Lelystad en Almere worstelen al sinds hun geboorte op de tekentafel met hun imago. Recent is zowel over Lelystad als Almere een boek uitgekomen. Uit de reacties op beide boeken blijkt maar weer eens dat de poldersteden overgevoelig zijn voor kritiek van de buitenwereld.
Zeg nooit tegen ouders dat hun kind lelijk is, of ze zullen reageren als door een adder gebeten. Precies zo is de reactie van Almere en Lelystad, steden die in de ogen van de gemiddelde Nederlander toch niet echt het toonbeeld van schoonheid zijn. Toen Volkskrant-lezers Almere begin 2008 kozen tot ‘Lelijkste stad van Nederland’, reageerde de stad hooglijk verbaasd en enigszins beledigd. De tegenaanval werd gelijk ingezet. Burgemeester Annemarie Jorritsma plaatste in de aanloop naar de verkiezing tot lelijkste stad van Nederland prompt een advertentie in de krant waarin ze mensen opriep niet op Almere te stemmen voor er zelf te zijn geweest. Het mocht niet baten.
Lelystad reageerde eind jaren tachtig precies op dezelfde manier, toen in de pers negatieve verhalen over de stad verschenen. Zo noemde weekblad Vrij Nederland Lelystad in 1989 een ‘spookstad’ en een ‘dorre Gazastrook’. Toen De Telegraaf boven een artikel over misstanden in de polderstad kopte met: ‘Lelystad is eng!’ plaatste de gemeente Lelystad een enthousiast verhaal over de stad met als kop: ‘Lelystad is enig’. Bewoners van de stad werden opgeroepen een kopie van de advertentie achter de ramen te hangen. Het was propaganda die in het communistische tijdperk niet had misstaan.
Hoewel de media-aandacht misschien niet altijd even genuanceerd is, helemaal onterecht is het ook weer niet. Er is natuurlijk wel een en ander op beide steden aan te merken. Al in 1951, voordat de Flevopolders überhaupt waren drooggelegd, twijfelden sommige leden van de Zuiderzeeraad of de toekomstige hoofdstad van de provincie wel moest worden vernoemd naar de grote Cornelis Lely, de geestelijk vader van de Zuiderzeewerken. De Zuiderzeeraad, die de regering adviseerde inzake de Zuiderzeewerken, stelde dat als de stad zich niet naar verwachting zou ontwikkelen, het minder gelukkig zou zijn Lely’s naam aan die stad te verbinden. De geschiedenis gaf de raad gelijk. Veertig jaar later gaf Elisabeth, de kleindochter van Cornelis Lely, in een interview aan dat ze voor geen goud zou willen wonen in de stad die is vernoemd naar haar grootvader.
Hoop
Ondanks die vermeende lelijkheid is toch een verschil tussen beide steden op te merken: In Lelystad lijkt alle hoop vervlogen. Terwijl Lelystad, niets was, niets is, en het volgens velen ook nooit wat zal worden, straalt Almere hoop uit. Almere is nog steeds de stad van de toekomst. Het kan in Almere, zoals de leus van de gemeente luidt. Dit beeld komt ook naar voren in beide boeken, die recent zijn verschenen over de twee lelijke eendjes.
In het boek ‘Ik woon in Almere’ schrijft Peer Ulijn over de dag eind jaren negentig toen hij met zijn vrouw een huis ging bekijken in Almere. Mevrouw Ulijn wilde er nog niet ‘dood gevonden worden’. Jaren later verhuisden ze toch naar Almere en net zoals ex-rokers fel anti-roken kunnen worden, zo is Ulijn inmiddels een fervent supporter van Almere. Hij verbaast zich erover dat het slechte imago van de Almere zo hardnekkig standhoudt.
Hoewel het boek vol enthousiasme is geschreven, ontbreekt elke vorm van reflectie. Het lijkt meer een grote reclamefolder. Als lezer zou je bijna denken dat Ulijn in dienst is van de gemeente. Die greep het boek dan ook gelijk aan voor een staaltje stadspromotie en bestelde – ongelezen –duizend exemplaren. Het mag geen verbazing wekken dat burgemeester Jorritsma stond te juichen bij de presentatie van het boek.
Troosteloos
Hoe anders waren de reacties een stukje verderop in de polder. In de autobiografische roman ‘Lelystad’ van Joris van Casteren wordt de troosteloosheid van de polderstad genadeloos blootgelegd. Van Casteren vervlecht zijn persoonlijke geschiedenis met de geschiedenis van de stad, die nooit uitgroeide tot de gedroomde bekroning van de Zuiderzeewerken. Het ‘project Lelystad’ is volgens van Casteren mislukt.
Het centrum van Lelystad met het opvallende nieuwe theater
Het boek van Van Casteren is gemengd ontvangen. Sommige Lelystatters voelen zich diep gekrenkt door het geschetste beeld. In de recent uitgezonden aflevering van Andere Tijden over Lelystad wordt Van Casteren door een oud-klasgenoot verweten dat hij de stad ten schande heeft gemaakt.
Lelystad zou nog eens goed moeten kijken naar het boek van Van Casteren, veruit het interessantste van de twee. Voor iedereen die werkt aan de toekomst van een stad zou het verplichte kost moeten zijn. ‘Lelystad’ schept een eerlijk en realistisch beeld van een stad vol pioniers en idealisten. Een stad waarbij fouten zijn gemaakt, maar waar ook veel is geleerd van het verleden. Een prachtig tijdsbeeld van een polderstad zoals in Van Casteren’s boek, dien je beter te koesteren. En dus kunnen de twee polderdiva’s beter ophouden hun imago met overdreven positivisme te corrigeren.