIMTEVOLK archief (2007-2017)

Winkelcentrum Cityplaza vormde sinds 1985 het stadshart van Nieuwegein. Het oorspronkelijke plan van architect Jan Hoogstad was veel ambitieuzer, maar door de toenmalige economische crisis werd slechts een gedeelte uitgevoerd en werd er bezuinigd op materialen. Eind jaren negentig kwam de gemeente met een nieuw plan welke onder andere ruimte biedt aan een winkelplein met amfitheater, diverse culturele voorzieningen, horeca, appartementen en kantoren. Het plan is een architectonisch hoogstandje en inmiddels voor een groot deel uitgevoerd. Landschapsarchitect Marc Nolden vraagt zich echter hardop af in hoeverre het nieuwe centrum eigenlijk aansluit op de behoefte van Nieuwegein en omgeving. Van wie is het Nieuwegeinse stadshart eigenlijk? 

Winkelcentrum Cityplaza vormde sinds 1985 het stadshart van Nieuwegein. Het oorspronkelijke plan van architect Jan Hoogstad was veel ambitieuzer, maar door de toenmalige economische crisis werd slechts een gedeelte uitgevoerd en werd er bezuinigd op materialen. Er kwam een overdekt centrum met winkels. De gebouwen waren naar binnen gekeerd. Er ontstonden lelijke achterkanten met smoezelige parkeerpleintjes. De openbare ruimte nodigde niet uit tot ontmoeting. Er was maar één straat (de passage) zodat je geen rondje kon lopen – iets wat bewoners en winkeliers frustreerden. ’s Avonds veranderde het gebied in een schemerwereld waar je liever niet kwam.

Eind jaren negentig kwam de gemeente met een nieuw plan. Onder supervisie van architect Ben van Berkel en landschapsarchitect Michael van Gessel werd de ontwikkelvisie ‘Atelier Binnenstad’ gepresenteerd. Hierin aandacht voor parkeren en winkelen – twee aspecten die in Cityplaza juist wel veel waardering kregen. Nieuwegein is door haar ruimtelijke opzet een autostad. En die auto moet zo dicht mogelijk bij de winkels kunnen komen.

Parkeergarage met levende bamboegevel, foto: Marc Nolden

Golvende pleinen
Inmiddels is het plan voor een groot deel uitgevoerd. Er is een nieuw stadhuis, een winkelplein met amfitheater, een theater- en kunstcentrum, een bovengrondse én twee ondergrondse parkeergarages. Het winkeloppervlak is verdubbeld van 28.000 m2 naar 56.000 m2. Het plan biedt verder ruimte aan diverse culturele voorzieningen, horeca, appartementen en kantoren. Om de parkeergarages niet te diep te hoeven graven (en betaalbaar te houden) is de gehele stadsvloer verhoogd. Dit nieuwe maaiveld, dat tussen de gebouwen doorgolft, verbindt de verschillende gebouwen en lagen en vormt de basis voor het stedelijk leven in dit nieuwe centrum.

Een bijzonder ambitieus plan en een kostbare operatie, waarbij velen de vergelijking met het centrum van Almere maken, ook een ‘new town’. Maar ook met Rotterdam, qua architectonisch spektakel. Toparchitecten uit binnen- en buitenland werden ingevlogen om de gebouwen in Nieuwegein vorm te geven, om het nieuwe Nieuwegein op de kaart te zetten. Want Nieuwegein is klaar met haar oude imago. Nieuwegein wil stad zijn, crisis of niet.

De gemeente investeert in een nieuw winkelcentrum van bijna een miljard euro, maar heeft totaal geen invloed op de invulling daarvan.

Je kijkt je ogen uit. Het futuristische stadhuis staat centraal in het nieuwe centrum en lijkt op een ruimteschip dat net geland is. De gehele openbare ruimte ligt in natuursteen en op de golvende pleinen is een bloemenpatroon in de bestrating verwerkt. De bovengrondse parkeergarage heeft een levende bamboegevel en het winkelplein is omringd door zes imposante woontorens met weelderige daktuinen.

