Werkgevers sleutel tot duurzame mobiliteit

05 juli 2011  /  Tim de Bruin

Dit artikel komt uit het RUIMTEVOLK archief (2007-2017)

Steeds meer overheidstaken komen met de huidige bezuinigingen in het gedrang. Hoe kan de overheid met minder financiële middelen de kwaliteit van de leefomgeving behouden of zelfs verbeteren? In de provincie Utrecht loopt sinds 2008 een project waarbij de overheid het bedrijfsleven betrekt bij mobiliteitsmanagement, oftewel slim werken en reizen. Wat begon als een bereikbaarheidsprobleem van de regionale overheden is een breed gedragen vraagstuk geworden.

Forenzen
De regio Utrecht is één van de drukste regio’s van Nederland. In de file top 10 van de ANWB staan vijf Utrechtse trajecten. De optelsom van forenzen, doorgaand verkeer en dagjesmensen zorgt voor dagelijkse files in de ochtend- en avondspits. Om de regio bereikbaar te houden hebben de overheden een masterplan opgesteld. De capaciteit en kwaliteit van infrastructuur voor auto, openbaar vervoer en fiets moeten omhoog.

Naast de capaciteitsvergroting nemen de overheden initiatieven om het aanbod van verkeer in de spitsperiode terug te brengen. De Utrechtse aanpak is inmiddels drie jaar onderweg. Veel gaat goed, maar er zijn zeker punten voor verbetering vatbaar. Welke lessen kunnen andere regio’s en beleidsterreinen hiervan leren?

Werkgever
In Utrecht is gekozen voor het benaderen van de forens via zijn werkgever. De werkgever faciliteert het reizen van zijn medewerkers niet alleen, vaak is de werkgever ook bepalend in de keuze die de medewerker maakt. Vastgestelde werktijden, het verstrekken van een leaseauto en de kilometervergoeding zijn sturende elementen die leiden tot een vast patroon van reizen in de spits. Ook de cultuur van een organisatie en de uitstraling van faciliteiten wegen, vaak onbedoeld, mee in de keuze van de forens. De meeste bedrijven hebben nog steeds de mooiste parkeerplaatsen voor de hoofdingang, terwijl de fietsen weggemoffeld worden in een oud houten hok achter op het terrein. De werkgever is de sleutelfiguur in het veranderen van reisgedrag.

De overheden benaderen niet zelf werkgevers, maar schakelen daar VNM voor in. “Een neutrale partij als VNM maakt overleg tussen gemeente en ondernemers veel gemakkelijker,” aldus Astrid van den Aker, beleidsmedewerker verkeer en vervoer van Gemeente Amersfoort. VNM werft werkgevers voor lokale werkgroepen. Werkgevers ervaren op dat niveau praktische problemen als parkeerdruk en de directe bereikbaarheid van het pand en bedrijventerrein. Deze problemen zijn alleen aan te pakken als het buurbedrijf ook zijn bijdrage levert. Enthousiaste werkgevers werven daarom graag hun buurtcollega’s.

Werkgevers zien voor zichzelf nauwelijks een rol om een bijdrage te leveren aan de regionale bereikbaarheid. Dit is een taak van de overheden. Werkgevers doen mee vanwege hun eigen belang. De belangrijkste intrinsieke motivatie is duurzaamheid. Al dan niet opgedrongen door consumenten en regelgeving zoeken werkgevers naar mogelijkheden om CO2 uitstoot te reduceren. Het wagenpark draagt bij een zakelijke dienstverlener al snel voor vijftig procent bij aan de totale uitstoot. Andere belangen om deel te nemen aan een werkgroep zijn gezondheid van medewerkers, het binnenhalen en behouden van medewerkers (talentmanagement), tekort (of teveel) aan bedrijfsruimte of parkeerruimte en het efficiënter inrichten van werkzaamheden.

