Inspraak vaak grootspraak

22 april 2008  /  RUIMTEVOLK

Dit artikel komt uit het RUIMTEVOLK archief (2007-2017)

Geloven we nog wel in inspraak? De mogelijkheden en problemen die ontstaan zodra ‘Jan met de pet’ zich met ruimtelijke ordening gaat bemoeien, houden de gemoederen bezig. Op deze site is regelmatig aandacht voor bewonersparticipatie, e-participatie en de frictie tussen de vakwereld en actiegroepen. De artikelen geven aan dat er nogal wat drempels zijn te overwinnen.

Inspraak en ruimtelijke ordening zijn net een slecht huwelijk. Ze zijn aan elkaar verbonden, en iedereen lijkt het er over eens dat ze niet zonder elkaar kunnen. Maar desondanks vind de ene partij dat er slecht geluisterd wordt en de andere partij de verplichte verbintenis maar lastig en belemmerend. De rol van bestuurders en politiek maakt van dit huwelijk een ingewikkelde driehoeksverhouding.

artikel afbeelding

Het gedachtegoed achter inspraak is idealistisch, niemand kan er onderuit dat het uitgangspunt goed is. Dankzij inspraak komen aanvullende, vaak lokale invalshoeken aan de orde en het kan voor draagvlak zorgen. Maar hoe mooi de gedachte ook is, in de praktijk levert inspraak helaas veel frustratie op: bij burgers, beleidsmakers en bestuurders. Maar liefst 35 procent van de mensen die geen gebruik maken van inspraakmogelijkheden geven als reden op dat ze geen vertrouwen hebben dat er iets gebeurt met hun reactie! En dat terwijl het luisteren naar de wensen van burgers en het terugdringen van bureaucratie hoog op de politieke agenda staan.

Het rijk steekt er veel energie in om het huwelijk te redden. Inspraak moet anders en beter. De in de jaren ´70 uitgevonden procedures gaan daarvoor op de schop. De toverformule: Inspraak Nieuwe Stijl. Het gaat erom dat burgers, beleidsmakers en bestuurders ervaren dat inspraak nut heeft. Inspraak Nieuwe Stijl dient er voor te zorgen dat burgers op een effectieve en bevredigende manier worden betrokken bij ruimtelijke ingrepen, aldus de website.

De vraag is of met een programma als Inspraak Nieuwe Stijl de liefde opbloeit. Liefde moet van twee kanten komen. Te vaak blijven pogingen om inspraak vlot te trekken, steken in goede bedoelingen. Dat is zonde van alle tijd en energie die in dergelijke projecten gestoken wordt. Betrokken bewoners zakt de moed in de schoenen als blijkt hoe weinig hun inspanning oplevert. Terwijl juist het doel is burgers te betrekken. Helaas is dit iets dat uitgerekend bestuurders niet beseffen. Alleen het betrekken van burgers is onvoldoende, burgers willen alleen betrokken worden als ze ook gehoord worden.

Hopelijk kan het project Inspraak Nieuwe Stijl het huwelijk redden, maar misschien is het wel tijd voor een radicalere oplossing en moeten we het principe omdraaien: inspraak bij de wet verbieden, tenzij de overheid of de ontwikkelende partij de politiek (het college en/of de gemeenteraad) kan overtuigen van het nut. Dus alleen een inspraakprocedure starten wanneer men er achter staat. Dit biedt geweldige mogelijkheden (want wie wil nu niet de sier maken met een project voor burgerparticipatie?) en voorkomt inspraak om de inspraak. De burger weet waar hij aan toe is: als er gevraagd wordt om mee te denken, wordt er ook echt naar hem geluisterd. De politiek weet z’n plaats in de driehoeksverhouding. Misschien dat dan de liefde na ontbinding van het huwelijk weer kan opbloeien.




Ook interessant:

Column: Tegenstellingen - de blinde vlek van het ruimtelijk beleid

Hans Peter Benschop

Een grootse traditie van maatwerk

Kris Oosting

Grenzen verleggen in Oosterwold

Judith Lekkerkerker