Geen gesneden bruin
Nóg opvallender is het winkelaanbod. Er zijn vooral ketens: Jumbo, Saturn, Kruidvat, Men at Work, New Yorker, The Sting, Multivlaai. Die heb je overal. Is dit Nieuwegein? Enkele voorbijgangers vertellen dat ze trots zijn op hun nieuwe centrum, maar de gewone bakker en de slager missen. ‘Vroeger kwam je hier voor de dagelijkse boodschappen’, vertelt een oudere vrouw, ‘tegenwoordig moet je naar de omliggende wijken fietsen voor een gesneden bruin.’ De hoge ambities eisen een tol. Het blijkt dat de lokale ondernemers, als gevolg van de gestegen grondprijzen, de huren niet meer kunnen betalen en hun heil elders zoeken. Een lokale boekhandel houdt nog stand, maar heeft het moeilijk. De eigenaresse vertelt dat ze naast de hoge huur ook veel oppervlak moeten afnemen. Ze acht de kans groot dat in het centrum straks alleen nog plek is voor grootwinkelbedrijven en multinationals.

En dat zet te denken. In hoeverre sluit het nieuwe centrum, hoe mooi ook, eigenlijk aan op het sociaal-culturele achterland van Nieuwegein en omgeving? Nieuwegein wil stad zijn, maar willen de Nieuwegeiners en de mensen uit de regio dat ook? Voorziet deze ontwikkeling in een behoefte, of is zij opgelegd door bestuurders en beleggers? Van wie is het Nieuwegeinse stadshart?

Bont winkelplein met ketens, foto: Marc Nolden

Bouwen wat de belegger wil
In een recente aflevering van het televisieprogramma De Slag om Nederland kwam dit aan de orde. De programmamakers onderzochten wat de ‘gewone’ Nederlander nog te zeggen heeft bij dergelijke plannen. En waarom alle nieuwe winkelcentra in Nederland op dezelfde wijze gebouwd worden (door grote beleggers en ontwikkelaars) en er vrijwel hetzelfde uit zien (winkelketens). Nieuwegein werd in een rijtje met onder andere Maastricht en Amsterdam genoemd. Wethouder Bert Lubbinge en verantwoordelijk stedenbouwer Peter Trimp werden om een reactie gevraagd, maar weerlegden enige gelijkenis met andere steden: ‘Dit is Nieuwegein’. Qua winkelaanbod wees Lubbinge naar belegger Cório, die in zijn ogen de belangrijkste speler is en nu eenmaal gebaat is bij een groot modern winkelcentrum met goedlopende ketens, zodat diens investering binnen een paar jaar is terugverdiend. En ook de projectontwikkelaar, in dit geval Multivastgoed, bouwt wat de belegger, Cório, wil. Op de vraag of de wethouder geen rol heeft te vervullen in het behartigen van de belangen van de Nieuwegeiners en de omliggende regio, antwoordde hij dat de gemeente hooguit ambities kan formuleren maar formeel geen positie heeft in dit krachtenspel – zij faciliteert louter.

En dat is vreemd: de gemeente investeert in een nieuw winkelcentrum van bijna een miljard euro, maar heeft totaal geen invloed op de invulling daarvan – ze mag hooguit meebeslissen hoe het er fysiek uit komt te zien (en kennelijk moet dat vooral heel flitsend).

Minder architectonisch geweld
Vanuit architectonisch perspectief is het een bijzonder interessant plan, er is een heus parkeer- en winkelparadijs gemaakt, maar het staat welbeschouwd los van de plek. Het gaat voorbij aan de behoeften van de Nieuwegeiners en de mensen uit de regio: Houten, IJsselstein en Vianen. Het plan is in die zin, net als het stadhuis zelf, een buitenaards gevaarte dat ongevraagd is neergestreken. De kans bestaat dat de winkelcentra in deze buurtgemeenten worden ‘leeggetrokken’ door deze ontwikkeling. En het Nieuwegeinse centrumplan zal grote invloed hebben op de plannen voor het Utrechtse stationsgebied en Leidsche Rijn Centrum.

De komende jaren wordt er in Nieuwegein nog hard gewerkt om het centrumplan te voltooien. Hopelijk wordt het iets bescheidener aangepakt en komt (of blijft) er meer ruimte voor de lokale ondernemer – zo nodig met wat minder architectonisch geweld.

Dit is een bewerking van een artikel dat eerder in PostPlanjer verscheen, Utrechts bulletin voor architectuur en stedenbouw, http://www.postplanjer.nl

Foto boven: Nieuwe stadhuis Nieuwegein, foto: Marc Nolden

Nieuwegein

Marc Nolden Freelance landschapsarchitect

Over de auteur

Marc Nolden is freelance landschapsarchitect en werkt onder de naam FREELANdSCHAP.



Ook interessant:

Sociaaleconomisch beleid: wat kunnen provincies en gemeenten doen?

Maarten Allers

De ontluikende kracht van middelgroot

Anne Seghers

Schipperen tussen grote opgaven en lokale oplossingen

Jeroen Niemans