Reductie
Het doel van slim werken en reizen in de regio Utrecht is een reductie van vijf procent van het autoverkeer in de spits onder de deelnemende organisaties eind 2012. De werkgroep Amersfoort claimde in 2010 al vijf procent van de auto’s niet meer in de spits te zien. De werkgevers daar willen meer en schroeven hun ambities op. De werkgevers in Utrecht Centrum stellen in 2012 minimaal acht procent autoreductie te realiseren. De eerste meting volgt eind dit jaar, maar de werkgevers lijken de doelstelling ruim te halen.

Het netwerk bestaat uit 250 werkgevers met in totaal ruim 120.000 werknemers. Zij ondernemen allerlei acties om het doel van vijf procent en doelen op basis van eigen belangen te halen. Met name stimuleren van fietsgebruik en invoering van tijd- en plaatsonafhankelijk werken zorgen ervoor dat medewerkers geaccepteerde alternatieven krijgen voor de auto.

Het netwerk van 250 werkgevers is een open communicatiekanaal om enthousiaste, actieve, maar ook kritische werkgevers te benaderen. De werkgevers stelden bijvoorbeeld per gemeente een wensenlijst op voor infrastructuur. Deze wensenlijsten gebruiken gemeenten om hun infrastructuuragenda aan te scherpen. De Fietsersbond benaderde werkgevers voor deelname aan de campagne voor fietspromotie rij2op5. De warme relatie zorgt voor ontvankelijke werkgevers; Tot en met mei 2001 deden al 72 werkgevers mee. Wegens het succes gaat de campagne tot in 2012 door.

Misschien wel het belangrijkste resultaat is dat werkgevers in beweging komen op een beleidsterrein van de overheid. Zij zijn intrinsiek betrokken bij het verminderen van autoverkeer in de spits en daarmee het verbeteren van bereikbaarheid.

Motiveren
De overheid financiert het netwerk van 250 werkgevers in ieder geval tot eind 2012. Daarna moet het netwerk zichzelf in stand kunnen houden. De vraag is of dit zonder steun vanuit de overheid kan.

Een karakteristiek voorbeeld is de grootte van het netwerk. We zien dat sommige werkgevers na verloop van tijd de interesse verliezen voor slim werken en reizen. Dat is zonde, want de kracht van het netwerk bestaat uit de massa: daar vinden werkgevers inspiratie. Bovendien hebben de inspanningen van werkgevers op regionaal niveau pas zin als meerdere werkgevers resultaten behalen. Om het netwerk op peil te houden is het nodig nieuwe werkgevers te werven. Deze taak ligt nu nog bij de overheid (via VNM) en het is onduidelijk of werkgevers straks zelf werving willen doen.

Wie motiveren en inspireren werkgevers na 2012? Wie breiden het netwerk uit? Hier lijkt een rol weggelegd voor werkgevers met een motivatie voor slim werken en reizen dat groter is dan hun eigen belang. Aanbieders van diensten en producten voor alternatieven voor de auto kunnen een rol gaan spelen, evenals belangenverenigingen voor werkgevers. Ook de overheid zal nog steeds een rol moeten vervullen. Zij hebben er belang bij hun maatregelen te toetsen en ondersteuning te vragen bij werkgevers. Het netwerk is bijvoorbeeld een welkome afzetmarkt voor minder hinder-maatregelen bij wegwerkzaamheden.

De Utrechtse aanpak levert een bijdrage in tijden van bezuiniging. Met slim werken en reizen is het gelukt om de intrinsieke motivatie van zowel de overheid als werkgevers te benutten. De vraag is of dit net zo succesvol blijft als de overheid zich straks terugtrekt. Voorlopig is in Utrecht de sleutel gevonden om op een typisch onderwerp van de overheid dankzij werkgevers meer value for money te krijgen.

InfrastructuurMobiliteitOpenbaar vervoerutrecht

Tim de Bruin Adviseur Slim werken en reizen

Over de auteur

Tim is adviseur Slim werken en reizen bij VNM.



Ook interessant:

Grenzen verleggen in Oosterwold

Judith Lekkerkerker

Sociaaleconomisch beleid: wat kunnen provincies en gemeenten doen?

Maarten Allers

Maak bedrijventerreinen klaar voor de (circulaire) toekomst

Cees-Jan Pen