Nederland telt 43 officieel benoemde stadsdichters, inclusief de dorpsdichter van Achtkarspelen. Een bijzonder gezelschap intellectuelen, die ieder op eigen wijze de ziel van een stad beschrijft in rondeel, sonnet of kwatrijn. Hoe wordt iemand stadsdichter? En hoe vangt een stadsdichter de identiteit van stad en buurt? Ik sprak erover met Cees van Raak, sinds augustus 2009 stadsdichter van Tilburg.
Ik las dat er in Tilburg een heuse sollicitatiecommissie voor het ambt van stadsdichter is. Wat moet je ervoor doen om stadsdichter te worden?
“Er is inderdaad een officiële, door de gemeente Tilburg ingestelde commissie, die een aantal criteria hanteert bij hun keuze. Zo moet de stadsdichter in Tilburg wonen, poëzie gepubliceerd hebben of opgetreden hebben met eigen werk. Daarnaast moet hij of zij aantoonbare kennis van en liefde hebben voor Tilburg, de geschiedenis en – overeenkomstig de Tilburgse volksaard – beschikken over een flinke dosis spontaniteit, humor en relativeringsvermogen.”
Hoe gaat een stadsdichter te werk? Hoe bepaal jij de onderwerpen en thema’s waarover je dicht?
“Mijn insteek is het cultureel erfgoed van Tilburg. Zo heb ik bijvoorbeeld een poëtisch historische exercitie over de Tuinstraat geschreven. Zo’n soort gedicht heb ik ook voor de Willem II-straat geschreven, op verzoek van de bewonerscommissie aldaar. Ik ben erg verweven met de geschiedenis van Tilburg.”
In je openingsrede als stadsdichter bombardeerde je het schoonmaken en restaureren van gedenkstenen en historische muurreclames tot één van je speerpunten. Waarom?
“Dat is cultureel erfgoed dat iets verteld over de geschiedenis van de stad. Onbekende stukken geschiedenis van Tilburg die ik weer bekend wil maken. Zo wordt op mijn initiatief zeer binnenkort de eerste steen, een gigantisch ding, aan de achterkant van de Heikense kerk schoongemaakt. Die steen is onleesbaar, maar daar staat een Latijnse tekst op, afkomstig van de stichters van die kerk. Door deze manier van ‘stadslezen’ heb ik al veel meer verhalen van Tilburg achterhaald. Hiervoor heb ik letterlijk op handen en voeten door de stad gekropen. Zo draag ik letterlijk mijn steentje bij aan het cultureel erfgoed van Tilburg“, lacht hij.
Cees van Raak
In Nederland is de afgelopen jaren veel aandacht voor de identiteit van buurten en wijken. Professionals zoeken naar unique selling points en tuigen identiteitstrajecten en plannen voor wijkbranding op. Hoe vang jij als stadsdichter de identiteit, de ziel van wijken en buurten in Tilburg en wat levert dat op?
“Ook weer door in de geschiedenis te duiken. Als ik bepaalde stenen of huizen zie, dan ontstaan de vraagtekens boven mijn hoofd haast vanzelf. Wie hebben daar gewoond? Wat voor werk deed de kostwinner? Daar ga ik dan met mensen uit de buurt over in gesprek. Sommige dingen grijpen me aan, daar wil ik iets mee doen. Als ik bijvoorbeeld stadsdichter was geweest ten tijde van de sloop van het oude stadhuis, dan had ik daar vast en zeker iets mee gedaan. De sloop van dat mooie gebouw sloeg echt een wond in de ziel van Tilburg. Er zijn oudere Tilburgers die daar nu nog verdriet van hebben. Als je herkenningspunten uit een stad, uit een gebied haalt, dan doet dat pijn. Die pijn had ik willen verwoorden. Ik had het gebouw weer tot leven willen brengen in een gedicht.” Vervolgens verschijnt er een minzaam lachje op zijn gezicht. “Wie weet ga ik het alsnog wel doen, zoveel jaar na dato.”
Hoe betrek jij het volk van Tilburg bij de invulling van je rol als stadsdichter? Kunnen zij bijvoorbeeld onderwerpen voor gedichten aandragen?
“Ja, mensen kunnen gewoon bij mij aankloppen. Als ik het onderwerp interessant vind en we bereiken overeenstemming over mijn honorarium, dan pak ik dat soort verzoeken op. Daarbij zeg ik er wel altijd bij dat ik de boel niet ga ‘opleuken’. Ik treed niet op als cabaretier en grossier niet in kwinkslagen. Dat past niet bij de aard van mijn dichterschap. Wat dat betreft ben ik de serieusheid zelve.”
Voel jij je als stadsdichter iemand die het hele volk van Tilburg vertegenwoordigt?
“Nee, dat kan ook niet. Ik denk dat er heel veel mensen zijn die nog nooit met poëzie te maken hebben gehad en denken: “Waar heeft die man het over?”. Poëzie is bijna altijd een elitaire zaak, hoewel er natuurlijk wel dichters zijn die brede lagen van de bevolking aanspreken met simpele, leuke, humorvolle gedachten die iedereen snapt. Met mijn gedichten lukt dat niet. Wel ben ik een rasechte Tilburgse volksjongen.”
Ik las dat je in november je eerste spreekuur als stadsdichter hebt gehad. Wat voor functie heeft jou spreekuur?
“Ik heb er niet een duidelijke vooraf bepaalde doelstelling mee. Het ontwikkelt zichzelf wel. De agenda wordt ter plekke ingevuld. Mensen kunnen bijvoorbeeld zelf gedichten meenemen, die bespreken we dan. Wel heb ik iedere maand een speciale gast. Voor het spreekuur in december is dat Wilbert van Herwijen, ex-wethouder van cultuur. Dat is het mooie aan Tilburg. De lijntjes hier zijn kort. Mensen kennen elkaar en politici zijn goed benaderbaar.”
Tot slot, welke tip heeft de stadsdichter van Tilburg voor een ieder die zich – ook weer in 2010 – vol energie inzet voor de ruimtelijke kwaliteit van onze Nederlandse steden?
“Dat is een lijfspreuk van de andersglobalisten waar ik mijn eigen draai aan heb gegeven en die ik tot adagium van mijn werkzaamheden heb gemaakt: Think global, write local.”
—
De belevenissen van stadsdichter Cees van Raak volgen? http://www.tilburgz.nl/home/cv.php?columnist_id=110