Te vaak verzandt de totstandkoming van prestatieafspraken tussen gemeente en corporaties in een lang en frustrerend proces. Het gedrocht dat het resultaat hiervan is, leidt tot meer discussie in plaats van daden. We vergeten dat partijen zelf mogen bepalen wat ze onderling willen afspreken. We vergeten terug te gaan naar de uitgangsvraag: wat gaat er eigenlijk mis als we niets afspreken?
Van rijkswege wordt in Nederland gepromoot dat gemeenten en woningcorporaties met elkaar afspraken maken over de aanpak van volkshuisvestelijke opgeven in elkaars werkgebied. Dergelijke afspraken worden als prestatieafspraken in convenanten vastgelegd. Ik heb ervaren dat het proces van totstandkoming van prestatieafspraken vaak leidt tot een langdurig en complex traject. Soms staat alles uiteindelijk op papier, maar komt het, om uiteenlopende redenen, niet tot ondertekening. Vaak blijkt ook dat partijen met verschillende verwachtingen het proces zijn ingegaan en is er verschil van mening over de interpretatie van de afspraken. En leuk is het al helemaal niet. Dat kan anders.
Vertrouwen
Het proces van prestatieafspraken maken is vooral een proces van snuffelen aan elkaar, van (opnieuw) wennen aan elkaar, van het leren kennen van elkaar, elkaars speelveld en elkaars ambities, hetgeen moet leiden tot een vertrouwensband. In feite moet het beginnen met vertrouwen in elkaar. We zouden meer tijd moeten nemen om naar elkaar toe te groeien. Gewoon uitleggen waar je als organisatie voor staat en wat je doet. Telkens weer blijkt het zeer verhelderend voor de corporatie om te horen wat de bezuinigingsopgave in gemeenteland voor wethouders en ambtenaren betekent. Of om te horen hoe het grondbedrijf (niet) werkt. En voor gemeenten is het alsof het licht aan gaat als de corporatiedirecteur toelicht hoe de verplichte bijdrage van corporaties aan de huurtoeslag een causaal verband heeft met verminderde investeringenmogelijkheden. Of wat het betekent om huishoudens met een inkomen boven de 33.600 euro grens een woning te moeten weigeren. Er ontstaat begrip, een eerste voorwaarde voor vertrouwen.
Om dit proces te versoepelen is het raadzaam om een passende werkvorm te hanteren. Laatst hebben we zelf bijvoorbeeld door middel van tegelteswijsheden de band tussen partijen weten te versterken. In twee rondes moet iedereen een tegeltje kiezen en toelichten waarom deze hem of haar aanspreekt. Simpel niet? Het leukste is om de spreuken aan te laten sluiten bij de dilemma’s tussen de partijen. Ook goed: enkele hilarische tegeltjeswijsheden. Je verzint ze waar je bij staat. Probeer het maar eens.
Iets afspreken om iets op te lossen
Natuurlijk moeten gemeenten en corporaties goede en werkbare afspraken met elkaar maken, maar naar mijn idee verliezen we ons te vaak in het proces waar we in belanden en vergeten we terug te gaan naar de basis, naar het waarom van de afspraken. Welke afspraken willen wij eigenlijk met elkaar maken? Wat gaat er mis als we niets afspreken? Of anders gezegd: welke maatschappelijke problemen blijven onopgelost als wij er samen niet iets over afspreken? Daar is het toch om te doen? Laten we proberen het proces terug te brengen tot goede, inhoudelijke discussies over wie we zijn, welke maatschappelijke opgave er binnen de eigen invloedssfeer ligt en welke taakverdeling er nodig is om daar een bijdrage aan te leveren. Als je dan ook nog het gevoel hebt dat je voor dit soort zaken bij de ander aan kunt kloppen voor hulp, zit het wel goed. Volgens mij zorgt dit juist voor veel positieve energie. Oh ja, en laten we er vooral geen juristen bij halen. Werkt het? Te simpel? Heb je nog een mooie spreuk voor een tegel? Ik hoor het allemaal graag!