Het beeld van de naoorlogse stad als monotone woonwijk maakt de grootschalige aanpak van de tuinsteden haast bij voorbaat gelegitimeerd. Maar volgens de auteurs van de Atlas Westelijke Tuinsteden Amsterdam gaan we daarmee te snel voorbij aan het eigen gezicht van de naoorlogse stad. De atlas levert inzichten op die bestuurders, beleidsmakers, ontwerpers en ontwikkelaars niet zomaar naast zich neer kunnen leggen.
Tuinsteden hebben nauwelijks fans. De naoorlogse gedroomde idealen van deze wijken zijn volledig versleten. En dat terwijl juist de tuinstad ons een halve eeuw geleden moest verlossen van de opeengestapelde kleine arbeiderswoningen in de stinkende stadse wijken. De naoorlogse wijken komen nu vooral negatief in het nieuws, met items over hangjongeren en criminaliteit. De fysieke opzet van de wijk – veel publieke ruimte met brede lange straten, hoogbouw en openbaar groen – krijgt daarbij nogal eens de zwarte piet toegespeeld.
Toch moeten we niet te hard voorbij gaan aan de kwaliteiten van de naoorlogse stedenbouw. Zo is in de film A Perfect Day van Neeltje ten Westenend – over de relatie tussen de hoogbouw en de buitenruimte in de Utrechtse naoorlogse wijk Overvecht – prachtig te zien hoe bewoners zich tevreden bewegen in hun woning, hoog verborgen tussen veel lucht en groen.
In het huidige tijdsgewricht luidt het credo: compacte stad. Multifunctioneel en kleinschalig bouwen is nu de toverformule voor succesvolle steden. Binnenstedelijk bouwen, ofwel verdichten, is de huidige opdracht. De afgelopen tien jaar heeft die binnenstedelijke bouwambitie ons overigens toch weer allerlei suburbane woonwijken opgeleverd, zoals te lezen valt in de recent uitgebrachte Vinex Atlas (010 Publishers, 2008). Hoewel deze wijken ditmaal bestemd zijn voor de (hogere) middenklasse, zijn de unique selling points ook hier: ruim wonen, met veel groen en toch dichtbij de stad. Waar doet dit aan denken? Een extra reden om nog eens goed te kijken naar de suburbane naoorlogse wijken.
Beter kijken
De Atlas Westelijke Tuinsteden van Ivan Nio, Arnold Reijndorp en Wouter Veldhuis doet precies dat. Hoewel het woord atlas een overzicht van harde gegevens doet vermoeden, is het juist geen droge opsomming. Integendeel, de publicatie roept op tot beter kijken naar de fysieke vorm van de naoorlogse stad in relatie tot het alledaagse leven, de routines van bewoners, ondernemers en bezoekers. De auteurs hebben het negatieve beeld van het leven in de naoorlogse stad willen nuanceren. De naoorlogse stad mag dan de naam hebben van monotoon en saai, daar valt volgens Nio, Reijndorp en Veldhuis flink op af te dingen.
Verschuivingen in de bevolkingssamenstelling hebben gezorgd voor een nieuw gebruik van de openbare ruimte en daarmee nieuwe sociaal-culturele betekenissen aan de publieke ruimte gegeven. Oud-bewoners, migranten en nieuwe stedelingen eigenen straten, pleinen, parken, winkels en andere collectieve plekken op hun manier toe. De vluchtige bezoeker merkt dit niet zo snel op, maar de culturele uitwisseling geeft allerlei – soms onvermoede – kwaliteiten prijs van de open ruimte.
Zo blijkt uit de Atlas dat de jarenlang verfoeide collectieve tuinen herontdekt worden door nieuwe bewoners. Ook de buurstrips leven op met winkeltjes van allochtone ondernemers. Helaas wordt dit ontmoedigd door de planning van winkelconcentratiegebieden. Weliswaar is dit beleid een logisch resultaat van eerdere leegstand, toch zou het ontmoedigingsbeleid nu moeten worden omgekeerd. Zie hier de hinderende macht van langlopende structuurvisies versus de dynamiek van de stad.
Routines
Een ander punt van de auteurs is dat de leefbaarheid in naoorlogse steden niet per se beter wordt met grote ingrepen. Kleinschalige (tijdelijke) programma’s en interventies kunnen voldoende zijn. Voor dit soort inzichten moeten we wel nauwkeurig kijken naar de alledaagse routines van mensen op specifieke plekken. Neem de grote parken in Nieuw West. Deze kunnen veel beter functioneren als publiek domein door een kleine ingreep als het plaatsen van een kiosk, aldus de auteurs.
Ten derde noemen ze de sociale aspecten binnen de stedelijke vernieuwing. Zeker, er is inmiddels veel meer aandacht voor dan vroeger. Toch wordt nog weinig de link gelegd met de fysieke context van de naoorlogse stad. Specifieke kwaliteiten en kansen van de naoorlogse stad blijven zo onbesproken; de herstructurering van de naoorlogse stad gaat maar door.
De auteurs leggen in de atlas een belangrijke relatie tussen de manier van leven in de openbare ruimte van deze wijken en de stadsvernieuwing. Dit levert inzichten op die interessant zijn voor de situatie in Amsterdam Nieuw West, maar die evengoed toepasbaar zijn voor andere naoorlogse wijken. De fysieke opzet, demografische ontwikkelingen en bestuurlijke ambities zijn er immers vaak vergelijkbaar.
De opgave is nu om de bevindingen uit de atlas te laten doorklinken in beleid. De auteurs willen met de atlas bijdragen aan een meer genuanceerde discussie onder professionals en politici over de betekenis en kwaliteiten van de naoorlogse stad en daarmee zonodig het beleid corrigeren.
Onconventioneel
De atlas als beleidsinstrument is een interessante en onconventionele handreiking. Planners en bestuurders kunnen gewoonlijk immers niet goed overweg met de verhalende en specifieke resultaten van kwalitatief onderzoek. Ambities worden liever gebaseerd op de waarheid van het grote getal uit kwantitatief onderzoek en omgezet in lange termijn plannen.
In de atlas zijn kwalitatieve bevindingen van de geleefde stad echter inzichtelijk en concreet gemaakt in kaarten. Daarmee biedt de atlas een interessant communicatiemiddel en een nieuwe bron voor het maken of corrigeren van beleid. Alleen de stap naar beleid wordt in de atlas niet gemaakt. Het veld is aan zet.
Studiedag
Op maandag 12 januari organiseerde Trancity een studiedag over de atlas met als titel Naoorlogse stad, gepland en geleefd.
Publicatie Atlas Westelijke Tuinsteden Amsterdam – De geplande en de geleefde stad
Ivan Nio / Arnold Reijndorp / Wouter Veldhuis
Uitgave van Trancity in samenwerking met de EFL Stichting
Het beeldmateriaal bij dit artikel is afkomstig uit de besproken atlas.