Het ‘nieuwe werken’ geeft wijken in opkomst een impuls

06 februari 2010  /  Linda Peeters

Dit artikel komt uit het RUIMTEVOLK archief (2007-2017)

Een groeiend aantal zelfstandig ondernemers wil mobiel werken. Maar hoe voorzie je als stad in deze behoefte? Tijdens de Guerrilladesk van 28 oktober inventariseerden Den Haag en Venlo met creatieve ondernemers, architecten en pleitbezorgers van het nieuwe werken hoe de overheid het ontstaan van deze flexibele werklocaties kan stimuleren. “Het loont vooral om te investeren in wijken in opkomst.”

Hangar 36 is deze week drie dagen lang de plek voor de Guerrilladesk, een open workspace voor ondernemers en professionals. Initiatiefnemer Eric Haas: “Het idee achter de Guerrilladesk is groeien door te delen. Dat betekent dat ondernemers hier kunnen werken, netwerken en brainstormen.” Hangar 36 is net als de Caballerofabriek en Labs 55 een succesvol voorbeeld van een creatieve broedplaats waar Haagse ondernemers samenwerken.

artikel afbeelding
Werklunch tijdens de Guerrilladesk in de Haagse Hangar 36 (beeld: Maarten Fleskens)

Een van de deelnemers vandaag is Paul Kersten. Als beleidsadviseur bij de gemeente Den Haag onderzoekt hij welke locaties in Den Haag aantrekkelijk zijn voor zzp’ers. “Steeds meer ondernemers zijn op zoek zijn naar flexibele kantoorruimte. In de eigen stad of bij hun opdrachtgevers in de buurt. Als gemeente willen we hen graag daarbij helpen.”

Kersten vraagt de deelnemers wat ze bijvoorbeeld vinden van mobiele werkplekken op het Haagse Plein of in het Statenkwartier. Wigger Verschoor van RUIMTEVOLK vindt dat niet zulke interessante locaties: “In die wijken spelen ondernemers vanzelf in op de behoefte van bewoners en bezoekers. Daar ontstaan de flexwerklocaties uit eigen beweging. Het zijn vooral wijken in opkomst, zoals Den Haag zuidwest, die je zou kunnen stimuleren. Daar zit de dynamiek. Laten we niet vergeten dat de locaties niet op zich staan, dat ze ook de economie van de wijk stimuleren. Als je tot ondernemerschap aanspoort, geef je de buurt een impuls.”

Volgens Kersten worstelt de gemeente met de vraag of je dit soort processen helemaal vrij moet laten of toch regie moet bieden. “De regie kan beginnen met het stellen van randvoorwaarden voor een gebied”, oppert Dennis Laing van de gemeente Deventer. “Welke kenmerken heeft de ideale plek? In Deventer transformeert het oude havengebied tot nieuw werkgebied. Het is  een afgedankt industriegebied en dus hebben mensen de vrijheid het opnieuw in te richten.”

“Je kunt plekken faciliteren, maar je kunt ze niet máken”, gelooft Wigger Verschoor. “Neem bijvoorbeeld Boedapest. Daar creëren ondernemers in de zomer openluchtbars op binnenplaatsen van steeds weer andere huizenblokken in steeds weer andere wijken. Je weet van te voren nooit hoe lang ze op een bepaalde locatie gevestigd zijn, maar juist door het tijdelijke en mobiele karakter ontstaat een bepaalde dynamiek die reuring geeft en mensen trekt.”

Afhankelijk van pioniers
Gelooft Verschoor niet zo in de maakbaarheid van creatieve broedplaatsen, een van de andere aanwezigen deze middag, Bernard Ellenbroek, beleidsadviseur cultuur van de gemeente Venlo, is van mening dat die juist wel te creëren is. Hij vertelt dat zijn werkgever momenteel de verpauperde binnenstadswijk Q4 herontwikkelt tot nieuwe woon- en werkwijk. “Dit was tot voor kort een criminele wijk met veel drugsoverlast. Nu knappen we de buurt op in nauwe samenwerking met ondernemers en bewoners.”

In Q4 zijn al diverse broedplaatsen ontstaan in panden die de gemeente eigenlijk wil slopen of renoveren. “Die broedplaatsen moeten uiteindelijk een vaste plaats krijgen in een bedrijfsverzamelgebouw en in een cultureel creatieve winkelstraat. Ook bouwen we huizen waar wonen en werken onder één dak mogelijk is. Samen met deze pioniers kunnen we het klimaat in de buurt zo uiteindelijk enorm verbeteren.”
Marcel Tabbers is één van die pioniers in Q4. “Wat ons ondernemers bindt is de wijk. We zijn Venlonaren en geven om onze buurt. We hebben een gezamenlijke drive.” Voor Ellenbroek blijft toch de vraag overeind hoe van de tijdelijke werklocaties straks succesvolle permanente werkplekken kunnen worden gemaakt, ‘zonder dat we de energie van de samenwerking verliezen’.

artikel afbeelding
Mobiele zzp’ers aan het werk. Links achter Fulco Treffers van 12N: “Tijdelijke locaties oefenen een aantrekkingskracht uit op ondernemers” (beeld: Maarten Fleskens).

Gelukkig heeft Fulco Treffers, stedenbouwkundige en eigenaar van 12N, een advies voor Venlo. “Als je de groep ondernemers bij elkaar wil houden moet je het ondernemerscollectief misschien zien als levend organisme, dat zich steeds weer wil voeden met een onontgonnen omgeving. Ik geloof dat er een rol is weggelegd voor ondernemers op tijdelijke locaties. Als je die tijdelijkheid kan vasthouden, snijdt het mes aan twee kanten. De kracht van het collectief blijft behouden en wijken in opkomst krijgen een stimulans. Vestig je dus straks weer in een wijk die nieuwe impulsen nodig heeft. Blijf in beweging.”

De Guerrilladesk vond plaats van 28 tot en met 30 oktober 2009 en werd georganiseerd door www.greendesk.nl in samenwerking met www.hangar 36.nl en www.ruimtevolk.nl

Foto boven: Architecten en creatieve ondernemers overleggen met de Gemeente Den Haag over locaties voor het nieuwe werken (beeld: Maarten Fleskens).

BedrijventerreinenCreatieve stadDen HaagNieuwe werkenVenlo

Linda Peeters Journalist

Over de auteur

Linda Peeters is oprichter van Citiwriters. Zij schrijft in opdracht of op eigen initiatief over stedelijke ontwikkeling, vastgoed, architectuur en stadscultuur.



Ook interessant:

Nieuw perspectief voor Parkstad

Anne Seghers en Kris Oosting

Grenzen verleggen in Oosterwold

Judith Lekkerkerker

Sociaaleconomisch beleid: wat kunnen provincies en gemeenten doen?

Maarten Allers