Web 2.0 is heel wat minder belangrijk voor de relatie overheid-burger dan veel it-specialisten geneigd zijn te denken. Behalve op het terrein van buurtontwikkeling.
Er bestaat binnen de ict-gemeenschap van de overheid momenteel het geloof dat interactieve internettoepassingen de verhouding tussen burger en publieke instellingen ingrijpend zullen veranderen. Maar dat is een miskenning van de rol en verantwoordelijkheid van de overheid.
De web 2.0-toepassingen, zoals interactieve websites en social media, zijn instrumenten waarmee (grote groepen) burgers hun mening kenbaar kunnen maken en hun ideeën in het publieke debat kunnen brengen. Daarmee krijgt het maatschappelijk debat een nieuwe intensiteit: burgers kunnen veel meer informatie raadplegen, kunnen gemakkelijk communities vormen die ergens voor gaan lobbyen en kunnen effectiever de media en de publieke opinie bespelen. Moest je vroeger een brochure uitbrengen, een serie ingezonden brieven plaatsen, een nationale organisatie oprichten of een demonstratie organiseren, nu doe je dat vanachter je bureau en je hoeft zelfs niet eens met je medestanders te vergaderen. Dat regelen de social networks voor je.
Maar in wezen is deze ontwikkeling niets anders dan het scherper articuleren van een standpunt en meer massa organiseren op een bepaald issue. Het verandert niets aan de essentiële taak van de overheid dat zij belangen moet afwegen, zich niet mag laten leiden door een gepassioneerde minderheid, haar budget moet bewaken en niet per half jaar van standpunt en beleid mag veranderen. Integendeel: juist in deze vluchtige samenleving dient de overheid een baken van betrouwbaarheid en geloofwaardigheid te zijn, hoe moeilijk dat ook is.
De overheid heeft tot taak op een betrouwbare manier de complexe samenleving te laten functioneren en (sociale) grondrechten veilig te stellen. Die rechten garanderen een minimum aan vrijheid, veiligheid, sociale zekerheid, een schoon milieu, rechtszekerheid, voedselkwaliteit, mobiliteit en de collectieve financiering daarvan. Dat zijn zaken die op nationaal en steeds meer op Europees niveau worden geregeld.
Ook al wordt de samenleving mondiger, is er een roep om een kleinere overheid en worden steeds meer zaken op Europees niveau geregeld, het is zeer onwaarschijnlijk dat de overheid op dit gebied over enkele jaren haar werk kan staken en dat de burgers hun eigen boontjes zullen doppen.
Omgangsvormen
De it-gemeenschap wijst echter op succesvolle interactieve projecten in buurten waarbij burgers doorslaggevende invloed hebben gehad op de besluitvorming. Is daar dan niet de verhouding tussen burger en overheid fundamenteel veranderd? Is het dan niet duidelijk dat de overheid, wanneer zij zich luisterend opstelt en burgers de ruimte geeft, tot een andere aanpak komt dan in het oude top-downmodel?
Zeker, die voorbeelden zijn er. Zij duiden op nieuwe omgangsvormen tussen overheid en burgers. Maar alle voorbeelden die ik ken, hebben gemeenschappelijk dat zij op kleine schaal spelen, in duidelijke gedefinieerde projecten, die met de directe leefomgeving of voorzieningen van de betrokken mensen te maken hebben.
Dan is het inderdaad mogelijk met een mooie website burgers mee te laten denken over de inrichting van een wijk, adviezen te laten geven en zelfs keuzen te laten maken. Al komt het maar heel zelden of nooit (?) voor dat een gemeentebestuur haar eindverantwoordelijkjheid uit handen geeft.
Op alle hogere schaalniveaus dan van een buurt of een kleinschalig project zijn er twee factoren waardoor dit model niet toepasbaar is.
Ten eerste: op de schaal van een stad, regio, provincie of rijk en bij andere onderwerpen (veiligheid, sociale zekerheid) is de betrokkenheid van burgers zeer gering. Alleen professionals en een heel klein groepje hooggemotiveerden neemt dan aan interactieve processen deel.
Natuurlijk zijn er projecten rond bijvoorbeeld de Nota Ruimte waarbij tienduizenden burgers via digitale media mochten adviseren over de ruimtelijke inrichting van Nederland. Maar de abstracte vraagstelling die daarbij wordt voorgelegd, sluit volstrekt niet aan bij de concrete keuzen die in de corridors of power worden gemaakt.
De tweede reden is dat de onderwerpen van overheidshandelen zeer complex zijn. Niet alleen intrinsiek maar ook door de politieke context waarin ze staan, zoals partijpolitieke en maatschappelijke verhoudingen en de internationale orde. Het is niet denkbaar dat interactieve webtoepassingen het mogelijk maken dat burgers daarin direct gaan meebeslissen.
Dit wil niet zeggen dat web 2.0 niet gebruikt zou kunnen worden om burgers meer stem te geven en om hun voorkeuren te peilen. Dat kan heel waardevol zijn en inzichten toevoegen, maar het is ook niet méér dan dat, behalve, zoals gezegd, waar het de directe leefomgeving betreft.
Web 2.0 is dus primair een nieuw communicatiemiddel in de interactie tussen burgers en overheid, maar niet een middel dat de rollen zal omdraaien. En dat is misschien maar goed ook, want anders zouden de grootste schreeuwers de meeste invloed krijgen.
—-
Foto boven:Mararie