De provincie Friesland en de gemeente Smallingerland hebben onlangs het Shared Space Institute opgericht. Hiermee geven ze een Nederlands vervolg op het succesvolle Europese project dat in 2008 afliep. Het instituut krijgt Drachten als vestigingsplaats. Dit is niet zo bijzonder, omdat Drachten als Nederlandse bakermat van de principes van Shared Space kan worden beschouwd.
Het Shared Space Institute gaat zich richten op praktijkonderzoek, kennisverwerving en beleidsinnovatie, en hoopt op die manier mee te werken aan een verdere verspreiding van deze verkeersfilosofie.
De straat is meer dan verkeer
Verkeerskundigen, op zoek naar verkeersveiligheid, zoeken hun toevlucht vaak in maatregelen die de snelheid moeten terugbrengen. Plateaus op kruispunten en drempels in wegvakken moeten vooral de gemotoriseerde verkeersdeelnemer dwingen tot lagere rijsnelheden.
Grote aantallen verkeersborden, met gele achtergrondschilden voor een nog betere zichtbaarheid, omvangrijke markeringsoppervlakten en vele kleurrijke paaltjes en hekken benadrukken de dominantie van de auto. Fietsers horen thuis op rode geasfalteerde stroken en voetgangers mogen zich voortbewegen op trottoirs. Oversteken gebeurt bij voorkeur op door de verkeersontwerper bedachte plekken, die uiteraard zijn voorzien van de noodzakelijke ‘toeters en bellen’. Het gewenste gedrag wordt desondanks niet altijd naar wens afgedwongen: verkeersdeelnemers overtreden niet zelden de regels. Shared Space probeert het centrale doel van onze straten opnieuw aan de orde te stellen. Shared space gaat uit van de gedachte dat straten niet in de eerste instantie het verkeer dienen, maar bovenal de mens.
Hilversum
Functies openbare ruimte
In het publieke domein komt een veelheid aan functies samen. Mensen willen elkaar ontmoeten, flaneren graag, maken gebruik van een terras of verplaatsen zich in die ruimte. De openbare ruimte is dus in beginsel een mensruimte. De verblijfsfuncties staan voorop. De gedachte achter Shared Space is dat de inrichting van die verblijfsruimte deze functies tot uitdrukking brengt. De omgeving en de inrichting ervan bepalen het gebruik van die ruimten. En daarmee dus ook het gedrag van de gebruikers. De automobilist merkt dat hij in deze ruimten te gast is. Hij past zijn verkeersgedrag aan het sociale gedrag van de verblijvende mens. Sociale communicatie over en weer dus, tussen de verschillende gebruikers van diezelfde openbare ruimte.
De conventionele gedachtegang is dat alle gebruikers van de openbare ruimte eigen domeinen hebben. Voor die specifieke domeinen gelden eigen regels. De filosofie van Shared Space laat de verschillende functies van de openbare ruimte tot een geheel samenvloeien. De ‘regels’ zijn die van de normale menselijke communicatie: interactie tussen gebruikers van het publieke domein leidt tot meer verkeersveiligheid, en levendige ontwerpen verhogen de kwaliteit van de openbare ruimte. Shared Space biedt daarmee een totaal andere manier voor de inrichting van de openbare ruimte.
Om de ruimtelijke kwaliteit van een plek te kunnen versterken, maakt Shared Space gebruik van de context en historie van de omgeving. Cultuurhistorici, landschapsdeskundigen, architecten, sociologen, stedenbouwkundigen, archeologen, verkeerskundigen kunnen vanuit hun eigen vakdisciplines bijdragen aan het beeld dat de openbare ruimte moet gaan oproepen. De menselijke maat staat daarbij voorop.
Sociale interactie
In Shared Space maken juridische verkeersregels plaats voor sociale regels. In omgevingen waar mensen rekening houden met elkaar zou het prettiger toeven zijn, stellen de voorvechters van shared space. Het sociale gedrag doet een groter beroep op het zelfregelend vermogen van gebruikers van de ruimte. Minder borden en verkeerstekens ondersteunen dit vermogen. Juist de afname van allerlei verkeerstechnische instrumenten verhoogt de invloed van de ruimtelijke elementen. Dit verbetert de kwaliteit van de omgeving.
Critici betitelen deze opvatting vaak als het verhogen van de subjectieve onveiligheid: als mensen zich onveilig voelen, reageren ze alerter, waardoor de verkeersveiligheid toeneemt. Shared Space benadert de gebruikers van de openbare ruimte als gelijkwaardig. Ze delen immers de zelfde ruimte. Door communicatie en sociale interactie onderhandelt men als het ware over de plek die men in die omgeving wil innemen. Dit leidt tot lagere rijsnelheden van gemotoriseerd verkeer.
Drachten
Meer verkeersveiligheid
In 2008 onderzocht Grontmij de effecten van de invoering van de Shared Space-principes in Haren. Het centrumgebied van deze Groningse gemeente onderging een forse metamorfose. Van een op het verkeer toegesneden inrichting veranderde de Rijksstraatweg in een verblijfsgebied. Inwoners oordelen verdeeld. Zo’n 60 procent vindt dat het er onveiliger op is geworden. Cijfers echter wijzen op een dalende trend in het aantal ongevallen. Ook de afloop van ongelukken blijkt minder ernstig.
Onlangs werd in Haren een publieke hoorzitting georganiseerd. De meningen over shared space bleken verdeeld. Ondernemers leken tevreden, hoewel het parkeren volgens hen beter kan. Ook ladende en lossende vrachtauto’s veroorzaken soms hinder. Daar staat tegenover dat, daar waar stoplichten worden weggehaald, de doorstroming verbetert. Volgens ouderenbonden komen fietsers en rolstoelgebruikers regelmatig in de knel. Het Fietsberaad daarentegen is enthousiast. Het gelijke niveau van het voetgangersgedeelte en de rijbaan geeft fietsers optimale bewegingsvrijheid. Ze kunnen uitzwermen over de volle breedte van de verblijfsruimte, hoewel sommige fietsers zich gebruikt voelen als ‘remvee’. Anderen vinden juist dat fietsers een stukje van hun macht teruggekregen hebben. De auto’s zijn er te gast.
De gemeente denkt op dit moment na over verdere stappen in de gemeentebrede communicatie rond Shared Space. Voor iedereen betekent Shared Space echter immers ook een leerproces. Meer vrijheid betekent altijd ook meer verantwoordelijkheid.
Tot slot
Het in 2008 afgeronde project Shared Space vormde een Europees samenwerkingsproject waaraan vijf landen deelnamen. Het doel was op lokaal, regionaal en nationaal niveau nieuw beleid te ontwikkelen voor de inrichting van het publieke domein. Als vervolg op het project is in Drachten onlangs het Shared Space Institute opgericht. Dit richt zich op de verdere ontwikkeling van de kennis en opgedane ervaringen uit het Europese project. De provincie Friesland en de gemeente Smallingerland investeren de komende twee jaar bijna zes ton als bijdrage in de aanloopkosten van het instituut. De resultaten van een dan te houden evaluatie moeten vervolgens de meerwaarde van het instituut aantonen.
—
Kopbeeld: Haren
Mmv Rob Duvergé en Sabine Lutz, Shared Space Institute