Tea Party en het ruimtelijk beleid

08 november 2010  /  RUIMTEVOLK

Dit artikel komt uit het RUIMTEVOLK archief (2007-2017)

Binnenkort is er weer de Dag van de Ruimte. Het wordt een treurige stemmende bijeenkomst. De ordening van de Ruimte is passé, uit, geschiedenis. De toekomst is aan ‘mechanismen van spontane orde‘, aldus de Windesheim lector Buunk*. Het lijkt erop alsof de Tea Party ook hier toeslaat. Ook de verpulvering van met ministerie van VROM duidt op de teloorgang van de Ruimtelijke Ordening. En het regeerakkoord spant de kroon waar het gaat om het ontbreken van visie in dezen.

Ruimtelijke planning; Nederland was er altijd trots op. In ons kleine landje waar we met zo ontzettend veel mensen samen wonen, ordenen we sinds jaar en dag de ons ter beschikking staande beperkte ruimte. Als geograaf vind ik dat vanzelfsprekend. Immers, de ruimte is schaars, er zijn er veel aanspraken op de ruimte, door mensen die willen wonen, recreëren, verplaatsen, winkelen et cetera. En dan praten we nog maar even niet van flora en fauna die een plek vragen. Dat daarbij belangenafwegingen moeten worden gemaakt lijkt evident. En dat er bij die afweging sprake is van kracht- en machtsverschillen lijkt me ook geen nieuws. Een democratische overheid die daarvoor keuzes maakt met het oog op de toekomst en het liefst toch met een idee hoe we ruimte het best kunnen indelen (visie dus) biedt hiervoor soelaas.

Tenminste,dat dacht ik altijd. Maar nu blijken dat allemaal linkse hobby’s. Niks verdelende rechtvaardigheid; de markt, het prijsmechanisme dat zijn de drivers van de nieuwe ruimtelijke orde volgens Buunk. Vinden wandelaars de Ecologische Hoofdstructuur niet mooi, weg ermee, Het is toch hun belastinggeld, en wie betaalt, bepaalt! En in geval van conflicten, hup naar de rechter om het uit te vechten. Uiteindelijk kunnen `mensen` zelf de verantwoordelijkheid dragen voor hun omgeving, is de nieuwe wind uit VVD-hoek.

Wat staat daar tegenover? Het regeerakkoord geeft weinig hoop; zegge en schrijven in totaal zeven (!) regels tekst over ruimtelijke ordening. Zeven regels over de ordening en verdeling van de schaarse ruimte. Vooruit, ruimdenkend als we zijn, kunnen we ook enkele passages uit maar liefst twee alinea’s over wonen als ruimtelijke ordening kenmerken.

Vanuit het ministerie dan? Op de eerder genoemde Dag van de Ruimte spreekt ook Henk Ovink, van het nieuwe ministerie van Infrastructuur en Milieu. Zijn betoog valt op door een veelheid aan ‘moeilijke’ woorden. Slechts de geoefende professional kan zich een weg banen door de actualisaties, decentralisaties, contextsensitiviteit en meer van dat moois. Maar zijn bijdrage eindigt met de opmerking dat de overheidsinzet niet gebaseerd mag zijn op een verdelende rechtvaardigheid die schijnbaar als vanzelf gekoppeld is aan ‘fnuikende bureaucratie, complexe regelgeving en bestuurlijke drukte‘. Nee, belangrijk is vooral dat die overheidsinzet afrekenbaar is.

Sinds wanneer mag de overheid niet meer rechtvaardig verdelen? Is dat soms een linkse hobby? Gaat onze langjarige traditie op het gebied van zorgvuldig omgaan met de ruimte ten onder in wat zo langzamerhand de tsunami van gesundenes volksempfinden en overheidje pesten lijkt te zijn? Kom op vakbroeders, laat je horen!

* Column uitgesproken op VROM Professoren Overleg Planologie 26 oktober 2010

Foto boven: Blauwe Stad (foto: Piet Renooy)

politiekWoningmarkt



Ook interessant:

Terloopse contacten voor een veerkrachtige stad

Flip Krabbendam en Henriëtta Joosten

Een grootse traditie van maatwerk

Kris Oosting

Een fundament voor het verhaal van morgen

Jeroen Niemans