Zelfredzaamheid is het mantra in de ruimtelijke ordening

24 juni 2011  /  RUIMTEVOLK

Dit artikel komt uit het RUIMTEVOLK archief (2007-2017)

Hij is er! De nieuwe Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte. Misschien was  “Infrastructuurvisie Ruimte” een betere titel geweest. Want bij lezing blijkt er wel er veel nadruk te liggen op wegen, mobiliteit en bereikbaarheid.

Voor de visie is echter nog belangrijker dat het kabinet de sterke punten van ons land als uitgangspunt neemt. De eerder door het ministerie van EL&I aangewezen “economische topsectoren” spelen een sturende rol in de visie op de indeling van onze ruimte. Voor de stedelijke regio’s waar zich deze sectoren bevinden wordt veel uit de kast gehaald. De main- brain- en greenpoints zullen fileloos bereikbaar moeten zijn, er moeten (veel) woningen bij en de energietoevoer moet robuust gemaakt worden. In de SVIR staat het dan ook zwart op wit: het Rijk “investeert daar waar onze nationale economie er het meest bij gebaat is” (p.6). En dat is dus niet in krimpregio’s…..

Voor deze regio’s, die zich volgens de visie aan de randen van ons land bevinden, blijft niet veel over. Weliswaar wordt geconstateerd dat zich in die regio’s problemen kunnen voordoen op het gebied van woningvoorraad, bedrijventerreinen en voorzieningenaanbod, maar wat die problemen zijn blijft duister. En wat de oplossingen kunnen zijn al helemaal. Nergens in het document geeft het kabinet ook maar een begin van een visie op de ontwikkeling van die gebieden die niet tot “de top” behoren. In 2040 zijn we volgens het kabinet één van de meest concurrerende landen ter wereld, met optimale bereikbaarheid en het is buitengewoon veilig en leefbaar, met name voor bedrijven en kenniswerkers. Hoe het leven er “aan de randen” van ons land uit zal zien, blijft ongewis. Daar, in die gebieden die zo weinig bijdragen aan onze nationale economie, daar mogen decentrale overheden het zelf uitzoeken. De “daadwerkelijke vraag” van bewoners, bedrijven en organisaties  wordt daarbij leidend, aldus de visie. Wanneer gemeenten er samen niet uitkomen, dan moet de provincie de regie nemen.

Zuid-Limburg

Het kabinet laat hier kansen liggen. Ten aanzien van de krimpregio’s zijn we geen stap verder dan onder het vorige ruimtelijke regime. Geen antwoord op de vraag of we de concentratie van wonen en werken in de Randstad als wenselijk zien, geen antwoord op de vraag hoe we omgaan met bevolkingsdaling in zes van de tien gemeenten, geen antwoord op de vraag hoe het zit met grensoverschrijdende vraagstukken, geen antwoord op de vraag hoe we via slim beleid krimpregio’s kansen kunnen laten pakken op bijvoorbeeld duurzaam ondernemen, (in de agro, food of logistiek), geen antwoord op de vraag hoe de transitie in de krimpregio’s gefinancierd gaat worden.

Net als in de sociale zekerheid, bij inburgering, of in de zorg: zelfredzaamheid is het mantra. Ook in de ruimtelijke ordening dreigt de, in dit geval ruimtelijke, ongelijkheid toe te nemen.

Foto boven: Delfzijl (foto: Sjors de Vries)

Den HaagMobiliteitPlattelandpolitiek



Ook interessant:

Ruimte voor de toekomst van werk

Freek Liebrand

Een grootse traditie van maatwerk

Kris Oosting

De ontluikende kracht van middelgroot

Anne Seghers