Melle Smets is gefascineerd door ons hedendaagse stedelijk landschap en de wereld van snelwegen, viaducten, restruimtes en tussenzones. Als kunstenaar documenteert hij dit landschap en organiseert hij excursies. Als curator van het Snelwegmuseum bracht hij het Nederlandse snelwegennet in kaart Daarbij ontdekte hij fenomenen als het leven van Oost Europese auto -exporteurs, jachtgebieden in industriezones en informeel ruimtegebruik achter geluidschermen. Een interview tussen snelweg en treinspoor.
Voor mij is de snelweg vooral banaal: afgezien van dat nieuwe rode geluidscherm langs Utrecht, de Deltawerken en spectaculaire grote bruggen word ik er niet warm van. Zie ik iets over het hoofd, kijk ik niet hard genoeg?
“Het verhevene zit in het alledaagse. De ijsberg is nu eenmaal groter onder water dan boven water. De snelweg is banaal, terloops en pretentieloos. Dit is juist wat de snelweg een open boek maakt over de staat van de samenleving, hoe we met elkaar om gaan en wat we echt belangrijk vinden, Het gaat om de heimelijke geneugten van het leven zoals homobosjes, kogelgaten in verkeersborden, het blikken gooien naar wegpersoneel, heroïnehoeren, illegale autoraces, en ga zo maar door. De snelweg verhult niets. Juist de ontworpen plekken verpesten in die zin de eerlijkheid van de snelweg.”
De snelweg is inwisselbaar en in principe een mondiaal fenomeen. Zie je toch verschillen in karakter? Kun je onderscheid maken tussen wegen die door bestaande gebieden heen zijn gelegd en snelwegen waar later gebieden omheen zijn ontstaan?
“Van de oplossingen die we bedenken, weten we per definitie niet waar die toe leiden. Toen de snelweg als idee voor het eerst op de tekentafel kwam, zag men dit als iets positiefs. De stadsarchitect Witteveen tekende de Tunneltraverse in Rotterdam zelfs als park in de stad. Hij nam de parkway wel erg letterlijk en was er van overtuigd dat een snelweg de stad zou verlevendigen in plaats van vervuilen. Dat de snelweg een wereld op zich is geworden, had niemand van te voren bedacht.
Het karakteristieke van een snelweg wordt enerzijds bepaald door de tektoniek van de weg in het landschap en anderzijds door de mislukkingen. De schoonheid van een vloeiende lijn kan een herkenningspunt op de route zijn, net als een gevaarlijke bocht waar het altijd glad is, of een huis in de berm waarvan de eigenaar weigerde te vertrekken.”
Ervaar je een samenhang in het geheel, het Nederlands snelwegennet als systeem, en is het ook zo ontworpen? Heeft het een ziel, ontstijgt het zijn puur utilitaire karakter?
“Als je er oppervlakkig naar kijkt, is het één pot nat. Het systeem domineert in vorm en functie. Ernaar kijken alsof de snelweg bezield is, is wat te allen tijde moet worden vermeden. Het ontstaan van een ziel betekent dat we ons zouden kunnen hechten aan de snelweg en dat staat de basisfunctie in de weg; de doorstroom. Alles wat aan het zoab blijft plakken, verstoort het systeem. Toch is het onvermijdelijk dat er betekenis aan wordt gegeven. Doordat grote hoeveelheden mensen zich op de snelweg begeven en er belevenissen, herinneringen en tragedies meemaken, sijpelen deze verhalen ons collectieve geheugen binnen. Het systeem wordt langzaam maar zeker onderdeel van onze levenswijze. Het is een kwestie van tijd tot we een warm gevoel krijgen bij het zien van een hectometerpaaltje uit onze jeugd.”
De casus A20
De A20 die dwars door Rotterdam Noord heenloopt, is een stadssnelweg met vele gezichten. Als onderdeel van de ringweg is het een van de drukste snelwegen van Nederland en daarmee een triple-A locatie voor bedrijven. Naast de grote kantoren, achter de geluidsschermen en onder viaducten, gaat echter een hele andere wereld schuil De restruimtes hier zijn langzaam maar zeker in gebruik genomen door mens en natuur. Rotterdammers uit alle rangen en standen zijn er neergestreken en hebben maneges, parken, verenigingen, bedrijven, vuildumps, woonboten, opvangcentra, speeltuinen, cafés en moestuinen aangelegd. De snelweg functioneert hier als een moderne stadsmuur.
Maar de toekomst van de A20 als snelweg staat op de helling. Wanneer de A4 wordt doorgetrokken van Delft naar Schiedam is de kans groot dat de Rotterdamse ringweg zal worden uitgebreid met de A16 die bij Zestienhoven op de A4 zal aansluiten. De A20 wordt hiermee een stadsweg en hoeft zich niet langer aan de regels van de snelweg te conformeren.
Smets is de initiator van het Snelwegatelier. In het Snelwegatelier, in het leegstaande station Rotterdam Noord, komen elke woensdag studenten onder leiding van docenten van de Rotterdamse kunstacademie bij elkaar om deze casus te bespreken. De A20 is hun studieproject. Samen met experts en politici werken ze samen aan het bedenken en uitwerken van toekomstscenario’s. Eind november kiest een jury het winnende idee.
Inspirerend, dat Snelwegatelier. Leidt het ook tot nieuwe inzichten, zo’n dag tussen geluidswal en spoordijk? Wat kun je zeggen van de eerste brainstormsessies?
“Voor studenten is de snelweg normaliter geen onderwerp. Het is een wereld voor de werkende massa waar zij nog geen onderdeel van zijn. Pas bij het beklimmen van een geluidscherm, of het luisteren naar het gedender onder een viaduct ontdekken zij de schoonheid, idiotie, monumentaliteit en vrijheid van de snelwegomgeving. Het had evengoed een heel ander landschap kunnen zijn om dezelfde soort verwondering te prikkelen. De studenten zijn onbevangen en nieuwsgierig, gaan op onderzoek uit en komen met hele eigen inzichten. Opvallend vind ik dat de meesten er geen moreel oordeel aan verbinden. De snelweg is een gegeven dat nu eenmaal onderdeel is van de omgeving. Voor hun heeft de snelweg altijd bestaan.”
Jullie gaan een hoop projecten doen via ‘mapping‘, wat gaat er zo al in kaart gebracht worden?
“Mapping is een hip woord voor degelijk onderzoek/veldwerk. Je moet eerst de wereld in je op nemen om die vervolgens te kunnen duiden. Hoe beter je kijkt, hoe rijker het pallet van indrukken wordt dat je kan gebruiken. De studenten kiezen hun eigen fascinaties en worden geacht die te onderzoeken en te vatten in verslagen. Tot nu toe heb ik studenten bezig gezien met fenomenen als road-kills, belangenverenigingen, herrie, files, moestuinen en ga zo maar door.”
Jullie gaan als groep een buitenpost opzetten op het Terbregse Plein. Als je daar gaat kamperen, ga je dan proeven van het eigene van de plek? Of blijft het een niemandsland en wordt het staren in de leegte?
“Ga maar eens een dag onder je eigen keukentafel zitten. Dan verandert je hele vertrouwde beeld van je eigen tafel en huiskamer voorgoed. Dat wil niet zeggen dat iedereen dezelfde sfeer daar ervaart. Iedereen zal er zijn/haar eigen verhaal van moeten maken. Dat maakt het belevingsonderzoek juist zo boeiend. Het feit dat wij er een week kamperen, doet wel wat met onze blik op die plek. Het wordt een plek met een verhaal en daarmee gaat die plek meedoen in onze leefomgeving.“