Geluid speelt grote rol in waardering stad

10 april 2008  /  RUIMTEVOLK

Dit artikel komt uit het RUIMTEVOLK archief (2007-2017)

In de stedenbouw en ruimtelijke inrichting zijn we ons vaak niet zo bewust van de rol van geluid. Hooguit speelt het een rol als een beperking. Maar voor een goed verstaander gaat een hele nieuwe wereld open. Onderzoeker en sound-designer Kees Went wil geluid als extra instrument toevoegen aan het ontwerpvocabulaire van ruimtelijke ordenaars. Een gesprek met een man die het geluid van de stad probeert vast te leggen en te doorgronden.

Kees Went is docent aan de Hogeschool van de Kunsten in Utrecht (HKU). Geïnspireerd door het werk van de Canadese componist en frontman van de geluidsecologie Murray Schafer doet hij samen met een groep collega-onderzoekers exploratief onderzoek naar welke geluiden mensen bevallen en welke niet. Het geluid van stromend water, krekels en het ruisen van bomen wordt bijvoorbeeld als prettig ervaren. Verkeer en de monotone brommende tonen van bijvoorbeeld een airco-installatie worden daarentegen als vervelend beschouwd.

Van 14 tot 16 december 2007 was Went een van de onderzoekers die samen met het interdisciplinair gezelschap ErasmusPC de stad Rotterdam onderworpen aan een grondig onderzoek. ErasmusPC richt zich op het raakvlak van cultuur en stedelijke ontwikkeling. Onder leiding van Went trokken twee groepen, gewapend met opname-apparatuur, door Rotterdam op zoek naar het geluid van de stad. Went opende hiermee een gehele nieuwe wereld: de wereld van het geluid in de steden. Een ware openbaring voor de deelnemers.

> Een geluid dat typisch is voor Rotterdam: heien (MP3)

Visueel opgevoed
Volgens Kees Went zijn we ons nauwelijks bewust van de grote rol die geluid speelt in de perceptie van de stad. Als er al aandacht is voor geluid, dan richten stedelijke ontwerpers zich met name op de negatieve kant ervan. Geluidsoverlast dus. In plaats van alleen maar te kijken naar regelgeving en geluidsoverlast, pleit Went ervoor geluid een rol te geven bij het ontwerpen van de ruimte. “Stedenbouwkundigen en architecten zijn visueel opgevoed”, aldus Went. “Ze zijn altijd in de weer met maquettes en plaatjes, maar laten de geluidsfactor buiten beschouwing. Zo creëren ze vaak prachtige gebouwen, maar met een slecht geluid. Ze denken niet vaak na of een plein bijvoorbeeld ook prettig klinkt. Terwijl licht steeds vaker wel een rol speelt in de inrichting van de ruimte, is geluid een ondergeschoven kindje.”

Went meent dat we het tij moeten keren, te meer omdat de geluiden zich in de stad zich maar blijven opstapelen. Ieder jaar neemt het lawaai in een willekeurige stad met gemiddeld één decibel toe. Mensen verdringen herrie en verkeerslawaai om zich heen. Dit verdringen kost een heleboel energie. Ook sluiten mensen zich steeds vaker af van hun omgeving, bijvoorbeeld via hun I-Pod. En dat terwijl geluid ook een hele positieve rol kan spelen in de stad. Tijd dus om uit te zoeken hoe dat nu precies zit.

artikel afbeelding

Went doorkruist, gewapend met opname-apparatuur, met enige regelmaat steden in binnen- en buitenland op zoek naar geluiden die kenmerkend zijn voor de stad. Dit leidt tot verrassende inzichten. Zo noemt hij Rotterdam op veel plaatsen ‘akoestisch een hopeloze stad’. Dit komt vooral door verstoorde ruimtelijke verhoudingen en de weerkaatsing van geluid tussen hoge gebouwen met een ongebruikte begane grond (de ‘plint’). Dat het ook anders kan, blijkt in New York, waar op straatniveau de plint van gebouwen een publieke functie heeft en de akoestiek een stuk beter is. Waar het in Rotterdam niet lijkt te lukken om de hoge gebouwen zich op straatniveau te laten openen voor publiek – op de schaal van de zogenaamde ‘menselijke maat – is in Manhattan door regelgeving afgedwongen dat de eerste lagen van de meeste hoge gebouwen een openbare functie hebben. Dit komt niet alleen de levendigheid ten goede, maar heeft dus ook akoestische voordelen.

Dat de ‘menselijke maat’ een grote rol speelt in het ervaren van geluiden als prettig of minder fijn, blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat klassieke steden vaak beter klinken dan nieuwbouwwijken. Ook ronde pleinen klinken goed, zoals iedereen ervaart die het Piazza del Campo in Sienna opwandelt. Ook in Parijs en Londen zijn ronde pleinen een lust voor het oor. Een principe dat volgens Went in de Nederlandse stedenbouw gemakkelijk toegepast zou kunnen worden.

Fontein als geluidsscherm
Een andere opvallende observatie de onderzoeker is de rol van geluid bij de populariteit van fonteinen. Het ruisende geluid van stromend water is rustgevend en verdringt hinderlijke geluiden. In Japan zijn fonteinen langs snelwegen geplaatst. Ze nemen de rol van geluidsscherm over.

> Een fontein in de stad (MP3)

Geluidsschermen houden verkeersgeluid tegen, maar zorgen tegelijkertijd voor weerkaatsing. Fonteinen vervangen vervelende geluiden als het ware door prettige geluiden. Ook bomen hebben een dergelijke functie. Hoewel dit in Nederland wel bekend is, wordt er nog weinig van deze kennis gebruik gemaakt. In Utrecht is dit beginsel wel gebruikt. Hier zijn in de oksel van de A2 en de A12 ooit duizenden bomen aangeplant (dit is vanuit de lucht goed te zien). Deze houden niet alleen geluid tegen, maar neutraliseren ook de CO2 uitstoot. En zijn een stuk mooier dan de gemiddelde geluidswal. Luister hier naar het verschil:

> Fragment snelweg met bomen (MP3)
> Fragment snelweg zonder bomen (MP3)

Er zijn kortom genoeg mogelijkheden om geluid een sterkere rol binnen de ruimtelijke planning en inrichting van ons land te geven. Zeker met de gedachte in het achterhoofd dat geluid onbewust meespeelt in de waardering van de stad, is dit van belang. Tijd dus voor een toenemend bewustzijn van de effecten van geluiden om ons heen. Kees Went wil deze bewustwording stimuleren stedenbouwers inspireren en hen verleiden tot een discussie.

Rotterdam



Ook interessant:

'NL Magazine gaat voor de sprong voorwaarts'

Redactie NL Magazine

Terloopse contacten voor een veerkrachtige stad

Flip Krabbendam en Henriëtta Joosten

Schipperen tussen grote opgaven en lokale oplossingen

Jeroen Niemans