Cultureel vernieuwen tegen de stroom in

18 oktober 2010  /  Arjan Raatgever

Dit artikel komt uit het RUIMTEVOLK archief (2007-2017)

Tweeduizend theatermakers, muzikanten en studenten demonstreerden vorige week in Den Haag tegen de cultuurbezuinigingen van het nieuwe kabinet. Tweehonderd miljoen euro aan rijkssubsidies dreigt te worden geschrapt door Rutte cum suis. ‘Wat valt er nog in te burgeren als we onze eigen cultuur kapotmaken?’, luidde de tekst op een van de spandoeken. Het is verrassend dat juist in deze sfeer een boek verschijnt dat oproept tot vernieuwing van onze theaters en musea.

“De bezuinigingscrisis is ook een legitimiteitscrisis”, legt Johan Idema uit. Idema is senior adviseur cultuur bij adviesbureau LAgroup, Leisure and Arts Consulting, en auteur van het boek Beyond the black box and the white cube. “Veel theater- en museumgebouwen nodigen door hun gesloten ontwerp onvoldoende uit om een vrijblijvend kijkje te nemen. Dat draagt bij aan hun imago als elitaire bolwerken.”

Idema en medeauteur Roel van Herpt willen met hun boek laten zien dat het ook anders kan: het cultuurgebouw niet als zwarte doos of witte kubus, maar als open huiskamer voor de stad, volledig in contact met haar omgeving en bezoekers. Zij pleiten voor theaters met een etalage als de Bijenkorf en musea met free samples.

Beyond the black box is ingedeeld in drie delen: ‘Ontvangst’ (Start), ‘Beleving’ (Explore) en ‘Nabeschouwing’ (Improve). Het eerste deel beschouwt de klassieke indeling van theaters en musea en hun redenen tot vernieuwing. Dit wordt aangevuld met een cultuurfilosofisch essay van Elma van Boxtel en Kristian Koreman van het bureau ZUS, Zones Urbaines Sensibles. Daarin pleiten zij voor cultuurgebouwen als publieke productiehuizen; een vrijplaats waar vandaan burgers tegenspel kunnen bieden aan de voortschrijdende privatisering en commercialisering van de publieke ruimte.

De kracht van het boek ligt vooral in het tweede deel. Hier voeren de auteurs een indrukwekkende hoeveelheid vernieuwende musea en theaters op, uit binnen- en buitenland, gelardeerd met veel beeldmateriaal. Deze best practices worden losjes gegroepeerd langs een aantal thema’s als ‘Open huis’, ‘Achter de schermen’, ‘Binnenstebuiten’. De ruime hoeveelheid voorbeelden en plaatjes bieden een groot palet aan ontwerpmogelijkheden waarmee cultuurgebouwen beter in contact zouden kunnen treden met hun omgeving en bezoekers.

Wel is de behandeling van de vele voorbeelden vooral op beeld en functie georiënteerd. Het was interessant geweest als enkele van de cases meer in detail waren uitwerkt, inclusief projectgegevens, budgetten, proces enzovoort, zodat de lezer meer inzicht krijgt in het proces van de totstandkoming van een bijzonder cultuurgebouw. De auteurs leggen in de inleiding uit in dit boek te hebben gekozen voor brede inspiratie boven detail.

monumentaal warenhuis Schunck in Heerlen (foto: Claus Tummers)

Uiteraard komen in het boek usual suspects voorbij als Tate Modern in Londen met zijn reusachtige, vrij toegankelijke turbinehal en het Parijse Musée du quai Branly van Jean Nouvelle, vanwege de bijzondere verbinding met haar eigen omringende stadspark. Het zijn echter juist de kleine en meeslepende voorbeelden die het meest verrassen en wellicht ook beter bij de Nederlandse schaal passen. Zoals monumentaal warenhuis Schunck in Heerlen, dat na een zorgvuldige renovatie nu een cultuurcluster herbergt. En de omgebouwde public school P.S.1 in Queens, New York, dat sinds 2000 fungeert als de avantgardistische en überhippe voorpost van het MoMA.

In het laatste deel presenteren de auteurs hun conclusies en aanbevelingen. Ze noemen veranderingsbereidheid en een overtuigende visie van zowel theater- en museumdirectie als van de opdrachtgever, als belangrijkste voorwaarden voor succesvolle vernieuwing, samen met de bouwtechnische mogelijkheden van het bestaande pand en de juiste architect.

Het schrijfproces van het boek was te vroeg in het jaar om een directe link te kunnen maken met de komende rijksbezuinigingen op cultuur. Hoewel dit interessant was geweest, is dat de schrijvers niet aan te rekenen. Wel is het jammer dat er ook niet vooruitgekeken wordt naar de bezuinigingen op gemeentelijk niveau en de slechte vooruitzichten die dat biedt voor de nieuwbouw van maatschappelijke voorzieningen, dit was al langer bekend.

Gemeenten die in veel gevallen opdrachtgever en financier voor cultuurgebouwen zijn, zullen de komende jaren stuk voor stuk stevige bezuinigingen moeten doorvoeren, ook op hun bouwbudgetten. Het bedrijfsleven is nog aan het herstellen van de crisis en zal zich ook niet massaal als beschermheer van de kunsten opstellen. Er tekent zich net als in de stedelijke ontwikkeling, een zoektocht af naar nieuwe ontwikkelings- en financieringsmodellen voor cultuurgebouwen. Wat zijn in dat opzicht de mogelijkheden van crowd funding? Wat kunnen leegstaande vierkante meters kantoorgebouwen voor de cultuursector betekenen?

Daarnaast treffen de bezuinigingen vanuit het Rijk waarschijnlijk vooral de podiumkunsten en beeldende kunsten. Aan de vraagkant zal dat gevolgen hebben voor de subsidies aan theaters en musea. Aan de aanbodkant zullen theatergroepen, orkesten en dansgezelschappen de broekriem aan moeten halen of misschien zelfs worden opgeheven. Beeldend kunstenaars hangen zonder subsidie hun kwasten wellicht aan de wilgen. En voor jonge kunstenaars is er door het wegvallen van de WWIK geen steuntje meer in de rug om hun cultureel ondernemerschap op te bouwen.

Zo dringt de vraag zich op: áls het al lukt om een nieuw Guggenheim aan de Rijn te bouwen, wat valt daar dan eigenlijk nog te beleven?

Johan Idema en Roel van Herpt: Beyond the black box and the white cube: Hoe we onze musea en theaters kunnen vernieuwen. © 2010, LAgroup, Amsterdam, ISBN/EAN 978-94-90534-02-8. 143 pag., € 37,69 (excl.btw)

BUNDEL cultuur en de stadcrisis

Arjan Raatgever Adviseur bij KEI kenniscentrum

Over de auteur

Arjan Raatgever is adviseur bij KEI kenniscentrum stedelijke vernieuwing. Vanuit een cultuur-sociologische achtergrond onderzoekt hij praktijk en beleid rondom het werken aan de bestaande stad.



Ook interessant:

NOVI: Een hoopvol perspectief?

Peter Paul Witsen

Maak bedrijventerreinen klaar voor de (circulaire) toekomst

Cees-Jan Pen

Werklandschappen als speeltuin van de toekomst

Ana Luisa Moura