De Eo Wijersstichting heeft voor de negende editie het thema Krimp, energietransitie en ruimtelijke kwaliteit gekozen. Van de regio’s die zich hadden aangemeld voor de prijsvraag is Veenkoloniën in Groningen de ontwerpregio geworden. Een gebied dat van oudsher zijn karakter ontleent aan energiewinning. Aan ruimtelijke ontwerpers van nu de uitdaging om opnieuw naar energie en ruimte te kijken in deze krimpregio.
Tot 5 jaar geleden dacht de gemiddelde architect, stedenbouwer, landschapsarchitect of planoloog niet of zelden na over energie in relatie met architectuur, ontwerpen of überhaupt stedenbouw of regionale planning. Immers, gas komt uit de gaskraan en elektriciteit uit het stopcontact! Energie was dus geen issue, maar dat is de laatste jaren radicaal veranderd. Energietransitie staat in het middelpunt van de belangstelling. Tegelijkertijd krijgen steeds meer gebieden buiten de Randstad te maken met krimp. Door energietransitie te verbinden aan krimpende regio’s heeft de Eo Wijersstichting een gouden greep gedaan naar mijn idee. In een krimpende regio worden de kaarten voor een deel weer opnieuw geschud of komt ruimte ‘vrij’. Welke kansen biedt dat?
Krimp
De verwachtingen in Nederland zijn dat de Randstad nog zal groeien ten koste van de gebieden aan de randen van Nederland, waar de bevolkingsdaling op veel plekken al is ingezet. In Parkstad Limburg is de krimp al begonnen en zijn al diverse plannen gemaakt. De regio is naar aanleiding van deelname aan de Eo Wijersprijsvraag meteen voortvarend met diverse partijen aan de slag gegaan. Binnenkort zullen we daar vast veel meer van horen.
Denkend vanuit groei is krimp uiteraard iets vreemds. Functies vervallen, er komen minder woningen, maar meer ruimte. Door krimp kan de sociale cohesie onder druk komen te staan, blijven investeringen weg en wordt de arbeidsmarkt steeds kleiner. Ook treedt de ontwikkeling op dat bij verouderd woningbezit en lage huurprijzen de energiekosten de huur kunnen overstijgen. Zou energietransitie de negatieve effecten van krimp (deels) teniet kunnen doen en een krimpregio een kwalitatief hoogwaardige leefmilieu kunnen bieden? Die vraag is waar het in de prijsvraag over gaat. Naar mijn idee een van de meest interessante prijsvragen sinds vele jaren!
Energietransitie
Energie is hot. Zo hot, dat we moeten zorgen dat we de data, aanpak en principes goed op een rijtje hebben alvorens aan de slag te gaan. Argumenten voor een energietransitie hebben zich de laatste jaren opgestapeld. Denk maar aan de afhankelijkheid van fossiele bronnen en van de producerende landen, de 40 miljard die we jaarlijks aan import van energie uitgeven, CO2 uitstoot en klimaatverandering. Maar denk ook aan kansen voor lokale werkgelegenheid en het gebruiken van hernieuwbare energie.
Interessant is bijvoorbeeld de Rotterdamse Energie Aanpak (REAP van de TU Delft om 3 locaties in de stad energieneutraal te maken. Hierin wordt direct een relatie gelegd met mogelijk potentiele oplossingen. In wordt met name het benutten van reststromen extra benoemd en de schaalvergroting van gebouw naar buurt, wijk en stedelijk regionaal niveau. Met verbruiks- en energiepotentiekaarten wordt energie als het ware een hanteerbare ‘laag’ in de ruimtelijke ordening. Daar is grote behoefte aan, immers energie is vrij abstract in vergelijking met bijvoorbeeld water.
Ook interessant zijn de boeken ‘Energy without hot air’ van Mackay waarin ook wordt ingegaan op scenario’s zoals hoe het Verenigd Koninkrijk zelfvoorzienend te krijgen. De Energie survivalgids van Jo Hermans was voor mij erg goed om energie in de vingers te krijgen. Onlangs is ook het boek ‘Energielandschappen, de derde generatie’ van Noorman en de Roo uitgekomen dat ook een belangrijke link heeft met het SREX project.
SREX
Potentiële inschrijvers aan de prijsvraag wil ik het project SREX niet onthouden. SREX staat voor synergie tussen regionale planning en ‘exergie’ (ruimte en energie efficiënt aan elkaar koppelen, red). Het is een project dat in 2006 is begonnen, gefinancierd door Senternovem, nu Agentschap NL als onderdeel van de energie onderzoeksstrategie. Gecoördineerd door Andy van den Dobbelsteen hebben de deelnemende partijen (TU Delft, Rijksuniversiteit Groningen; Wageningen Universiteit; Hogeschool Zuyd, en TNO) de afgelopen jaren zeer vernieuwend werk afgeleverd. Zoals het promotiewerk van Sven Stremke van de Wageningen Universiteit en Rob Roggema en Leo Gommans van de TU Delft.
Een drietal belemmeringen lijken volgens de SREX-website een belangrijke rol te spelen bij een succesvolle transitie naar een samenleving gebaseerd op een duurzame energievoorziening: energiegeoriënteerde disciplines en ruimtelijke disciplines vinden elkaar onvoldoende; het regionale schaalniveau wordt daarbij niet gebruikt voor de synthese tussen energie en ruimte; exergie wordt nog niet toegepast om op regionale schaal de synergie te bereiken.
Tot slot
Gelukkig zijn in de ruimtelijke ordeningswereld inmiddels veel energieprojecten opgestart. En wordt steeds breder naar duurzaamheid gekeken, zodat het niet alleen maar energie is dat de klok slaat. Het gaat ook om het inrichten of ontstaan van goede leefmilieus voor ons zelf en toekomstige generaties. De opkomst van duurzaamheidslabels en tools op gebiedsniveau laat dit ook zien. Het blijft echter naar mijn mening cruciaal om aan energie aandacht te besteden. Op papier denken we vaak dit varkentje al gewassen te hebben, maar niets is minder waar. Om dan nog maar te zwijgen over zeldzame metalen en andere (eindige) natuurlijke hulpbronnen.
Deze Eo Wijersprijsvraag is een kans om dit soort opgaven nog beter in de vingers te krijgen. Grijp deze kans zou ik zeggen, energie zal nog lange tijd onderdeel blijven van onze plannen!
—
Afbeelding boven: DSA Rotterdam
Deze maand is de inschrijving voor de Eo Wijersprijs geopend: zie ook http://www.eowijers.nl