De creatieve stad is voor veel stadsbesturen nog steeds hun kip met de gouden eieren. Ze zien zichzelf graag als creatieve, spannende stad. Intussen gooien ze het kind met het badwater weg. Want terwijl de creatieve klasse op zoek is naar een stad boordevol uitdagingen, cultuur, traditie en vooruitgang, beginnen onze steden steeds harder te lijden aan een vernietigende vertrutting.
Door Wigger Verschoor en Jeroen Niemans
Al weer een heel aantal jaren geleden hebben Nederlandse steden op instigatie van Richard Florida de jacht op de creatieve klasse geopend. Deze klasse, ook wel ‘neo-bohemians’, vormt volgens velen een pot met goud aan het einde van de regenboog. Nadeel is dat deze groep als geen ander ongrijpbaar is voor beleidsmakers, juist omdat ze zich niet laten sturen door beleid. Met het ombouwen van een oude fabriek tot een creatieve broedplaats ben je er niet. Voor creatieven is de stad spannend als hij 24 uur per dag blijft verrassen. Want de creatieveling is op zoek naar een vorm van stedelijkheid waarin vrijheid, creativiteit en ontmoeting de basis vormen.
Deze schoen wringt echter. Want tegenwoordig is er een beweging aan zet gekomen die juist van die scherpe randjes af wil. Die de rafelranden van de creatieve stad glad wil strijken, of dat al lang heeft gedaan. Neem Amsterdam. Door velen bewierookt als de creatieve hoofdstad van ons land. Vele oudere jongeren denken met weemoed terug aan spannende plekken als Vrieshuis Amerika, pakhuis Afrika, het Repetitiehuis, De Graansilo, het gekraakte OLVG en Rijkshemelvaart. Maar wat is er van over?
NDSM werf in Amsterdam Noord (Foto: Coen de Rijk)
Wethouder van Poelgeest haalt graag de NDSM-werf in Amsterdam Noord aan als voorbeeld van de door de stad gewenste stedelijkheid. Het is een goed voorbeeld van het spanningsveld tussen creativiteit en commercie. Jarenlang was het een toevluchtsoord voor kunstenaars en een speelplek voor creativelingen, maar inmiddels is het gebied ontdekt door de rest van de wereld, en omcirkeld door een integrale gebiedsontwikkeling. Weemoedig zien de bewoners van het eerste uur om zich heen kantoren verrijzen van bedrijven die zich aangetrokken voelen tot de sfeer van het gebied. De vrijhaven blijkt ineens, tot grote vreugde van de gemeente, de pullfactor te zijn voor ´hippe´ bedrijven als MTV, Red Bull, maar ook Nederlandse bedrijven als VNU en Hema. Het is daarmee de knuffelbroedplaats van Richard Florida-adepten geworden. Maar de NDSM-werf is inmiddels ontdaan van het rauwe, het autonome. MTV illustreert dit treffend in City Journal: ‘ je kunt er nog over bielzen of oude spoorlijntjes struikelen, maar het moet enigszins aangeharkt zijn.’ (zie artikel maakbaarheid van de Stad in City Journal)
Ergens ver buiten Amsterdam, in het Westelijk Havengebied, vind je nu nog de laatste grote culturele vrijplaats van de stad, het ADM-terrein. Wanneer zal ook deze plek worden doodgeknuffeld?
Intussen vinden frontale aanvallen plaats op de nog overgebleven ‘rechten’, die onze steden een rauw randje geven. Het kraken kan als het aan het huidige kabinet ligt op de helling. Zeker nu het tekort aan betaalbare woonruimte op zowel de huur- als koopmarkt vakkundig is opgelost. Ook zouden De Wallen definitief op slot moeten voor prostitutie, vanuit het idee dat er een veel betere plek voor hen is gevonden aan de rand van de stad. De Jordaan, tot slot, moet zijn definitieve vervolmaking bereiken nu het officieel tot ‘silent residential area’ is gekroond. Plezier is overlast, stilte de norm. Voor spanning moet je elders zijn.
Hans Boutellier en Nanne Boonstra constateren in hun artikel “Nederland lijdt hoe langer hoe meer aan collectieve pleinvrees” in NRC Handelsblad van 12 januari 2010 dat ‘soms zo voortvarend wordt gereguleerd, dat de spontane ordening wordt weggedrukt.’ Ze merken daarbij op dat er ‘naast de groeiende controle ook een toename is van evenementen, festivals en winkelcentra waar vooral genoten moet worden. Maar dan wel binnen strikte regels en veiligheidsvoorschriften. Uitbundig leven in een strakke orde van hekken, huisregels en particuliere beveiligers.’ Denk maar aan de ophef rondom het verbieden van de Dance Parade in Rotterdam. Ted Langebach geeft in de Spits van 4 februari aan dat ‘ door de toename van het aantal regels vrijdenkers vertrekken naar steden met minder regels’.
Ook in het kleine alledaagse is dit zichtbaar. Amsterdam meende in haar nieuwe terrassenbeleid dat staand drinken niet langer toelaatbaar is, om mogelijke overlast voor de buurtbewoners en passanten bij voorbaat uit te sluiten. Niet alleen in Amsterdam, maar in heel Nederland rookt spruitjeslucht uit de schoorstenen van stadhuizen. Er is steeds minder oog voor één van de meest waardevolle kanten van stedelijkheid: de grote kans die je er hebt om verrast te worden door het onverwachte.
(Foto: Coen de Rijk)
Maar de tegenbeweging groeit. Actiegroepen als Ai!Amsterdam en Ravebaar Nederland strijden tegen de vertrutting van de stad. En gelukkig zijn er ook nog steden die ondanks alle tegenstand volharden en spannender proberen te worden. Ooit ingedutte provinciesteden als Eindhoven, Venlo en Enschede worden door hergebruik, stadsvernieuwing en nieuwbouw gereanimeerd en vormen een dankbaar alternatief voor bijvoorbeeld Amsterdam. Lifestyleblog Swurdin.nl voegt Rotterdam aan dat rijtje toe. ‘Deze stad is het Nederlandse Berlijn. Toonaangevende clubs bestaan niet meer. (…) Alles draait om authenticiteit en intimiteit. Onder de radar. Amsterdam trekt steeds vaker naar Rotterdam voor authentieke feesten en een rauwe belevenis (…) Want Amsterdam mist ze.’
Kortom, de spannende stad staat volop in de belangstelling. Op 12 maart organiseert RUIMTEVOLK een avond rondom ‘De Spannende Stad‘ Verschillende mensen zullen hun visie geven op wat een stad spannend maakt. En er zal een verkiezing plaatsvinden van de spannendste stad van Nederland. Waar? In Rotterdam, want daar gebeurt het in 2010!
—
Foto boven: Coen de Rijk
Wigger Verschoor bestuurskundige/planoloog