Overijssel heeft iets bijzonders: naar aanleiding van een politieke motie heeft de provincie een trendbureau opgericht. De missie van Hans Peter Benschop als manager van het trendbureau Overijssel liegt er niet om. Aan de hand van trendstudies wil hij een frisse blik te werpen op de manier waarop de provincie nadenkt over zijn toekomst op de lange termijn. Weg uit de beleidsverhalen, weg uit de wensbeelden, en liefdevol en voorzichtig nadenken over de toekomst.
Zwolle is de poort naar het noorden, en de eerste stad van het oosten. Tenminste, vanuit de Randstad geredeneerd. Een oude Hanzestad, die de laatste jaren een ongekende groei doormaakt. Als je over de A28 naar de stad rijdt, zie je aan weerszijden van de weg grote bouwprojecten. Bovendien is de nieuwe spoorlijn naar Lelystad in aantocht. Ondanks de kredietcrisis wijst voorlopig niets op een rem in de Zwolse groei.
Net buiten de historische binnenstad van Zwolle ontmoet RUIMTEVOLK in het provinciehuis Hans Peter Benschop. De filosoof en historicus Benschop is hier sinds 2008 werkzaam als manager van het Trendbureau Overijssel.
Hans Peter Benschop (Foto: Coen de Rijk)
Het Trendbureau kwam er in 2006, nadat bleek dat de provinciale politiek grote behoefte had aan betrouwbare informatie over maatschappelijke ontwikkelingen en trends. De provincie Overijssel heeft er bewust voor gekozen om het Trendbureau Overijssel een onafhankelijke positie te geven, vergelijkbaar met het Centraal Planbureau (CPB). Geen enkele andere provincie heeft een dergelijk bureau.
Toekomstbeelden spelen een heel grote rol in de ruimtelijke ordening. Dat kan ook niet anders, want je bouwt aan de toekomst, maar het draait daarbij volgens Benschop te vaak om wensbeelden. “Het zijn vaak getalsmatige exercities waarop we ons beeld van de toekomst baseren. Maar, helemaal niemand is in staat om de werkelijke toekomst te voorspellen. Kijk maar naar wat er nu gebeurt in de financiële wereld. We kunnen wel proberen beelden van de toekomst te bedenken, maar de meeste beelden bouwen we op basis van omstandigheden die we al kennen. Het gevaar hiervan is dat we meer van hetzelfde bedenken, en geen rekening houden met geheel onverwachte of onbedachte zaken.” En dat is wel de realiteit, want volgens Benschop maken trendbreuken de wereld.
Desondanks zijn we gewend geraakt om over de toekomst te denken in sjablonen. Dat komt volgens Benschop doordat mensen die voor de overheid werken, hun daden willen rechtvaardigen. “Dit levert extreme wensbeelden op”, stelt Benschop. “Die zijn goed voor discussie, en werken prima om mensen te mobiliseren, maar zijn ook een beetje eng, omdat ze nogal dwingend zijn door hun concreetheid.”
Een voorbeeld is volgens Benschop het wensbeeld van de Triple A-verbindigen, die enige tijd geleden werden bedacht binnen het ministerie van Verkeer en Waterstaat. De Triple A-verbindingen waren de volgens het ministerie drie belangrijkste verbindingen van Nederland: de A2, de A4 en de A10. Dit moesten betrouwbare en fileloze snelwegen gaan worden, en om dat bereiken moest er vooral in die wegen worden geïnvesteerd. “De Triple A-verbindingen hebben de Nota Mobiliteit echter nooit gehaald”, stelt Benschop. “Vanuit het oosten ontstond een sterke tegenlobby, omdat de A1 ontbrak in dit rijtje. Het sjabloon bleek niet nauwkeurig genoeg en door de lobby uit het oosten makkelijk onderuit te halen.”
De werkwijze van Benschop is om juist niet op zoek te gaan naar een sjabloon of een vastomlijnd toekomstbeeld. “In mijn trendverkenningen wil ik loskomen van het denken in getallen en eindbeelden. De uitkomst van zo’n verkenning is dan ook niet een concreet doel of een mooi kaartbeeld. Zo leverde onze demografische trendverkenning onlangs vier scenario’s op van mogelijke toekomstontwikkelingen voor Overijssel. Deze scenario’s zijn geen doel op zich, maar zijn er om de geesten te bespelen. Enerzijds om bewust te worden van de toekomstbeelden die bijvoorbeeld overheden en de media ons voortdurend voorschotelen, en anderzijds om bewust te worden van het feit dat de toekomst vaak anders verloopt dan voorzien.”
Website Trendbureau Overijssel
Met deze scenario’s kan de provincie voorgenomen beleidsopties toetsen op robuustheid. Beleid kan immers goed werken binnen het eigen beeld van de toekomst. Het is echter de vraag of diezelfde beleidsopties ook werken als de toekomst er anders uitziet. Het trendbureau van Hans Peter Benschop stopt daarom niet bij het afleveren van scenario’s. “We kijken ook of het vastgestelde beleid klaar is voor de toekomst”, vervolgt Benschop. “Voldoet die nog steeds, dan is deze robuust. Voldoet die niet meer, dan zou de provincie misschien eens na moeten gaan of er iets valt aan te passen.”
Hoe dat in de praktijk werkt? Benschop: “een voorbeeld is de algemeen geldende gedachte dat de groei van de bevolking er voor zorgt dat meer huizen nodig zijn, en steden dorpen daarom moeten groeien. Is dit echter ook het geval als de bevolking niet meer groeit? Nou, dat ligt eraan. Want uit onze demografische verkenning blijkt bijvoorbeeld dat de noodzaak tot het doen van aanpassingen aan het woningbestand, ook afhangt van ontwikkelingen in het aantal en de samenstelling van de huishoudens. Misschien zou de provincie er dus voor kunnen kiezen om niet meer gezinswoningen te bouwen. Ze kan echter wel besluiten om bestaande gezinswoningen geschikt maken voor bijvoorbeeld eenpersoonshuishoudens, of voor werken vanuit huis.”
Het klinkt allemaal logisch, maar in de praktijk zitten we maar al te vaak vast aan ons eigen beeld van de toekomst, en daar komen we maar moeilijk los van. Wellicht dat het Trendbureau Overijssel een klein beetje kan helpen. En ja, dat zal de toekomst leren.