De brief van Donner aan de Tweede kamer over de Wijkaanpak van het nieuwe kabinet is gekomen en het is een blije brief ! Met een kop en zonder staart: u zoekt het maar uit.
Tot nu toe blijft het opmerkelijk stil rondom de brief. Geen verwijtende krantenkoppen, geen ingezonden brieven of snerpende columns. Het lijkt alsof de sector de brief ter kennisname heeft aangenomen en gewoon weer over gaat tot de orde van de dag.
Het gaat goed in de meeste wijken. En waar het niet goed gaat, wordt in ieder geval hard gewerkt en ook dat gaat naar behoren. Dat is zo’n beetje de analyse. Als we de brief goed onder de loep nemen lijkt er in eerste instantie ook weinig in te staan dat stof kan doen opwaaien: er worden weliswaar geen additionele middelen meer ter beschikking gesteld, maar dat wisten we al. Donner noemt weliswaar één heel groot bedrag in de brief (1,2 miljard euro). Dat is precies het bedrag dat zijn voorganger een jaar geleden begrootte als Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) voor 4 jaar ; het is al verdeeld en besteed in de gemeenten.
De brief geeft weinig houvast of sturend kader, behalve een ondersteuningsagenda. Het sluit een op een aan bij de koers van het nieuwe kabinet. De toon van de minister blijkt daarnaast opvallend mild. In de brief staat weinig tot geen kritiek op het beleid van zijn voorganger: de wijkaanpak wordt – op een aantal dwalingen hier gelaten – als geslaagd bestempeld. Donner concludeert dat “…specifieke aandacht voor aandachtswijken of krimpgebieden nodig blijft”.
Toch staan in de brief ook een aantal aanwijzingen over hoe het anders en beter kan volgens Donner. Met name over de participatiebereidheid van burgers zijn de verwachtingen van de minister hooggespannen. Bewoners staan te trappelen meer verantwoordelijkheid te nemen, zo lijkt het. Gemeenschappen kunnen en willen de zorg voor wankele bewoners aan. Het wijkniveau wordt gepresenteerd als DE oplossing voor alle problemen die er nu nog liggen. Om deze beweging te stimuleren worden bevoegdheden gedecentraliseerd. Gemeenten en lokale partners krijgen de regierol en er komt nog meer ruimte voor burgeriniatieven. Of zijn het burgerplichten?
Zo makkelijk als Donner het doet voorkomen, zo ingewikkeld zal het in de praktijk blijken te zijn. Want hoe voorkomen we dat kwetsbare burgers aan hun lot worden overgelaten? Of dat toch al wankele wijkbewoners worden overvraagd? En wat wordt de rol van woningcorporaties?. Wordt er nog meer dan nu al het geval is een beroep gedaan op hun interveniërende en investerende kracht in de wijken? Wij zien juist bij corporaties een terugtrekkende beweging als het gaat om het oppakken van taken die buiten hun kerntaken vallen. Dat erkent Donner. Wie gaat er maatschappelijk investeren, nu gemeenten en corporaties moeten bezuinigen en het ministerie geen extra gelden meer beschikbaar stelt? Geen probleem , zegt Donner : “minder financiële middelen betekent naar mijn overtuiging (…) niet minder ambitie (…) , maar (…) biedt kansen”.
De ondersteuningsagenda zal voor de aanpak van een aantal wijken richting geven. Meer dan ooit moeten gemeenten en corporaties keuzes maken: waar investeren we wel in en waar niet in. En wat is het financieel en maatschappelijk rendement van investeringen? Ze zullen dus investeren vanuit welbegrepen eigenbelang! Dat is niet verkeerd. En meer verantwoordelijkheid bij lagere overheden en bij lokale partners is ook helemaal niet verkeerd. Het lijkt alleen wat gemakkelijk in de richting van wijken waar weinig rijkdom is, minder economische kansen zijn, meer dagelijkse problemen en weinig sociale ‘overwaarde’, om te zeggen dat daar de ambitie nu vandaan moet komen. Zijn burgers wel aanspreekbaar op hun claimgedrag en bereid en in staat tot het nemen van veel meer eigen verantwoordelijkheid? Gaat Donner hier zijn vingers aan branden?
De Wet op de Maatschappelijke Ondersteuning en overheveling van budgetten voor Jeugdzorg van provincies naar gemeenten kunnen een impuls geven aan de Wijkaanpak, mits het geld op slimme wijze op wijkniveau wordt ingezet. Het ministerie van BZ heeft met de brief laten zien zich (voorlopig?) niet te willen mengen in al te netelige discussies en laat zoveel mogelijk over aan ‘de markt en de gemeenschap’. De oplossing moet niet een beetje maar helemaal van bewoners komen. Donner willen “…samen naar oplossingen zoeken”. Onder de vlag van bewonersparticipatie wordt wel erg veel verantwoordelijkheid overgedragen. Ik betwijfel of dat gaat werken en of deze terugtrekkende beweging een slimme is.
Hoelang kan Donner de minister van het ministerie van blije brieven blijven?
—
Klik hier om de brief van Donner aan de Tweede kamer te lezen