Leren van Curaçao

08 maart 2012  /  Judith Lekkerkerker

Dit artikel komt uit het RUIMTEVOLK archief (2007-2017)

In 2008 kreeg Curaçao van Ella Vogelaar op de valreep (na terugkomst in Nederland mocht ze meteen opstappen) de toezegging dat Nederland ook geld beschikbaar zou stellen voor de wijkaanpak op het Antilliaanse eiland. Nu, ruim drie jaar en een omschakeling van Curaçao tot een onafhankelijk land binnen het Koninkrijk later, ben ik op het eiland en benieuwd hoe het met de Curaçaose wijkaanpak gaat. Ook vraag ik me af: wat kunnen wij leren van Curaçao? Ik sprak met Vernon Daal, tot voor kort Programmadirecteur Plan Nashonal pa Desaroyá Bario (Nationaal Plan Wijkontwikkeling), en Sofia Saavedra Bruno, architect, stedenbouwkundige en assistent hoogleraar aan de Universiteit van de Nederlandse Antillen.

De context, de geschiedenis, alles is anders op Curaçao. Als je denkt dat het land een kleine tropische variant van Nederland is, vergeet het maar. Het eiland telt bijna 150.000 inwoners (een bevolking zo groot als Haarlem) en van de 54.500 huishoudens leeft zo’n 60% onder de op het eiland gehanteerde armoedegrens van omgerekend ca. €950. Van de 270 wijken, waarvan 70 slechts een paar huizen tellende, is in 150 wijken sprake van verslechterde leefbaarheid. De problemen die in de wijken spelen zijn naast armoede, eenoudergezinnen, werkloosheid, schooluitval en criminaliteit ook slechte staat van woningen en ontbreken van (goede) infrastructuur, riolering en openbare verlichting.

In 2009 is begonnen met de integrale aanpak van vijf wijken. Of eigenlijk moet ik zeggen opnieuw begonnen, want al  vanaf de jaren 50 is er aandacht voor slechtere wijken op het eiland. De wijken die in 2009 aan bod kwamen waren de wijken die op de een of andere manier vooraan in de rij stonden; een wijk met erfgoed die binnen de UNESCO Wereld Erfgoed zone viel, een wijk waar een regerend politicus vandaan kwam en twee corporatiewijken (het eiland kent één corporatie, Fundashon Kas Popular).

Sociale woningbouw in Noord Sapaté, foto: Judith Lekkerkerker

Nationaal plan à la Deltawerken
Toen de nieuwe coalitie van het nieuwe land Curaçao in oktober 2010 aantrad was het even spannend of de wijkaanpak doorgezet zou worden. Wat de vorige regering deed was bij deze coalitie niet in zwang. De kersverse premier Gerrit Schotte koos er uiteindelijk voor de wijkaanpak op te schalen tot nationaal plan à la Deltawerken. Het Plan Nashonal pa Desaroyá Bario is eind 2011 vastgesteld. Komende vier jaar worden 60 wijken aangepakt, 15 per jaar, en het nationaal plan schetst het te volgen proces. Een ambitieus streven. Er zijn meerdere factoren die dit streven bemoeilijken, maar er zijn ook zaken die een positieve invloed hebben en waar wij in de Nederlandse praktijk wellicht van kunnen leren.

Lokale betrokkenheid
Curaçao is een klein eiland. Dit heeft een aantal grote voordelen. Zo zijn werkgevers veel meer betrokken bij de leefsituatie van hun werknemers en goed te enthousiasmeren om ook bij te dragen aan wijkontwikkeling. Als de werknemer door zijn leefsituatie te laat op werk komt, bijvoorbeeld door ontbreken van openbaar vervoer in de buurt van zijn huis, is dat ook voor de werkgever een probleem. Ook de bouwwereld en banken zijn makkelijker mee te krijgen in de aanpak, tenminste als zij met enthousiasme en een goed plan benaderd worden. De mogelijkheid bij te dragen aan de ontwikkeling van het eiland raakt een trotse snaar en heeft een goede uitstraling naar toekomstige opdrachtgevers en klanten.

Kennisontwikkeling
Nog een voordeel: op een afgelegen eiland zijn externe adviseurs en projectleiders niet zo makkelijk in te vliegen dus moet je leren roeien met de riemen die je hebt. Op Curaçao is zodoende vanaf 2009 ingezet op kennisontwikkeling en inspiratie. Met hulp van de Gemeente Amsterdam is een leergang gebiedsmanagement georganiseerd en de Universiteit van de Nederlandse Antillen (UNA) organiseerde een studiereis naar Medellín in Colombia. Deze excursie diende vooral om kennis op te doen van een boeiende bottom-up benadering van de ontwikkeling van wijken die meer past bij de Curaçaose context dan de Nederlandse praktijk die meer top down gestuurd is.

