In een Hollands jasje gestoken

02 november 2011  /  Teun van den Ende

Dit artikel komt uit het RUIMTEVOLK archief (2007-2017)

In een schemerige satellietstad van Shanghai is sinds kort niet alleen een replica van de Amsterdamse Bijenkorf te bewonderen, er verrijst een complete Nederlandse wijk met de toepasselijke naam: Holland Village. De wijk heeft kenmerken van wat wij in Nederland als Vinex zouden bestempelen. Een mengeling van verschillende woningtypes met nadruk op woningen voor de middenklasse en, niet te vergeten, veel aandacht voor de cosmetische verschijning. Het is tien jaar geleden dat de eerste schetsen voor Holland Village op tafel kwamen. Onderhand zijn meer en meer Nederlandse ontwerpbureaus in China actief: hoog tijd om eens te bekijken wat dat zoal oplevert. Wat bouwen Nederlandse ontwerpers in China? Wat verwacht China van ons?

Een Hollands jasje
Auteur Harry den Hartog van het boek Shanghai New towns (010 Uitgevers, 2010) spreekt al jaren met ontwerpers die actief zijn in China. Hij beschrijft in zijn boek de behoefte om bekende stadsbeelden uit Europa te kopiëren. Het stadsbestuur van Shanghai vraagt architecten uit Europa de steden uit hun thuisland te (her)ontwerpen in de buitengebieden van Shanghai. In 2001 werden verschillende Nederlandse ontwerpers uitgenodigd een ontwerp te maken voor de buitenwijk Gaoqiao, waarvan vooraf bepaald was dat die een Nederlands tintje zou krijgen. In acht weken tijd werd een gedetailleerd stedenbouwkundig plan gevraagd. KuiperCompagnons en Atelier Dutch kregen de opdracht. In het definitieve ontwerp is de handtekening van de stedenbouwkundige duidelijk herkenbaar: middenin de wijk bevindt zich een cirkelvormige straat met gracht, getekend door Ashok Bhalotra van KuiperCompagnons. Niet verwonderlijk gezien de vraag van de opdrachtgever, die wilde liefst een kopie van de Amersfoortse wijk Kattenbroek.

Holland Village, inmiddels grotendeels gerealiseerd, vertoont inderdaad trekjes van een Oudhollands stadje. In het midden staat een kerk, in de ‘vismarkt’ heeft een kinderdagverblijf haar intrek genomen. Aan het waterfront staat een gigantische klomp met een bord met uitleg erbij. Overduidelijk toevoegingen waarmee de Chinese opdrachtgever het idee van Holland Village tussen de oren wil krijgen. Maar wat hebben de Nederlandse ontwerpers eigenlijk toegevoegd aan de Chinese stedenbouwkundige praktijk? Het ontwerp toont de typisch Nederlandse manier van omgaan met water. Zo zijn de watersystemen in de wijk geïntegreerd in het systeem voor waterafvoer en zijn veel van de bouwblokken op het water georiënteerd. Het systeem van straten, pleinen en (semi-)openbaar groen lijkt in de plannen in evenwicht. Op papier spreekt uit het plan een duidelijke boodschap: in deze wijk is het prettig vertoeven. Maar hoe zit het met de realiteit in Gaoqiao en nieuwbouwwijken in andere Chinese steden? Voor wie worden deze wijken eigenlijk gebouwd?

Een woonstraat in Holland Village door Richard Summers (aka Banalities)

Weerbarstige praktijk
De ontwerpers kregen de opdracht 15 procent van de woningen voor lagere inkomensgroepen te ontwerpen en 15 procent in het dure segment. De rest, in dit geval 70 procent van de wijk, was bedoeld voor de middenklasse. In 2003 klonk het startsein voor de bouw, de grond werd bouwrijp gemaakt. Toekomstige bewoners moesten echter nog jaren wachten op hun grachtenpand toen de bouwplannen stil kwamen te liggen vanwege veranderde bouwregelgeving en afwachtende ontwikkelaars. Ondertussen waren alle bewoners van het voormalige dorp al weggejaagd, hun huizen afgebroken. Vanaf 2009 trok de nieuwbouw pas weer aan. En dat is van groot belang voor Chinese overheden en ontwikkelaars want bouwen betekent namelijk werkgelegenheid. Jaarlijks moeten er miljoenen banen bij komen om de groeiende beroepsbevolking van werk te voorzien, de bouwsector is een drijvende kracht in de Chinese economie. Het systeem is in economische wetmatigheden gegrond, dus verrijzen vooral woningen voor het rijkere deel van de bevolking. Die leveren simpelweg veel meer op. Daardoor blijven nu veel Chinezen in verouderde en kleine woningen achter. Een ander punt van zorg is dat vanwege de snelheid van bouwen de kwaliteit van de bouw vaak matig is. Tijd om te praten met opdrachtgevers, of onderzoek te doen, is er nauwelijks. Ten koste van de bouwkwaliteit, want het moet op tijd af. Vandaar dat buitenlandse architecten er veel energie in steken om, soms op de bouwplaats zelf, bij te sturen. Of ze raken teleurgesteld in de resultaten van hun inspanningen en trekken zich terug uit bouwprocessen als ze zien hoe het er uiteindelijk uitziet.

De stroom aan opdrachten in China zal voorlopig onverminderd groot blijven. De drang tot het ’thematiseren’ van wijken, als in het geval van Holland Village, is daarin een hardnekkig verschijnsel. Even rondneuzen op Flickr of Google en je vindt al foto’s van deze wijken: een regelrechte confrontatie met Chinese no-nonsense kopieën van ons erfgoed. Misschien biedt dit een graadmeter waarmee de huidige generatie ontwerpers zich een spiegel voor kan houden: “ga ik mijzelf in deze bouwpraktijk storten?”. Aandacht voor bovengenoemde thema’s van sociale scheefgroei en bouwtechniek zijn veel urgenter, om nog maar niet te spreken van ecologische uitdagingen. Veel belangrijker dan het bouwen van nog meer Hollandse themaparken zijn de antwoorden die ze zullen vinden op deze uitdagingen.

Foto boven: Replica Amsterdamse Bijenkorf in Holland Village, door Richard Summers (aka Banalities)

Auteur is werkzaam bij het Nederlands Architectuurinstituut en betrokken bij het symposium Architectuur 2.0 wat op 11 november gehouden wordt in De Doelen, Rotterdam. Meer informatie over het symposium is te vinden op www.nai.nl of in het RUIMTEVOLK-agenda overzicht.

china

Teun van den Ende Redacteur Platform VOER

Over de auteur

Teun van den Ende (1982) is werkzaam bij het College van Rijksadviseurs (CRA). Daar werkt hij o.a. aan de Visie Erfgoed en Ruimte (VER). Daarnaast zet hij zich in voor interdisciplinaire samenwerking, opinievorming en uitwisseling tussen erfgoed- en ruimtelijke disciplines. Meer informatie hierover vind je op www.platformvoer.nl



Ook interessant:

Grenzen verleggen in Oosterwold

Judith Lekkerkerker

Terloopse contacten voor een veerkrachtige stad

Flip Krabbendam en Henriëtta Joosten

'NL Magazine gaat voor de sprong voorwaarts'

Redactie NL Magazine