De UNA speelt ook verder een actieve rol in de wijkontwikkeling. Sofia Saavedra Bruno vertelt over de opdrachten die zij studenten laat uitvoeren in de wijken. Onder het motto van ‘arquitectura directa’ – kleine ingrepen in de openbare ruimte die een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan het functioneren van een wijk – daagt ze studenten uit om samen met bewoners, en met een minumum aan middelen, de wijk te verbeteren. Studenten worden beoordeeld op de impact van de ingreep en de mate van bewonersparticipatie. Deze methode is ontwikkeld door het Latijns-Amerikaanse architectencollectief Supersudaca, waar Saavedra Bruno mede-oprichter van is. Hiermee speelt het onderwijs geen abstracte rol langs de zijlijn van de praktijk, zoals vaak het geval in Nederland, maar realiseren studenten projecten en dragen zij direct bij aan de ontwikkeling van wijken. Als spin-off hebben studenten van de UNA in de wijk Whishi initiatief genomen om openbare verlichting (met duurzame LED-armaturen) te realiseren om onveiligheidsgevoelens tegen te gaan.

Volgens Daal zou de rol van de UNA nog versterkt kunnen worden. De UNA zou een kenniscentrum voor wijkontwikkeling moeten worden, waarmee continu gebouwd wordt aan kennis, competentie en enthousiasme voor wijkontwikkeling.

Studenten van de Faculteit Maatschappij en Gedragwetenschappen en Techische Faculteit van de Universiteit van de Antilllen aan de slag in Fortuna Ariba, bron: Universiteit van de Nederlandse Antillen

Korte lijnen
Een ander voordeel van het eilandperspectief wordt gevormd door de korte lijnen tussen uitvoeringsorganisatie, bewoners en bestuurders. Dit is mogelijk door de kleine omvang van het overheidsapparaat, een simpele uitvoeringsorganisatie in de wijk (een tandem van twee wijkmanagers, een voor fysieke zaken, de ander voor sociale zaken), de bestuurlijke prioriteit die aan wijkontwikkeling wordt gegeven, maar ook door de flexibele opstelling die een Curaçaoënaar wellicht meer eigen is dan een Hollander. Met die flexibele opstelling lukt het tot nu toe om het proces op zo’n manier in te richten dat bewoners optimaal worden betrokken.

Die bewoners hebben een grote rol in het bepalen van de inhoud van wijkontwikkelingsplannen. Deze worden door het Tim di Bario (wijkteam bestaande uit bewoners en professionals) aan de hand van verschillende bijeenkomsten opgesteld. Tijdens de bijeenkomsten wordt invulling gegeven aan de analyse, ambities, doelen en maatregelen van de vijf pijlers van het Nationaal Plan: wonen en omgeving, werken en ondernemen, leren en opgroeien, familie en gezin en veiligheid en overlast. Bewoners bepalen vervolgens de prioriteit van maatregelen. Met dit laatste gegeven hebben bewoners in dit proces meer invloed dan in de Nederlandse praktijk gangbaar is.

Volgens Vernon Daal is het tot slot goed dat minister-president Gerrit Schotte het Nationaal Plan Wijkontwikkeling heeft geadopteerd als een van zijn persoonlijke speerpunten in plaats van dat dit onderwerp is ondergebracht bij een van de vakministers. Dit komt de integraliteit en de uitstraling van het Nationaal Plan naar externe partners ten goede.

Een boeiend perspectief, dat eilandperspectief. Met ingrediënten als betrokkenheid van het lokale bedrijfsleven, de actieve deelname van de universiteit, en korte lijnen tussen bewoners, uitvoeringsorganisatie en bestuurders biedt het een perspectief waar wij in Nederland in veel gevallen nog van kunnen leren. Op Curaçao zijn ze er ondertussen nog lang niet. Het Plan Nashonal zoekt sinds het vertrek van Daal een nieuwe coördinator, in het overheidsapparaat moet de bestuurlijke prioriteit nog meer landen dan nu het geval is, komende jaren zal een derde van het ambtenarenapparaat met pensioen gaan, en de middelen die voor wijkontwikkeling begroot zijn, zijn nog niet exclusief voor de wijkaanpak gereserveerd.

Foto boven: Wijkaanpak in Fleur de Marie, foto: Judith Lekkerkerker

Voor meer informatie over de excursie naar Medellín:
Ervarend leren: studiereis Medellin, Achtergrondartikel studiereis UNA naar Medellin, “urbanismo sosial” (integrale wijkaanpak)

Meer informatie over de workshops Arquitectura Directa:
http://www.una.an/tf/index.php?option=com_content&view=article&id=136&Itemid=217

Curaçao

Judith Lekkerkerker

Over de auteur

Judith is adviseur, onderzoeker en schrijver op het gebied van stedelijke en regionale ontwikkeling.



Ook interessant:

De stad heeft altijd vernieuwing nodig

Anita Blom

Sociaaleconomisch beleid: wat kunnen provincies en gemeenten doen?

Maarten Allers

De verborgen verhalen van Rotterdam

Teun van den Ende